20-12-04
Winternummer CDV over 'Kantelingen' vanaf dinsdag 21 december
verkrijgbaar
Nederland heeft een CDA dat zelfbewust uitkomt voor de eigen agenda en
kwaliteiten meer dan ooit nodig. Dat is, kort samengevat, de centrale
boodschap in het Winternummer van Christen Democratische Verkenningen,
het tijdschrift van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA.
In het vandaag verschenen Winternummer van CDV is het thema:
'Kantelingen', grootscheepse, ingrijpende veranderingen waarmee
Nederland wordt geconfronteerd. Veranderingen die al jaren aan de gang
zijn, maar sinds de moord op eerst Pim Fortuyn en later Theo van Gogh
in alle scherpte zichtbaar worden. In dat gepolariseerde
maatschappelijke en politieke klimaat draagt het CDA zware
regeringsverantwoordelijkheid. Welke rol dient het CDA in deze roerige
tijden te spelen? Voor het CDV voldoende aanleiding om her en der te
peilen.
Hoofdredacteur Thijs Jansen stelt in het probleemstellende artikel
twee etiketten aan de orde die commentatoren het CDA regelmatig
opplakken: het zou ´opportunistisch´ zijn en ´conservatief´. Volgens
Jansen moet het CDA zich die etiketten niet laten opdringen. Wat het
eerste etiket betreft laat Jansen zien dat het CDA een consistente
'hervormingsagenda' heeft, die al vanaf de jaren '90 is ontwikkeld.
Met name onder aanvoering van het Wetenschappelijk Instituut is al ver
vóór Fortuyn gesignaleerd dat het 'anders en beter' moest. Vitaal
bestanddeel van die hervormingsagenda is dat burgers meer eigen
verantwoordelijkheid moeten nemen: minder afhankelijkheid van overheid
en overheidsarrangementen, meer ruimte, meer armslag voor burgers en
groepen van burgers. Dit alles ten behoeve van een houdbare
solidariteit, onder andere tussen generaties. Ten aanzien van het
tweede etiket, betoogt Jansen dat die hervormingsagenda op wezenlijke
punten verschilt van het mainstream conservatisme. En zeker niet past
in het ´liberaal-conservatisme´ zoals de Burke stichting en Wilders
voorstaan. Waar onder andere de Islam als geheel als wezenvreemd aan
democratie en rechtsstaat wordt voorgesteld. Daardoor vervalt men in
tendentieuze generalisaties, die de polarisatie tussen
bevolkingsgroepen alleen maar vergroot. Jansen:´Wat nu dringend nodig
is, is nu juist niet een CDA dat zich openlijk bekent tot het
conservatisme, van welke snit dan ook. Het is onwenselijk in de hoek
te komen van degenen die dat etiket opeisen en die onder die vlag
alleen maar olie op het maatschappelijke vuur gooien. In lijn met de
eigen traditie is het nu de hoofdopdracht van het CDA om zijn uiterste
best te doen om in de nieuwe maatschappelijke tegenstellingen een
daarop toegesneden politiek van bemiddeling te ontwikkelen. Als er
iets christelijk en christen-democratisch is, is het om te zorgen dat
de samenleving bij elkaar blijft, dan is het alles op alles te zetten
om maatschappelijke tegenstellingen beheersbaar te houden.´
In het nummer worden twee soorten kantelingen aan de orde gesteld: die
waarop we niet en die waarop we wel voorbereid waren. In het eerste
deel van het nummer gaat het over de eerste soort kantelingen, die
zichtbaar wordt in het debat over de islam na de moord op Van Gogh. Er
is sprake van een steeds sterker wordende trend om religie terug te
dringen naar het privé-domein. Het CDA heeft altijd de opvatting
gekoesterd dat religie een zichtbare plek moet hebben in het publieke
domein. Wat staat het CDA te doen om deze opvatting op een nieuwe
manier vorm te geven in het nieuwe krachtenveld, waar de Islam in
Nederland een belangrijke godsdienstige stroming geworden is?
Voor Jan Schinkelshoek, de nieuwe voorzitter van de redactie van CDV,
is de moord op Van Gogh aanleiding te pleiten voor een stevig publiek
debat: met respect voor ieders overtuiging, maar wel op het scherp van
de snede. Niets is erger dan politieke correctheid. Als de afgelopen
jaren iets hebben duidelijk gemaakt, is het wel hoe misplaatst het is
fundamentele meningsverschillen weg te plakken achter het behang.
Vooral het 'nette, beschaafde christendom' doet tegenwoordig wel erg
zijn best om alles wat aanstootgevend zou kunnen zijn bij voorbaat weg
te praten. En alles wat zich christelijk noemt, laat zich af en toe al
te gemakkelijk kwetsen door wat zich uitgeeft voor vrijdenkers,
atheïsten en andere ongelovigen. Als het christendom in het
Nederland-van-morgen nog iets te zeggen wil hebben, zal het zich in
het publieke debat met meer zelfrespect moeten melden.
De theoloog Erik Borgman keert zich tegen de huidige tendens om
religie naar de privésfeer te willen verbannen. Juist wanneer
religieuze gevoelens en overtuigingen geen rol mogen spelen in de
culturele en politieke discussies kunnen zij een eigen niche vinden en
daarin voortwoekeren en tot extremistische standpunten leiden. Hij
geeft aan hoe juist de Islam, als niet-geprivatiseerde traditie, van
binnenuit een tegenwicht kan bieden tegen orthodoxie en extremisme.
Fractievoorzitter Maxime Verhagen geeft aan hoe we om moeten gaan met
het door moslimfundamentalisme geïnspireerde terrorisme. Hij pleit in
zijn bijdrage onder meer voor een nationale veiligheidsraad onder
aansturing van de minister-president.
In het tweede deel staan de planmatige kantelingen van Balkenende II
centraal. Een aantal auteurs die in de afgelopen jaren in WI-verband
betrokken zijn geweest bij het meedenken over de hervormingsagenda van
het CDA is gevraagd om een tussenbalans op te maken van Balkenende II.
Hoe staat het er mee? Wat is er al gebeurd en wat moet er nog
gebeuren? Volgens Lans Bovenberg staat dit kabinet niet aan het einde,
maar aan het begin van een langdurig hervormingsproces. Volgens hem
dwingen de dynamiek van de wereldeconomie, het grotere belang van
menselijk kapitaal in de kenniseconomie, de feminisering van arbeid,
en de langere levensverwachting ons vragen te stellen bij veel van wat
vertrouwd is: de pensioenleeftijd, de snelheid en aard van pensioen,
het minimumloon, de hypotheekrenteaftrek, ontslagbescherming, andere
beschermingsconstructies
en het algemeen verbindend verklaren van CAOs. De hervormingen zijn
essentieel om de solidariteit met diegenen die het nodig hebben te
waarborgen.Tegelijkertijd zijn verantwoorde overgangsregelingen nodig
voor hen die zich onvoldoende op de veranderingen kunnen instellen.
Gerrit de Jong geeft een analyse van het inkomensbeleid
van het kabinet. Er is al veel in gang gezet, maar er moet nog veel
meer gebeuren. Volgens De Jong wordt de urgentie van de
vergrijzingsproblematiek door het kabinet terecht serieus genomen,
maar nog te weinig ingezien door burgers, bonden, wetenschappers en
een adviesorgaan als het CPB. Hij stelt onder meer dat
doorberekeningen van politieke plannen zonder generatierekeningen niet
meer serieus genomen moeten kunnen worden. Ook op het door het WI
bepleitte stelsel van lastenmaximering valt nog veel te winnen. Zo is
op de onderdelen huursubsidie, kinderopvang en studiekosten nog geen
begin gemaakt met de combinatie lastenmaximering en afvlakken van
marginale tarieven. Ook pleit hij voor een herziening van de fiscale
behandeling van de eigen woning, een voortvarend optreden van het
kabinet tegen opzichtige verrijking aan de top van het bedrijfsleven
en een verzelfstandiging van het wettelijk minimumloon.
De economen Sylvester Eijffinger en Kees Koedijk missen vooral het
wenkende perspectief. Teveel ontstaat nu het beeld dat de structurele
maatregelen vooral uit de noodzaak om te blijven bezuinigen
voortkomen. Door de strenge focus op het begrotingskader komen
bovendien belangrijke themas als ontbureauctatisering, innovatie en
het investeren in een duurzame en veilige samenleving maar moeizaam
van de grond. Naast handhaving van het welvaartsniveau van ons land
zou perspectief op een gezonde en veilige leefomgeving voor
toekomstige generaties volgens hen het einddoel van het kabinetsbeleid
behoren te zijn.
Volgens Peter Cuyvers dreigt het echte doel van het levensloopbeleid
uit het oog worden verloren. Eén van de christen-democratische
criteria voor zon modern levensloopstelsel is dat het de burgers
bewuster maakt van en greep geeft op het sociale stelsel. Dit
criterium is volgens Cuyvers ten onrechte veelal buiten de discussie
gebleven. Het huidige systeem van sociale zekerheid speelt zich
volledig buiten het blikveld van de burgers af. Deze door de overheid
aangestuurde systematiek past niet alleen feitelijk niet meer bij de
dynamiek van de moderne levensloop, maar is vooral ook psychologisch
funest. Het zet burgers ten onrechte in een afhankelijkheidsrelatie en
houdt het misleidende beeld in stand alsof de overheid de enige
aandeelhouder van het sociale systeem zou zijn. Een steviger inzet om
burgers te maken tot aandeelhouder van het sociale stelsel is nodig.
Het nummer bevat ook een handig overzicht van de hervormingsagenda van
het WI aan de hand van de publicaties die sinds 2000 verschenen zijn.
Het nummer Kantelingen (152 pagina's) is verkrijgbaar vanaf dinsdag 21
december a.s.
CDA