Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over veiligheid in de horeca

Antwoorden op kamervragen over veiligheid in de horeca

20 december 2004

Vragen van het lid Externe link Van der Ham (D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de staatssecretarissen van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken over veiligheid in de horeca.
---

Vraag 1
Wat is uw reactie op het projectverslag Veiligheid Horeca 2003 van de Arbeidsinspectie waarin veel overtredingen zijn geconstateerd van belangrijke regels over veiligheid? Wat is er sinds het uitkomen van het projectverslag gebeurd? Deelt u de constatering dat de horeca te weinig onderneemt om aan deze regels te voldoen?

Antwoord 1
Veiligheid in de horeca verdient aandacht, daarom zijn sinds het uitkomen van het projectverslag diverse maatregelen doorgevoerd in het arboconvenant dat betrekking heeft op werkdruk, zoals een standaard risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) met daarin aandacht voor veiligheidsonderwerpen. Betreffende RI&E is door de onafhankelijke netwerkorganisatie Arbo Platform Nederland (dat is ingesteld door SZW voor praktische arbokennis) erkend als branche RI&E. Hiermee kan de horeca meer doen om de veiligheid te vergroten. Ook is na het uitkomen van het rapport de brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) door de Arbeidsinspectie over de uitkomsten geïnformeerd.

Vraag 2
In hoeverre heeft het rapport een rol gespeeld bij de totstandkoming van het eindrapport «Heldere Horecaregels» dat op 19 oktober 2004 werd uitgebracht? In hoeverre is de horeca aangesproken op het massaal negeren van belangrijke regelgeving op het gebied van veiligheid?

Antwoord 2
Het rapport "Heldere Horecaregels" is uitgebracht in het kader van het project Aanpak Strijdige Regels van het ministerie van Economische Zaken. Dit project heeft tot doel strijdigheden in de regels die ondernemers ervaren op te lossen. Er zijn acht sectorgerichte werkgroepen in gemeenten aan de slag gegaan, waaronder drie gericht op de horeca, waarin gemeentelijke handhavers en vergunningverleners, rijksinspectiediensten (Arbeidsinspectie, Voedsel en Warenautoriteit en VROM-inspectie) gezamenlijk met ondernemers oplossingen formuleerden voor concrete strijdigheden. Daarnaast zijn structurele oplossingen aangedragen om strijdigheden in de toekomst te voorkomen. In het project zijn gestelde veiligheidseisen voor de horeca meegenomen daar waar ze mogelijke strijdigheden vertoonden, waarbij het uitgangspunt de door ondernemers in 2003 gemelde strijdigheden bij het "Meldpunt strijdige regels" was. De gemelde (en later aangepakte) strijdigheden met betrekking tot horeca en veiligheid hadden betrekking op brandblusmiddelen in de keuken van horecaondernemingen. Het verslag "Veiligheid Horeca 2003" is in deze context niet integraal relevant, want het is een verslag van een project dat zich richt op handhaving, naleving van wet- en regelgeving en arbo-aspecten. Het verslag is daarom niet integraal meegenomen. In de bovengenoemde werkgroepen is wel de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers voor de naleving van regels nadrukkelijk aan de orde geweest. Daarbij is aandacht besteed aan de wijze waarop de overheid ondernemers kan ondersteunen in het doorgronden van het pallet aan regels. Deze aanpak in sectorgerichte werkgroepen met ondernemers heeft bijgedragen aan een beter inzicht en betere stroomlijning van regels en eisen. Dit heeft een positief effect op de bereidheid en het vermogen tot naleving van regels door ondernemers. Dat laat onverlet dat in het kader van de modernisering van de algemene regels die krachtens de Wet milieubeheer zijn gesteld aan onder meer horeca-inrichtingen, zal worden bezien of het instandhouden van regels met betrekking tot (brand)veiligheid in die regels noodzakelijk is. Niet uitgesloten is dat krachtens andere wet in voldoende mate in de doelstelling van die regels wordt voorzien.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het gevaar dreigt dat door de focus op het terecht afschaffen en vereenvoudigen van regels de focus op het naleven van regelgeving op het gebied van veiligheid door de horeca verslapt? Zijn er ondernemers die op dit punt een verkeerde keuze maken?

Antwoord 3
Nee, er is geen aanleiding te veronderstellen dat door de focus op de kwaliteit van de regelgeving de aandacht voor de veiligheid in de horeca verslapt. De projecten die in het kader van de "Aanpak Strijdige Regels" zijn uitgevoerd, hadden niet tot gevolg dat een horecaondernemer minder aandacht gaf aan veiligheid. Daarbij ben ik van mening dat de bereidheid tot het naleven van wetsregels door ondernemers juist toeneemt als gevolg van een betere afstemming van de regels op elkaar, een goede coördinatie tussen de betrokken overheidsinstanties en het terugbrengen van de regels tot de echt belangrijke verplichtingen.

Vraag 4
Heeft u in de gesprekken met de horeca over vereenvoudiging van de regelgeving resultaatsverplichtingen geëist inzake het sneller en adequater nakomen van de regels over bijvoorbeeld brandblusmiddelen en CO2-cilinders?

Antwoord 4
Er zijn geen afspraken met de horeca gemaakt over het beter naleven van de regels m.b.t. brandblusmiddelen en CO2-cilinders. Het maken van afzonderlijke afspraken is ook niet nodig, aangezien gemeenten een heldere toezichtstaak op dit gebied hebben, evenals de Arbeidsinspectie. Op deze onderwerpen lopen de verschillende instanties elkaar niet voor de voeten: de brandweer concentreert zich op de brandblusmiddelen en de Arbeidsinspectie op de CO2-cilinders. Doel is om verschillende vormen van overheidsoptreden op elkaar af te stemmen en niet om via deze weg concrete handhavingsacties uit te voeren. Dit is in het kader van het project `Veilige regels' ook gebeurd. Zoals hiervoor aangegeven laat dit onverlet dat de gemeenten belast zijn met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Wet milieubeheer gegeven voorschriften, waaronder die van het Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer. In een krachtens die wet gegeven vergunning worden en in genoemd besluit zijn eisen met betrekking tot (brand)veiligheid gesteld. Genoemd besluit geeft eisen met betrekking tot brandblusmiddelen en CO2-cilinders.

Vraag 5
Is bekend hoeveel (dodelijke)ongelukken zich met CO2-cilinders hebben voorgedaan? Deelt u de mening dat er geen blijk wordt gegeven van een actieve houding van de ondernemers op dit punt, als uit het rapport blijkt dat in 2002 47% van de ondernemers de veiligheidsregels blijkt te hebben overtreden en in 2003 48%?

Antwoord 5
Ondernemers zijn op basis van de Arbowet verplicht ernstige(dodelijke) ongevallen te melden bij de Arbeidsinspectie. Sinds 1997 zijn geen ernstige arbeidsongevallen met CO2-cilinders in de horeca bij de Arbeidsinspectie gemeld. Gelet op de cijfers van 2002 en 2003 blijkt er geen significante verbetering of verslechtering te constateren in de naleving van de veiligheidsregels, waarbij ik de kanttekening plaats dat een recente verandering al kan zijn opgetreden, want de Arbeidsinspectie beschikt niet over recentere gegevens die kunnen aangeven of de horeca meer aandacht aan de veiligheidsregels besteed. Echter als gevolg van de doorgevoerde maatregelen zoals onder antwoord
1 genoemd, mag een verbetering worden verwacht.

Vraag 6
Acht u de controle op de veiligheid in de Horeca door de gemeenten voldoende? Constateert u hier een verslapping van de aandacht?

Antwoord 6
Er is mij niet gebleken dat de veiligheid in de horeca van de gemeenten minder aandacht heeft gekregen.