Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
108 Vragen van mevrouw G. Raadsveld
(ingekomen 30 november 2004)

Toelichting
Op grond van het regionale woonruimte-verdelingsssysteem van het BRU moeten woningcorporaties hun woningen tot aan de huursubsidiegrens aanbieden via de Woningkrant.
Soms staat er in de Woningkrant een rubriek met "huur-directwoningen". Dit zijn woningen die niet op de reguliere manier verhuurd worden omdat de inschatting is dat er geen geschikte kandidaten op de betreffende woningen reageren. Deze woningen kunnen daarom door de corporaties ook verhuurd worden aan woningzoekenden die niet aan de inschrijvings- en passendheideisen voldoen.

De Bundeling heeft geconstateerd dat er de laatste tijd veel woningen in deze rubriek worden aangeboden. Het betreft zowel woningen van BO-EX als van Mitros. BO-EX geeft aan dat het om specifieke ouderenwoningen gaat. Mitros heeft nog geen uitsluitsel gegeven over welke woningen het gaat.

Dit brengt de fractie GroenLinks tot de volgende vragen:

1. Op welke wijze komt het aanbod van huur-directwoningen tot stand?
2. Deelt het college de zorg van GroenLinks dat er steeds meer woningen via de huurdirect-pagina worden aangeboden?
3. Worden de corporaties op enige wijze gecontroleerd op dit specifieke aanbod?
4. Geldt er een maximum voor het aantal woningen dat via de huur-directpagina kan worden aangeboden? Zo nee, is het College bereid om in overleg met de corporaties tot een vorm van maximering te komen?
5. Geldt voor deze woningen het reguliere urgentiesysteem? Zo nee, maken deze woningen deel uit van de 5% regeling van woningen waar urgenten niet op mogen reageren?
6. Dat het om specifieke ouderenwoningen(BO-EX) gaat doet vermoeden dat ouderen blijkbaar deze woningen niet willen. Is het college op de hoogte van de redenen hiervoor.
7. Is het college bereid te onderzoeken wat hier aan de hand is en de commissie Stedelijke Ontwikkeling hierover te informeren?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 21 december 2004)


1. In de Huisvestingsverordening is in artikel 2.3.4 Flexibiliteit en in artikel 2.3.5 Huur-direct-pagina een uitwerking te vinden van de voorwaarden en spelregels bij huur-direct woningen. De uitwerking is in de praktijk als volgt vorm gegeven. Wanneer een woning die op de reguliere wijze is gepubliceerd, geen kandidaten heeft opgeleverd, dan kan de verhuurder de woning plaatsen in de huur-direct rubriek. Van enkele woningen/complexen is bekend dat er weinig tot geen kandidaten op reageren. In dat geval wordt de woning direct geplaatst in de huur-directrubriek. Bij de volgordebepaling wordt voorrang gegeven aan huishoudens die wel over een binding beschikken en waar gezien huishoudgrootte en leeftijd sprake is van passende huisvesting. In de Woningkrant wordt de toewijzing van huur-direct verantwoord. In krantrapportages en kwartaalrapportages zijn de huur-direct woningen herkenbaar.
2. Het aandeel huur-direct woningen stijgt, maar ten opzichte van het (ook stijgende) totaal aantal aangeboden woningen minimaal. In 2003 werden 24 huur-direct woningen geadverteerd en dat was 0,4% van het totale woningaanbod. In 2004 (t/m 3e kwrt) zijn er 34 huur-direct woningen geadverteerd en dat is 0,7% van het totale woningaanbod. Het merendeel van de huur-direct woningen wordt verhuurd aan woningzoekenden die voldoen aan de reguliere eisen en voorwaarden zoals in de huisvestingsverordening is vermeld. Gezien deze ontwikkeling deelt het college de zorg niet.
3. De woningtoewijzing van huur-direct woningen vindt binnen het Aanbodsysteem geautomatiseerd plaats. De toewijzingen worden verantwoord in de Woningkrant en op internet.
4. Er geldt geen maximum. Gelet op het kleine aantal huur-direct woningen wordt een afspraak voor maximering met de corporaties op dit moment niet nodig geacht.
5. Neen, urgentie telt niet mee bij de volgordebepaling. De woningen worden in deze fase niet meegeteld bij 5% regeling. Omdat de meeste woningen wel eerst op een reguliere wijze zijn aangeboden, zijn urgenten wel in de gelegenheid geweest om op de woning met gebruikmaking van de urgentie te reageren.
6. De gemiddelde oudere heeft een duidelijke voorkeur voor nieuwere complexen, zoals Nieuw-Plettenburgh, Nieuw-Bleyenburg, complex Tolsteeg en Rubenslaan. Oudere complexen genereren minder of zelfs geen reacties. Deze woningen worden eerst regulier in de WoningKrant gepubliceerd. Indien dat geen kandidaten oplevert worden de woningen via huurdirect aangeboden en daarna eventueel direct aan anderen (die aan de vergunningvereisten voldoen).
7. Gelet op bovenstaande wordt een onderzoek niet nodig geacht.


---- --