Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

http://www.minlnv.nl

MINLNV: Consumenten over ontsmetten van pluimveevlees

20 december 2004

Consumenten over ontsmetten van pluimveevlees

Mag kippen- en kalkoenvlees ontsmet worden om zo voedselvergiftiging door de ziekmakende bacteriën salmonella en campylobacter te voorkomen? En zo ja, welke methode is daarvoor het meest geschikt: doorstralen, een hittebehandeling, chloreren of een melkzuurbehandeling? Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is zeer benieuwd naar de mening van consumenten hierover en vroeg daarom het Consumentenplatform zich over deze vragen te buigen. De overheid en bedrijfsleven proberen al jaren de besmettingen met salmonella en campylobacter terug te dringen. De besmettingen zorgen voor ongeveer 20% van het totale aantal voedselvergiftigingen. Het ministerie vraagt zich af of ontsmetting (decontaminatie) van kippen- en kalkoenvlees een goede manier is om de bacteriën definitief het hoofd te bieden. Voorafgaand aan de bijeenkomst van het Consumentenplatform werden dezelfde vragen gesteld aan drie .consumentenpanels.. De panels bestonden elk uit ongeveer vijftien mensen onderverdeeld in een gemengd panel, een panel uit de risicogroep (zoals zwangere vrouwen) en een allochtoon panel. De hittebehandeling als ontsmettingsmethode kon op de meeste sympathie van de consumenten rekenen. Het Consumentenplatform en de consumentenpanels over de behandeling met chloor: .Gechloreerde kip? Dat moet ik niet!. Het ministerie van LNV neemt de meningen van het Consumentenplatform en de panels mee in bijvoorbeeld de onderhandelingen die op dit moment gaande zijn in de Europese Unie over dit onderwerp.

Het ontsmetten van pluimveevlees door middel van een hittebehandeling had zoals gezegd de voorkeur. Meer dan de helft (58%) van de ondervraagden leek dit een goede methode. Ook doorstralen kon op instemming rekenen (13%), maar de melkzuurbehandeling (9%) en de behandeling met chloor (1%) leek de consumenten niets. Men was bang dat de kip van kleur zou veranderen en er anders uit zou smaken. Een ander deel had geen mening (19%) of was zelf tegen ontsmette kip (.Dan ga ik kip boycotten.). Tijdens de bespreking van deze resultaten in het Consumentenplatform liepen de meningen over de methode uiteen. Men pleitte bijvoorbeeld voor een methode die in tropische landen wordt gebruikt, het wassen van het vlees met citroen en zout. Aan de andere kant vonden een paar leden dat elke methode gebruikt zou kunnen worden, zolang de methode zeker veilig was en men er niets van zou zien of proeven.

De resultaten van het consumentenonderzoek zijn te vinden op www.minlnv.nl/consumentenplatform. Het verslag van de bijeenkomst van het Consumentenplatform zal hier binnenkort ook te vinden zijn.

ANDERE RESULTATEN UIT HET ONDERZOEK
Uit de consumentenpanels kwam naar voren dat men vindt dat de producent het meest verantwoordelijk is voor veilig vlees (69%), gevolgd door de supermarkt en slager (62%), de overheid (53%), het slachthuis (52%) en de boer (43%). Ook de consument werd verantwoordelijk geacht: 43%. Het Consumentenplatform vond dat er meer verantwoordelijkheid bij de consument zelf lag. Want, zo vond men, kip op zich is niet onveilig, kip wordt onveilig door onjuist gebruik, zoals te lang op het aanrecht laten liggen, onvoldoende verhitting in de pan, gebruik van vieze snijplanken.

Over de vraag of de supermarkten twee soorten pluimveevlees moesten gaan aanbieden, ontsmet en niet ontsmet, liepen zowel bij de consumentenpanels als bij het Consumentenplatform de meningen uiteen. Men vreesde dat ontsmet vlees duurder zou worden dan niet ontsmet vlees. Zou de ontsmetting van kippen- en kalkoenvlees ingevoerd worden, dan zou het daarom voor al het pluimveevlees moeten gelden. Tegelijkertijd vonden zowel de mensen in de consumentenpanels als de leden van het platform dat de keuzevrijheid behouden moest worden.

In zijn algemeenheid geldt dat de consumenten vonden dat de overheid meer moet voorlichten over de gevaren van salmonella of campylobacter. Ook moet de overheid goed gaan voorlichten over de eventueel gekozen ontsmettingsmethode. De vraag was echter wel of het zou helpen om op het etiket te zetten of het vlees ontsmet was of niet. Eén van de consumenten verwoordde het als volgt: .Het is goed dat er een waarschuwing op het etiket staat, maar ik lees het nooit.. Iemand anders: .Kip moet veilig zijn, dat moet erop staan. Hoe dat gebeurt hoef ik niet te weten.. Overigens vonden sommige van de ondervraagden dat de herkomst van de kip (het liefst Nederlands) belangrijker is dan het feit dat een kip wel of niet ontsmet was.

ACHTERGRONDINFORMATIE CONSUMENTENPLATFORM
Het Consumentenplatform, ingesteld door de minister van LNV, kwam voor het eerst bijeen in 2002 met als doel de wensen en zorgen van consumenten in kaart te brengen over de onderwerpen waarmee het ministerie van LNV zich bezighoudt, zoals voedselkwaliteit. Het ministerie gebruikt deze wensen en zorgen om bestaand beleid aan te passen of bij het opzetten van nieuw beleid. Het Consumentenplatform is nu negen keer bijeen geweest.

Het Consumentenplatform bestaat uit een aantal zorgvuldig gekozen leden (onder anderen een wetenschapper, een trendwatcher, een consumentendeskundige, een publicist en een kok) die bij elkaar komen om over een actueel thema te discussiëren. De bijeenkomsten van het Consumentenplatform zijn vertrouwelijk, de verslagen zijn openbaar en staan op de website van LNV. De leden spreken op persoonlijke titel en niet als woordvoerder namens een organisatie. De thema.s van het platform worden door de leden van het platform zelf gekozen of kunnen door het ministerie worden aangedragen. De leden zijn ook te vinden op de website van LNV.

De leden van het Consumentenplatform hebben als basis voor hun discussie een aantal documenten tot hun beschikking. Ambtenaren van het ministerie van LNV stellen een document op over het te bespreken thema, waarin het ministerie dilemma's, ambities en een mogelijk toekomstig beleid schetst. Daarnaast wordt het thema van tevoren in enkele .consumentenpanels. besproken. Deze panels bestaan uit tien tot vijftien consumenten die afkomstig zijn uit een specifiek deel van de samenleving (bijvoorbeeld jongeren, ouders van kleine kinderen of plattelandsbewoners). Daarnaast heeft een kwantitatief opinieonderzoek plaats onder een representatief deel van de Nederlandse bevolking. Aanvullend op dit consumentenonderzoek laat het ministerie een studie (deskresearch) uitvoeren op basis van bestaande rapporten over het onderwerp naar ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Al deze documenten zijn te vinden op de website
www.minlnv.nl/consumentenplatform.

20 dec 04 12:19