om actuele situatie in Soedan
Kamerbrief inzake verzoek om actuele situatie in Soedan
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Sub-Sahara Afrika
Afdeling Midden- en Oost-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
20 december 2004
Behandeld
Stella Kloth
Kenmerk
DAF-1318/04
Telefoon
070-3485045
Blad
1/5
Fax
070-3486607
Bijlage(n)
Stella.kloth@minbuza.nl
Betreft
Uw verzoek inzake actuele situatie in Soedan
Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 16
december 2004 met kenmerk 04-BuZa-84 inzake de actuele situatie in
Soedan. Daarbij wordt zowel ingegaan op de onderhandelingen tussen de
regering van Soedan en de Sudan People's Liberation Movement/Army
(SPLM/A) over een noord-zuid akkoord als op de ontwikkelingen in
Darfur.
Noord-Zuid
Het noord-zuid vredesproces heeft ernstige vertraging opgelopen. Op 7
oktober 2004 zijn de regering van Soedan en de SPLM in Nairobi onder
auspiciën van IGAD pas weer bij elkaar gekomen nadat op 28 juli 2004
was besloten de besprekingen op te schorten. Het was de bedoeling dat
een definitieve vredesregeling in het najaar gereed zou zijn, maar de
besprekingen in Naivasha kwamen zo goed als stil te liggen door de
Darfur-crisis, waardoor een perspectief op een spoedige oplossing van
de conflicten en daarmee op beëindiging van het menselijk lijden
dreigde weg te vallen. Eerst onder grote internationale druk kwamen de
partijen in november overeen om het onderhandelingsproces voort te
zetten.
Tijdens de speciale Veiligheidsraadzitting in Nairobi werd op 19
november 2004 Resolutie 1574 met unanimiteit aangenomen. In de
resolutie wordt het MoU van dezelfde datum tussen de regering van
Soedan en de SPLM verwelkomd. In dat MoU zeggen de partijen toe voor
het einde van het jaar een alomvattend vredesakkoord te ondertekenen.
De EU heeft tijdens de zitting van de VR in Nairobi een verklaring
uitgesproken waarin resolutie 1574 wordt verwelkomd, maar naast het
overleg tussen noord en zuid ook nadruk wordt gelegd op de situatie in
Darfur.
In Veiligheidsraadresolutie 1574 wordt gepleit voor het snel ter
beschikking komen van het zgn. "vredesdividend", dat door de
internationale gemeenschap kan worden verleend na ondertekening van
een allesomvattend vredesakkoord, dat wil zeggen een regeling tussen
noord en zuid, te ondertekenen in Nairobi, en een regeling inzake
Darfur, te ondertekenen in Abuja. Daarnaast wordt in
Veiligheidsraadresolutie 1574 de basis versterkt voor de vredesmacht
United Nations Advance Mission in Sudan (UNAMIS), waarvoor door de
internationale gemeenschap eveneens een grote inspanning zal moeten
worden verricht. De toekomstige VN-vredesoperatie in Soedan zal moeten
toezien op de naleving van het noord-zuid vredesakkoord.
In het MoU dat de regering en de SPLM/A op 19 november jl. hebben
ondertekend, verbinden de twee partijen zich om een vredesakkoord vóór
31 december aanstaande te ondertekenen. Op 6 december jl. zijn de
onderhandelingen hervat. Hierbij zijn de hoofdonderhandelaars,
vice-president Taha en de SPLM-leider Garang, aanwezig.
De belangrijkste onderdelen waarover overeenstemming moet worden
bereikt tussen noord en zuid zijn een plan van uitvoering voor het
vredesakkoord en het Ceasefire Arrangement. Voornaamste knelpunten bij
de onderhandelingen over de laatste onderdelen zijn de financiering
van het zuidelijke leger als onderdeel van de nationale krijgsmacht,
en de reintegratie van milities in het nationale leger. Hoewel er
goede voortgang wordt gemaakt, blijft ondertekening voor het einde van
het jaar onzeker. Zoals reeds aangegeven in de brief over de reis van
eerste ondergetekende aan uw Kamer van 29 oktober 2004 is spoedige
ondertekening van een alomvattend vredesakkoord niet alleen essentieel
om het conflict tussen noord- en zuid-Soedan te beslechten, maar ook
voor vrede in Darfur. Met de nieuw te vormen overgangsregering kan een
noord-zuid vredesakkoord als basis dienen om gemarginaliseerde regio's
in Soedan te integreren.
Op 13 december jl. riepen de Ministers van Buitenlandse Zaken van de
EU de Soedanese regering en de SPLM/A op de onderhandelingen over een
vredesakkoord tussen noord- en zuid-Soedan uiterlijk 31 december 2004
af te ronden, zoals toegezegd in de speciale zitting van de
VN-Veiligheidsraad in Nairobi. Daarbij benadrukten de Ministers van
Buitenlandse Zaken ook dat een spoedige ondertekening en snelle
uitvoering van een dergelijk akkoord een basis zou kunnen creëren voor
pogingen om andere gemarginaliseerde regio's van Soedan te integreren,
en een nieuwe politieke coalitie voor vrede zou kunnen voortbrengen.
De EU toonde zich bereid om politieke en materiële steun te bieden
voor post-conflict wederopbouw in Soedan, zodra de vrede hersteld is.
Darfur
De veiligheidssituatie in Darfur is aanzienlijk verslechterd. Beide
partijen schenden de overeenkomsten inzake het staakt-het-vuren van
N'Djamena en Abuja voortdurend. Ook na 11 december jl., de dag waarop
de onderhandelingen in Abuja van start zijn gegaan, duren aanvallen -
waaronder luchtbombardementen - van het Sudanese leger voort, evenals
aanvallen van de Sudan Liberation Movement (SLM) en de Justice and
Equity Movement (JEM) op politie en leger. Door deze nieuwe golf van
geweld dreigen de door de Afrikaanse Unie (AU) geleide
onderhandelingen in Abuja te mislukken. Nederland is als EU-voorzitter
bij het grootste deel van de onderhandelingen aanwezig geweest. Op 19
dezer heeft de regering van Soedan nogmaals toegezegd de militaire
operaties te zullen beperken, maar uit berichten uit Darfur blijkt dat
het geweld aanhoudt.
Tijdens de recente reis van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking
naar Eritrea is een krachtige boodschap aan de rebellen afgegeven om
zich te houden aan het staakt-het-vuren en te goeder trouw en met
urgentie in Abuja te komen tot een duurzame politieke oplossing voor
Darfur. De minister van Buitenlandse Zaken blijft uit naam van het
voorzitterschap van de EU druk uitoefenen op de regering in Khartoem.
De EU heeft op de vergadering van de RAZEB op 13 december jl. haar
standpunt nog eens duidelijk vastgelegd. De partijen worden opgeroepen
zich te houden aan de afspraken zoals neergelegd in het
staakt-het-vuren van N'Djamena en Abuja, in de
VN-Veiligheidsraadresoluties en in de Raadsconclusies. Indien geen
zichtbare vooruitgang wordt geboekt zal de EU gerichte
sanctiemaatregelen overwegen. Daarnaast doet de "International
Commission for Inquiry" thans onderzoek naar schendingen van
internationaal humanitair recht en mensenrechten in Darfur, waarbij
ook onderzocht wordt of er sprake is van genocide. Naar verwachting
zal deze commissie begin 2005 met het eindrapport komen.
De missie van de Afrikaanse Unie in Darfur
Naast het uitoefenen van druk op alle partijen steunen de EU en
Nederland de waarnemersmissie van de AU in Darfur. De ontplooiing van
de tweede missie van de AU (AMISII) verloopt niet zonder logistieke
problemen. Wel zijn thans ruim 800 leden van de beschermingsmacht en
100 waarnemers in Darfur aanwezig. Als de ontplooiing is voltooid zal
de totale missie moeten bestaan uit ca. 3300 personen. De EU heeft
EUR80 miljoen uit het "African Peace Facility" voor AMISII beschikbaar
gesteld. Nederland steunt AMISII met EUR5,5 miljoen. Dit geld is
bestemd voor de aanschaf van communicatie-apparatuur en voor
ondersteuning van de "Darfur Integrated Taskforce" (DITF). Tevens
maakt een Nederlandse waarnemer deel uit van AMIS II en ondersteunt
een Nederlandse planner de DITF.
Humanitair
Zowel in Darfur als in de rest van Soedan blijft de behoefte aan
humanitaire hulp onverminderd groot. De toegang voor humanitaire
hulpverleners wordt bemoeilijkt door de verslechterde
veiligheidssituatie. Bovendien stijgt hierdoor het aantal ontheemden.
EU en lidstaten hebben inmiddels ruim EUR 326 miljoen bijgedragen ter
leniging van de humanitaire noden in heel Soedan. De EU overweegt de
financiële steun te verhogen. Nederland heeft voor de Darfur-crisis
vanaf eind december 2003 een bijdrage geleverd van EUR 28,15 miljoen.
Daarnaast heeft Nederland in 2004 voor de rest van Soedan een budget
beschikbaar gesteld van EUR 22,5 miljoen. Daarmee is Nederland, samen
met VS, VK en EU, één van de grootste donoren in Soedan.
Het Nederlandse beleid in de komende periode
Ondanks Veiligheidsraadsresoluties en de inspanningen van de VN, de AU
en de EU en een groot aantal niet-gouvernmentele organisaties, blijft
de situatie in Darfur onverminderd ernstig. Het menselijk lijden duurt
voort en blijven dagelijks vele slachtoffers vallen door honger en
geweld. De akkoorden van N'djamena en Abuja en de thans in gang zijnde
nieuwe ronde van vredesonderhandelingen in Abuja hebben niet het
gewenste resultaat opgeleverd. Het door Nederland als EU-voorzitter
gevolgde beleid zal dan ook onverminderd moeten worden voortgezet
waarbij de speerpunten zijn;
1. druk op de in Nairobi onderhandelende partijen om het
vredesakkoord tussen noord en zuid zo spoedig mogelijk te tekenen;
2. druk op de in Abuja onderhandelende partijen om onverwijld
een einde te maken aan het geweld, om de bepalingen van de akkoorden
van N'djamena en Abuja stipt na te leven en z.s.m. tot vredesakkoord
te komen;
3. het verlenen van financiële, logistieke en personele steun
aan de missie van de AU in Darfur;
4. het op ruime schaal verschaffen van humanitaire hulp;
5. het bevorderen van een eensgezinde opstelling van de
internationale gemeenschap, i.h.b. de VN, de AU, de VS en de EU.
De vooruitzichten op een vredesakkoord tussen noord en zuid zijn thans
goed, waarmee een einde aan dit reeds meer dan veertig jaar slepend
conflict in Soedan in zicht is. Maar de perspectieven voor spoedige
vrede in Darfur zijn veel minder goed en de internationale
inspanningen zullen zich dan ook in sterke mate op Darfur moeten
blijven richten. De totstandkoming van vrede tussen noord en zuid zal
een belangrijke bijdrage leveren aan het scheppen van nieuwe
verhoudingen waarin vrede in Darfur bereikbaar wordt. Een
interim-regering in Khartoem zal met kracht naar vrede in Darfur
streven. Maar er kan niet gewacht worden op die interim-regering en de
internationale gemeenschap zal het in de bovenstaande vijf punten
samengevatte beleid moeten voort zetten. In EU-verband werd reeds in
1994 een wapenembargo tegen de regering van Soedan afgekondigd. Eerder
werd de structurele ontwikkelingssamenwerking met Soedan reeds in 1991
beëindigd. Inmiddels is besloten om te onderzoeken of aanvullende
sancties een bijdrage kunnen leveren aan het opvoeren van de druk op
de strijdende partijen.
De regering zal op actieve wijze voortgaan met het uitoefenen van druk
op de regering van Soedan en op de rebellen. Aan het menselijk lijden
dient op de kortst mogelijk termijn een einde te worden gemaakt. Beide
ondergetekenden en ook de Minister van Defensie hebben in het
afgelopen jaar indringende gesprekken met de Soedanese regering
gevoerd, waarbij confrontaties niet uit de weg zijn gegaan. Voorts
heeft Nederland aangegeven direct en op ruime schaal te willen
bijdragen aan het herstel van Darfur nadat de vrede getekend is. Het
Nederlandse beleid zal ook in de komende periode worden gekenmerkt
door het in samenhang uitoefenen van druk en het bijdragen aan het
scheppen van een perspectief op een betere toekomst voor Soedan nadat
de vredesakkoorden tussen noord en zuid tot stand gekomen zijn en de
situatie in Darfur zich heeft gestabiliseerd.
De Minister De
Minister
van Buitenlandse Zaken, voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B.R. Bot
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Ministerie van Buitenlandse Zaken