toezeggingen AO uitbreiding d.d. 24 november 2004
Kamerbrief inzake toezeggingen AO uitbreiding d.d. 24 november 2004
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 22
Den Haag
Directie West- en Midden-Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
20 december 2004
Behandeld
Wiesje Elfferich
Kenmerk
DWM-978/04
Telefoon
348 4080
Blad
1/5
Fax
348 6233
Bijlage(n)
Email wiesje.elfferich@minbuza.nl
Betreft
Toezeggingen AO Uitbreiding d.d. 24 november
In het Algemeen Overleg Uitbreiding van 24 november jl. heb ik
toegezegd een aantal vragen schriftelijk te beantwoorden. Het betreft
vragen van de kamerleden Van der Vlies (SGP) en Rouvoet (CU) inzake:
- Weeshuizen en psychiatrische patiënten in Roemenië;
- Teruggave van kerkgoederen van de Hongaarse gereformeerde
kerk in Roemenië;
- Godsdienstvrijheid in Bulgarije en Roemenië.
Graag bied ik u hierbij de antwoorden op deze vragen.
Weeshuizen, psychiatrische zorg en teruggave kerkgoederen in Roemenië
Weeshuizen en adoptie
Wat betreft de weeshuizen in Roemenië kan sinds 2001 een trend worden
vastgesteld, in die zin dat het aantal kinderen dat wordt geplaatst in
een inrichting, mede op grond van lichamelijke of verstandelijke
handicaps, is afgenomen. Op basis van ook door de Europese Commissie
en UNICEF gebruikte cijfers zou het thans nog gaan om 30.000 kinderen,
tegen 37.000 in 2003. Daarnaast hebben de `kindertehuizen oude-stijl',
grote anonieme complexen met slechte voorzieningen, plaatsgemaakt voor
kleinere, "family-type" opvangeenheden. Dit duidt op onderkenning van
het probleem en deklaarblijkelijke wens het probleem aan te pakken. In
het Regular Report 2004 constateert de Europese Commissie dan ook
voortgang in bescherming van de rechten van het kind.
Internationaal is er nog wel enige kritiek op het adoptiebeleid van de
Roemeense regering. Die richt zich vaak op een moratorium dat de
Roemeense regering enige jaren geleden heeft ingesteld op buitenlandse
adopties, om een einde te maken aan adoptiepraktijken, die grensden
aan mensenhandel. Door dat moratorium en door nieuwe wetgeving die per
januari 2005 in werking treedt, wordt buitenlandse adoptie welhaast
onmogelijk. Diverse lobbygroepen - mede namens potentiële
adoptief-ouders - menen echter dat de nieuwe wet te streng is. Volgens
mijn informatie voldoet zowel het moratorium als de nieuwe wet aan
internationale verdragsrechtelijke verplichtingen; zij stellen het
belang van het kind (opgroeien bij eigen familie, in eigen omgeving)
centraal.
Het beleid is nu gericht op terugplaatsing van kinderen in de
ouderlijke familie of Roemeense adoptiegezinnen. Daarnaast is er
preventief beleid: door onder andere versterking van de rol van
moeder- en babycentra, consultatiebureaus etc. Hierdoor wordt redelijk
succesvol getracht het aantal "weeskinderen" teverminderen. De gestage
verbetering van de koopkracht in Roemenië draagt daaraan bij. In haar
Regular Report van oktober 2004 beveelt de Europese Commissie aan om
extra aandacht te schenken aan de bevordering van contacten van ouders
met hun kinderen indien die in tehuizen zijn geplaatst en aan opbouw
van capaciteit voor juiste toepassing van de nieuwe regelgeving met
betrekking tot internationale adoptie.
In het kader van onder andere het Matra Programma voor
maatschappelijke transformatie in Midden- en Oost-Europa heeft
Nederland een drietal projecten gesteund dat zich in het bijzonder
richt op de terugdringing van niet noodzakelijke opname in tehuizen en
op verbetering van de positie van kinderen binnen die tehuizen.
Psychiatrische ziekenhuizen
Nog in de winter 2003/04 zijn in de beveiligde psychiatrische kliniek
Poiana Mare 18 patiënten overleden wegens de zeer slechte
levensomstandigheden. Amnesty International bracht mede naar
aanleiding daarvan in mei 2004 een alarmerend rapport uit over de
situatie in de psychiatrische ziekenhuizen (berichten over mensen
zonder kleren, verwarming of voedsel, berichten over medicatie zonder
medisch dossier). Het Roemeense ministerie van Gezondheidszorg is
naar aanleiding hiervan begonnen met controles en verbetering van de
situatie. De situatie verbetert, maar is nog immer niet rooskleurig.
Het Roemeense ministerie voor volksgezondheidszorg kwam (onder druk
van maatschappelijke discussie) in zomer 2004 met een notitie over
noodzakelijke maatregelen voor rehabilitatie van de psychiatrische
zorgverlening, met het voorstel daartoe een aparte budgetlijn te
starten. Voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van de maatregelen
werd een speciale ministeriële commissie ingesteld. Volgens het
ministerie zijn al enige resultaten geboekt, zoals de verbetering van
de voedselvoorziening; een herstructurering en modernisering van
beveiligde inrichtingen, waaraan verbonden een salarisverhoging voor
het personeel van de psychiatrische instellingen. Ook is het totale
patiëntenbestand van alle inrichtingen doorgelicht. Op de langere
termijn streeft het ministerie naar bevordering van het aantal open
inrichtingen en ambulante dienstverlening.
Niettemin constateert de Europese Commissie in haar Regular Report
2004 nog slechte levensomstandigheden en overbevolking in Roemeense
psychiatrische ziekenhuizen. Technische en financiële assistentie door
de Europese Unie is in voorbereiding, onder andere in de vorm van een
project voor het ontwerpen van een actieplan voor de hervorming van de
Roemeense psychiatrie. Nederland draagt aan dat beleid bij in het
kader van een aantal door Matra gefinancierde projecten.
Teruggave kerkgoederen van de Hongaarse gereformeerde kerk in
Roemenië
In het voorjaar van 2004 is over deze materie een onderzoeksrapport
gepresenteerd. Volgens dit rapport, "The restitution process of the
properties belonging to the minority religions from Romania", zijn in
totaal sinds 3 maart 2004 ruim 7300 verzoeken om teruggave ingediend.
De stand van zaken per 1 maart 2004 was:
Denominatie verzochte
restitutie gehonoreerd
Grieks-Katholiek 2207
9
Joods
1809 18
Rooms-Katholiek
992 94
Hervormd
899 105
Roemeens-Orthodox
770 83
Evangelisch
690 12
De laatste stand wat betreft de teruggave van goederen van de
Gereformeerde Kerk (zowel de Hongaarse in Transsylvanië, als de Duitse
in Piatra Craiului) per 1 december 2004is 120 gehonoreerde aanvragen,
waarvan 75 uit Transsylvanië en 45 uit Piatra Craiului.
Door middel van een Klein Ambassade Project draagt Nederland bij aan
het proces van teruggave van kerkgoederen in Roemenië ("Raising public
awareness on ethnic minority issues"), uitgevoerd door het Resource
Centre for Etnocultural Diversity in samenwerking met het Instituut
voor Recente Roemeense Geschiedenis (IRIR, waarbij oud-Ambassadeur
Coen Stork nauw betrokken is). Hierdoor kan het proces nauwlettend
worden gevolgd.
Godsdienstvrijheid in Roemenië en Bulgarije
Roemenië
De vrijheid van religie wordt door de Roemeense Grondwet gegarandeerd.
Een decreet uit 1948 vormt de wettelijke basis voor
kerkgemeenschappen. De Europese Commissie constateert in haar Regular
Report 2004 dat in de praktijk het recht op godsdienstvrijheid wordt
gerespecteerd. Er zijn 16 erkende religies in Roemenië, waaronder de
Jehovah's Getuigen en de Roemeense Evangelische Kerk (die in het
afgelopen jaar werden erkend). De Roemeense overheid registreert
daarnaast religieuze groeperingen die zij niet formeel erkent als
religieuze of culturele organisatie. Deze groeperingen ondervinden
over het algemeen geen belemmeringen bij hun activiteiten, maar
genieten niet de wettelijke en financiële privileges die erkende
religies wel hebben.
In de praktijk heeft de Roemeens-Orthodoxe kerk, de grootste
geloofsgemeenschap in Roemenië, een zekere zelfstandige macht, ook
financieel, vanwege onder meer de bijdragen die de Roemeense overheid
aan alle erkende religies verleent. Een bepaalde mate van kerkelijke -
en sociale - druk op Roemeense gelovigen om zich niet van het
Roemeens-Orthodoxe geloof af te keren en alternatieve religieuze paden
te bewandelen is dan ook zeker aanwezig.
Enkele niet-erkende groeperingen opereren met enige beperkingen. Een
aantal 'Spirituele Bewegingen' als de Falung Gong en de `Movement for
Spiritual Integration in the Absolute' (MISA) staat op de lijst van
een van de Roemeense geheime diensten (S.R.I.) en wordt soms in hun
doen en laten beperkt. Zo heeft de politie in maart 2004 de leider en
sommige aanhangers van MISA aangehouden en in maart 2003 een einde
gemaakt aan een demonstratie van de Falung Gong.
De Roemeens-Orthodoxe kerk heeft de erkenning van de 'Jehova's
Getuigen' met enige argwaan gadegeslagen. Zij beschouwt de getuigen
als een sekte die het rechte geloof van orthodoxe Roemenen in gevaar
kan brengen. In de loop der jaren zijn verschillende gevallen
gesignaleerd van inmenging van - in het bijzonder lokale -
autoriteiten in de activiteiten van de Jehova's getuigen.
Bulgarije
De vrijheid van godsdienst is verankerd in de Bulgaarse grondwet. Zij
wordt in Bulgarije over het algemeen gerespecteerd. Desalniettemin
geeft de wet ex lege erkenning van uitsluitend de Bulgaars Orthodoxe
kerk. Dat voorrecht kennen andere kerkgenootschappen niet. Dit
privilege staat ter discussie.
De Europese Commissie signaleert in haar Regular Report 2004 dat
enkele problemen zijn opgetreden bij de registratie van
kerkgenootschappen ten gevolge van onduidelijkheden in de wet.
Kerkgenootschappen, anders dan de Bulgaars-Orthodoxe kerk, dienen zich
namelijk als rechtspersoon te registreren. De Parlementaire Assemblee
van de Raad van Europa heeft begin 2004 aanbevolen desbetreffend
wetsartikel (de wet inzake religie en kerkgenootschappen uit 2002) aan
te passen.
Terzijde moet nog worden vermeld dat er binnen de Bulgaars-Orthodoxe
Kerk een dispuut woedt over de kerkelijke eigendommen, dat voortvloeit
uit een in 1992 ontstaan schisma. In haar Regular Report beveelt de
Europese Commissie aan om de eigendomsrechten van lokale kerken
duidelijker in de wet vast te leggen. De volgelingen van de
"alternatieve patriarch" hebben zich onlangs tot het Europese Hof voor
de Rechten van de Mens gericht met een verzoek om een uitspraak over
de geschillen binnen de Bulgaars Orthodoxe Kerk. Het Hof heeft zich
nog niet uitgesproken over de ontvankelijkheid van de klacht.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Buitenlandse Zaken