Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
van de Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA Den Haag
Uw brief Ons kenmerk
AI/CB/75943
Onderwerp Datum
Ongeval Amercentrale 20 december 2004
Op 28 september 2003 vond een ernstig ongeval plaats in de Amercentrale, waarbij 5
werknemers de dood vonden. Onder regie van het Openbaar Ministerie heeft de
Arbeidsinspectie samen met de regiopolitie Midden en West Brabant een strafrechtelijk
onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk ingesteld. Kamerleden hebben vier maal over dit
ongeval schriftelijke vragen gesteld. Het ongeval is twee keer aan de orde gekomen tijdens
een Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Niet al de door de Kamer gestelde vragen konden inhoudelijk beantwoord worden, omdat
het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de oorzaak van het ongeval deel uitmaakte van
het strafrechtelijke onderzoek. Over het tijdstip waarop het proces-verbaal in de
openbaarheid kan komen beslist het Openbaar Ministerie.
Tijdens het Algemeen Overleg van 15 april 2004 heeft mijn voorganger toegezegd dat het
strafrechtelijke onderzoek in mei 2004 zou zijn afgerond en dat de Arbeidsinspectie "dit
najaar" met een eigen rapport over het ongeval zal komen en dat dit naar de Kamer zal
worden gezonden. Op 23 juni 2004 heeft het Openbaar Ministerie op basis van de
voorlopige onderzoeksresultaten de rechter commissaris verzocht om een Gerechtelijk
Vooronderzoek te openen. Het politioneel strafrechtelijk gedeelte van het onderzoek kon
pas eind oktober 2004 worden afgerond. De bestuurlijke rapportage van de Arbeidsinspectie
zal als gevolg hiervan later worden opgeleverd.
De Arbeidsinspectie is thans bezig met het opstellen van die eigen bestuurlijke rapportage
over het oorzaken van het ongeval, de rol van de onderaannemers, de arbeidsverhoudingen
en de hulpverlening. De verwachting is nu dat het rapport in februari 2005 naar de Kamer
kan worden gezonden, waarbij wel aangetekend moet worden dat het Openbaar Ministerie
moet bepalen of de rechtsgang door de publicatie op dat tijdstip niet geschaad zal worden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
2
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid