Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme
Persbericht
Leidschendam, 17 december 2004
Nederlander gaat minder `op de bonnefooi' op vakantie
Lichte groei van aantal vakanties
In 2004 ging ongeveer 81% van de Nederlanders een of meerdere keren op vakantie.
Samen brachten zij ruim 35 miljoen vakanties door, een stijging van 2% ten opzichte van
2003. De stijging deed zich alleen voor bij de buitenlandse vakanties (+4%); de
binnenlandse vakanties namen licht af (-1%). In 2004 is het vervoer en/of verblijf vaker
vooraf geregeld via een instantie; dit ging ten koste van het aantal bonnefooi-vakanties.
Dit blijkt uit de jaarresultaten van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO). Het CVO is een
gezamenlijk project van NBTC, NRIT en TNS NIPO.
Minder Nederlanders op vakantie, wel vaker
Tussen 1 oktober 2003 en 30 september 2004 ging 81% van de Nederlandse bevolking minstens
eenmaal op vakantie. In 2003 was dat nog 82%. Diegenen die in 2004 op vakantie zijn gegaan, zijn
echter wel iets vaker gegaan dan het jaar daarvoor (2,82 keer in 2004; 2,77 keer in 2003). Het totaal
aantal vakanties kwam daarmee uit op 35,2 miljoen; zo'n 600.000 meer dan in 2003. De stijging deed
zich alleen voor bij de buitenlandse vakanties; de binnenlandse vakanties namen licht af.
Buitenland wint terrein
Evenals vorig jaar is het aandeel van buitenlandse vakanties weer gestegen. Van alle vakanties wordt
nu 49% in het buitenland doorgebracht. Frankrijk blijft de toptien van buitenlandse bestemmingen
aanvoeren, maar is nog niet hersteld van de daling van vorig jaar. Duitsland behoudt een tweede
positie als vakantieland, en kon het afgelopen jaar zelfs een plus van 11% noteren. Turkije is de snelst
opkomende bestemming, en heeft inmiddels Italië van de zesde plaats verdreven. De Olympische
Spelen en het EK Voetbal hebben over het hele jaar bezien geen stijgend aantal vakanties naar
Griekenland en Portugal teweeggebracht.
17 december 2004
2
Natte zomer: kust en waterrijke gebieden minder in trek
In eigen land werden in 2004 bijna 18 miljoen vakanties doorgebracht. De zomer van 2004 was de
natste sinds 1951, hetgeen ervoor zorgde dat de vakanties aan de kust en in de watersportgebieden
zich minder positief ontwikkelden. In de meeste niet-waterrijke gebieden was juist een stijging waar te
nemen. Ondanks deze ontwikkeling hebben de Noordzeebadplaatsen hun eerste positie in de toptien
behouden. Het toeristengebied `Oost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en Rijk van Nijmegen' had
een goed jaar en maakte de daling van vorig jaar meer dan goed.
Minder bonnefooi, meer internet
Het aantal vakanties waarbij het vervoer en/of verblijf vooraf via een instantie wordt geregeld, is in
2004 gestegen met 13%. Het aantal vakanties waarbij het verblijf rechtstreeks wordt geregeld bij de
accommodatie stabiliseerde min of meer en de bonnefooi-vakanties vakanties waarbij vooraf niets
wordt geregeld - daalde met 17%.
De groei van het aantal georganiseerde vakanties vakanties waarbij het vervoer en/of verblijf vooraf
worden geregeld via een instantie - kan in z'n geheel verklaard worden uit de sterke opkomst van
internet. Het toenemende gebruik van internet leidt niet alleen tot verschuivingen in boekingswijze
(minder reizenverkoop aan de balie van reisbureaus), maar zorgt tegelijkertijd ook voor een vergroting
van de totale markt voor georganiseerde vakantie. In 2004 werd 34% van alle georganiseerde
vakanties geboekt middels internet. In 2002 lag dit nog op 17% en in 2003 op 27%.
Technische toelichting
Sinds 2002 werken NRIT, TNS NIPO en NBTC samen binnen het ContinuVakantieOnderzoek (CVO). In
het CVO wordt onder een vakantie verstaan: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of
plezier met tenminste één overnachting. Het gaat daarbij zowel om binnen- als buitenlandse vakanties.
Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland valt onder het begrip vakantie. Een
verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter niet mee, tenzij de bewoners de hele
tijd of de meeste dagen afwezig waren.