DOC/04/6
TEXTE NL
CONSEIL EUROPEEN - BRUXELLES
16 & 17 décembre 2004
CONCLUSIONS DE LA PRÉSIDENCE
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
Brussel, 17 december 2004
(OR. en)
16238/04
CONCL 4
BEGELEIDENDE NOTA
van
aan;
het voorzitterschap
de delegaties
Betreft:
EUROPESE RAAD - BRUSSEL
16/17 DECEMBER 2004
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van het voorzitterschap
van de Europese Raad van Brussel (16/17 december 2004).
---
1. De bijeenkomst van de Europese Raad werd voorafgegaan door een
uiteenzetting van de voorzitter van het Europees Parlement, de
heer Josep Borrell, waarna een gedachtewisseling plaatsvond.
Daarna heeft de Europese Raad vergaderd met de secretaris-generaal
van de Verenigde Naties, de heer Kofi Annan.
1. De Europese Raad heette de voorzitter van de Commissie, de heer
José Manuel Barroso, welkom. Hij feliciteerde hem met het
aantreden van zijn college en verklaarde nauw met de nieuwe
Commissie te willen samenwerken.
1. De Europese Raad besprak de volgende punten:
I. Uitbreiding
II. Terrorisme
III. Financieel kader 2007-2013: beginselen en richtsnoeren
IV. Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht: de EU-drugsstrategie
2005-2012
V. Buitenlandse zaken
VI. Diversen
o
o o
I. UITBREIDING
Algemeen
1. De Europese Raad sprak zijn waardering uit voor de bevindingen en
aanbevelingen in de door de Commissie op 6 oktober 2004 aan de
Raad en het Europees Parlement voorgelegde periodieke verslagen
over Bulgarije, Roemenië en Turkije, het strategiedocument over
Bulgarije, Roemenië en Kroatië, de aanbeveling betreffende Turkije
en de studie over de vraagstukken in verband met het toekomstige
lidmaatschap van Turkije.
1. Nu de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie
met succes is voltooid, gaf de Europese Raad uiting aan zijn
vastbeslotenheid om het met de kandidaat-lidstaten op gang
gebrachte proces voort te zetten, en aldus bij te dragen tot de
welvaart, de stabiliteit, de veiligheid en de eenheid van Europa.
Hij herinnerde er in dit verband aan dat het vermogen van de Unie
om nieuwe leden op te nemen, en tegelijk de dynamiek van de
Europese integratie te behouden, ook een belangrijke overweging is
in het algemeen belang van zowel de Unie als de
kandidaat-lidstaten.
Bulgarije
1. De Europese Raad memoreerde dat alle in de
toetredingsonderhandelingen met Bulgarije nog openstaande
hoofdstukken eerder in 2004 voorlopig zijn afgesloten. Hij toonde
zich verheugd over de geslaagde afronding van deze
onderhandelingen met Bulgarije op 14 december 2004 en zag er
bijgevolg naar uit dit land in januari 2007 als nieuw lid te mogen
verwelkomen.
1. Na een passende afweging van de evaluaties en aanbevelingen van de
Commissie was de Europese Raad van mening dat Bulgarije alle aan
het lidmaatschap verbonden verplichtingen op het geplande tijdstip
van toetreding zal kunnen vervullen, mits het zich daarvoor blijft
inspannen en alle noodzakelijke hervormingen en toezeggingen op
alle onderdelen van het acquis tijdig en met succes afrondt.
Vrijwaringsbepalingen zullen voorzien in maatregelen om ernstige
problemen aan te pakken die zich vóór, dan wel binnen drie jaar na
de toetreding zouden voordoen.
1. De Europese Unie zal de voorbereidingen en prestaties van
Bulgarije nauwlettend blijven volgen, onder meer de concrete
uitvoering van de toezeggingen die het op alle onderdelen van het
acquis en in het bijzonder op het gebied van justitie en
binnenlandse zaken heeft gedaan; daartoe zal de Commissie
jaarverslagen over de vorderingen van Bulgarije op de weg naar
toetreding blijven indienen, zo nodig vergezeld van aanbevelingen.
1. Vooruitlopend op de geslaagde afronding van Bulgarijes
voorbereidingen voor toetreding tot de Unie, vroeg de Europese
Raad het toetredingsverdrag met Bulgarije en Roemenië te voltooien
zodat het, mits het Europees Parlement zijn instemming betuigt,
tijdens de zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen in april 2005 kan worden ondertekend.
Roemenië
1. De Europese Raad nam er met voldoening nota van dat de vooruitgang
die door Roemenië is geboekt bij de uitvoering van het acquis en
de verbintenissen ten aanzien van met name justitie en
binnenlandse zaken en mededinging, het mogelijk hebben gemaakt de
resterende hoofdstukken met deze kandidaat op 14 december 2004
formeel af te sluiten en zag er bijgevolg naar uit dit land in
januari 2007 als nieuw lid te mogen verwelkomen.
1. Na een passende afweging van de evaluaties en aanbevelingen van de
Commissie was de Europese Raad van mening dat Roemenië alle aan
het lidmaatschap verbonden verplichtingen op het geplande tijdstip
van toetreding zal kunnen vervullen, mits het zich daarvoor blijft
inspannen en alle noodzakelijke hervormingen en toezeggingen op
alle onderdelen van het acquis, met name de belangrijke
toezeggingen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken,
mededinging en milieu, tijdig en met succes afrondt.
Vrijwaringsbepalingen zullen voorzien in maatregelen om ernstige
problemen aan te pakken die zich vóór, dan wel binnen drie jaar na
de toetreding eventueel zouden voordoen, in het bijzonder op de
gebieden justitie en binnenlandse zaken, mededinging en milieu.
1. De Europese Unie zal de voorbereidingen en prestaties van Roemenië
nauwlettend blijven volgen, onder meer de concrete uitvoering van
de toezeggingen die het op alle onderdelen van het acquis en in
het bijzonder op de gebieden justitie en binnenlandse zaken,
mededinging en milieu heeft gedaan; daartoe zal de Commissie
jaarverslagen over de vorderingen van Roemenië op de weg naar
toetreding blijven indienen, zo nodig vergezeld van aanbevelingen.
1. Vooruitlopend op de geslaagde afronding van Roemeniës
voorbereidingen voor toetreding tot de Unie, vroeg de Europese
Raad het toetredingsverdrag met Bulgarije en Roemenië te voltooien
zodat het, mits het Europees Parlement zijn instemming betuigt,
tijdens de zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen in april 2005 kan worden ondertekend.
Kroatië
1. De Europese Raad nam met voldoening nota van de vooruitgang die
Kroatië bij de voorbereiding voor de opening van de
toetredingsonderhandelingen heeft geboekt.
1. Onder bevestiging van zijn conclusies van juni 2004 spoorde hij
Kroatië aan de nodige stappen te doen voor volledige medewerking
met het ICTY, en hij herhaalde dat de laatste aangeklaagde zo
spoedig mogelijk moet worden opgespoord en naar Den Haag moet
worden overgebracht.
1. Hij verzocht de Commissie bij de Raad een voorstel voor een
onderhandelingskader met Kroatië in te dienen en daarbij ten volle
rekening te houden met de ervaringen van de vijfde uitbreiding.
Hij verzocht de Raad over dat kader overeenstemming te bereiken
zodat de toetredingsonderhandelingen op 17 maart 2005 kunnen
worden geopend, mits volledig wordt meegewerkt met het ICTY.
Turkije
1. De Europese Raad herinnerde aan zijn eerdere conclusies
betreffende Turkije, waarin hij (in Helsinki) oordeelde dat
Turkije een kandidaat-lidstaat is die voorbestemd is om tot de
Unie toe te treden op basis van dezelfde criteria als die welke
voor andere kandidaat-lidstaten gelden en waarin hij vervolgens
concludeerde dat indien hij tijdens zijn bijeenkomst in
december 2004 zou besluiten dat Turkije aan de politieke criteria
van Kopenhagen voldoet, de Europese Unie zonder verwijl
toetredingsonderhandelingen met Turkije zal openen.
1. De Europese Raad sprak zijn waardering uit voor de beslissende
vooruitgang die Turkije in zijn vergaande hervormingsproces heeft
geboekt, en het vertrouwen dat Turkije zich zal blijven inspannen
voor het hervormingsproces. Voorts verwacht de Europese Raad van
Turkije dat het zich actief blijft inzetten om de zes specifieke
wetgevingsteksten die de Commissie heeft genoemd, in werking te
doen treden. Om te waarborgen dat het politieke hervormingsproces
onomkeerbaar is en onverkort, concreet en breed wordt toegepast,
met name wat de fundamentele vrijheden en de volledige
eerbiediging van de mensenrechten betreft, zal de Commissie
nauwlettend blijven toezien op dat proces. De Commissie wordt
verzocht hierover periodiek verslag uit te brengen aan de Raad en
in te gaan op alle knelpunten die zijn genoemd in het verslag en
de aanbeveling van de Commissie van 2004, met name de uitvoering
van het nultolerantiebeleid ten aanzien van foltering en
mishandeling. De Europese Unie zal de voortgang bij de politieke
hervormingen nauwlettend blijven volgen op basis van een
partnerschap voor toetreding waarin de prioriteiten voor het
hervormingsproces zijn vastgesteld.
19. De Europese Raad toonde zich verheugd over het besluit van Turkije
om het protocol betreffende de aanpassing van de overeenkomst van
Ankara te ondertekenen, om rekening te houden met de toetreding van de
tien nieuwe lidstaten.
Hij verwelkomde in het licht daarvan de verklaring van Turkije dat "de
Turkse regering bevestigt dat zij bereid is het protocol betreffende
de aanpassing van de overeenkomst van Ankara te ondertekenen vóór de
eigenlijke start van de toetredingsonderhandelingen en nadat de
aanpassingen zijn overeengekomen en afgerond die vereist zijn in
verband met de huidige samenstelling van de Europese Unie.
1. De Europese Raad onderstreepte dat Turkije zich er ondubbelzinnig
toe moet verbinden goede nabuursbetrekkingen na te streven en
sprak zijn voldoening uit over de verbetering van de betrekkingen
van Turkije met zijn buurlanden, en zijn bereidheid met de
betrokken lidstaat te blijven werken aan de oplossing van
bestaande grensgeschillen, volgens het beginsel van vreedzame
geschillenbeslechting in overeenstemming met het Handvest van de
Verenigde Naties. Conform zijn eerdere conclusies, met name de
conclusies van Helsinki ter zake, besprak de Europese Raad de
stand van zaken met betrekking tot bestaande geschillen en toonde
zich verheugd over de verkennende contacten die hiertoe hebben
plaatsgevonden. In dat verband herhaalde hij dat nog niet
beslechte geschillen die gevolgen hebben voor het
toetredingsproces, indien nodig aan het Internationaal Gerechtshof
moeten worden voorgelegd. De Europese Raad zal op de hoogte worden
gehouden van de gemaakte vorderingen en zal die zo nodig
evalueren.
1. De Europese Raad nam nota van de door het Europese Parlement op 15
december 2004 aangenomen resolutie.
1. De Europese Raad was ingenomen met de aanneming van de zes door de
Commissie genoemde wetgevingsteksten. Hij besloot in het licht van
het voorgaande en van het verslag en de aanbeveling van de
Commissie dat Turkije in voldoende mate voldoet aan de criteria
van Kopenhagen om toetredingsonderhandelingen te openen, mits
Turkije deze specifieke wetgevingsteksten in werking doet treden.
Hij verzocht de Commissie bij de Raad een voorstel voor een kader voor
onderhandelingen met Turkije in te dienen op de in punt 23 vervatte
grondslag. Hij verzocht de Raad overeenstemming te bereiken over dat
kader, opdat de onderhandelingen op 3 oktober 2005 kunnen worden
geopend.
Kader voor onderhandelingen
1. De Europese Raad kwam overeen dat toetredingsonderhandelingen met
afzonderlijke kandidaat-lidstaten gebaseerd zullen worden op een
onderhandelingskader. In ieder kader, dat door de Raad op voorstel
van de Commissie in het licht van de ervaringen van het vijfde
uitbreidingsproces en van het zich ontwikkelende acquis zal worden
vastgesteld, zullen de volgende punten aan de orde komen,
overeenkomstig de eigen verdiensten en de specifieke situatie en
kenmerken van iedere kandidaat-lidstaat:
* Zoals voorheen zullen de onderhandelingen, die zullen worden
gevoerd in een intergouvernementele conferentie waaraan wordt
deelgenomen door enerzijds alle lidstaten en anderzijds de
betrokken kandidaat-lidstaat en waarin besluiten met eenparigheid
van stemmen moeten worden genomen, inhoudelijk worden
onderverdeeld in een aantal hoofdstukken, elk betreffend een
specifiek beleidsgebied. De Raad zal op voorstel van de Commissie
met eenparigheid van stemmen ijkpunten vastleggen voor de
voorlopige sluiting en, in voorkomend geval, voor de opening van
elk hoofdstuk; naar gelang van het betrokken hoofdstuk zullen die
ijkpunten refereren aan de aanpassing van de wetgeving of een
bevredigende prestatie bij de implementatie van het acquis en van
de verplichtingen die uit de overeenkomsten met de Europese Unie
voortvloeien.
* Er kunnen lange overgangsperioden, afwijkingen, specifieke
regelingen of permanente vrijwaringsclausules, d.w.z. clausules
die permanent kunnen worden gebruikt als grondslag voor
vrijwaringsmaatregelen worden overwogen. De Commissie zal die naar
gelang van het geval opnemen in haar voorstellen voor ieder kader,
voor gebieden zoals vrij verkeer van personen, structuurbeleid en
landbouw. Voorts moet het besluitvormingsproces ten aanzien van de
uiteindelijke invoering van het vrij verkeer van personen ruimte
laten voor een maximale rol van de afzonderlijke lidstaten.
Overgangsregelingen of vrijwaringsclausules moeten worden
geëvalueerd in het licht van hun effect op de mededinging of het
functioneren van de interne markt.
* De financiële aspecten van de toetreding van een
kandidaat-lidstaat moeten aan de orde komen in het toepasselijke
financiële kader. Nog te openen toetredingsonderhandelingen met
kandidaat-lidstaten waarvan de toetreding aanzienlijke financiële
gevolgen zou kunnen hebben, kunnen derhalve pas worden afgesloten
na de vaststelling van het financiële kader voor de periode na
2014, en pas dan kunnen de mogelijk daaruit voortvloeiende
financiële hervormingen worden doorgevoerd.
* De gezamenlijke doelstelling van de onderhandelingen is
toetreding.
Deze onderhandelingen zijn een open proces waarvan de uitkomst niet
vooraf kan worden gegarandeerd.
Met inachtneming van alle criteria van Kopenhagen, moet ervoor gezorgd
worden dat, indien de kandidaat-lidstaat niet in staat is om volledig
aan alle verplichtingen van het lidmaatschap te voldoen, de betrokken
kandidaat-lidstaat door middel van zo hecht mogelijke banden volledig
verankerd blijft in de Europese structuren.
* In geval van een ernstige en voortdurende schending in een
kandidaat-lidstaat van de beginselen van vrijheid, democratie,
eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en
de rechtsstaat, waarop de Unie is gegrondvest, beveelt de
Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een derde van de
lidstaten, de schorsing van de onderhandelingen aan en stelt zij
de voorwaarden voor een eventuele hervatting voor. De Raad neemt,
na de kandidaat-lidstaat gehoord te hebben, met gekwalificeerde
meerderheid een besluit over een dergelijke aanbeveling tot
schorsing van de onderhandelingen en over de voorwaarden voor
hervatting. De lidstaten stemmen hun optreden in de IGC af op het
besluit van de Raad, onverminderd de algemene unanimiteitsregel in
de IGC. Het Europees Parlement wordt geïnformeerd.
* Parallel aan de toetredingsonderhandelingen gaat de Unie met elke
kandidaat-lidstaat een intensieve politieke en culturele dialoog
aan. Bij deze brede dialoog wordt ook het maatschappelijk
middenveld betrokken, teneinde het wederzijds begrip te verbeteren
door mensen samen te brengen.
II. TERRORISME
1. De Europese Raad herhaalde ten enenmale vastbesloten te zijn de
aanhoudende terroristische dreiging te blijven bestrijden door
middel van een alomvattende en geïntegreerde aanpak waarbij zowel
de interne als de internationale samenwerking wordt versterkt, in
overeenstemming met de beginselen waarop de Europese Unie berust.
1. Het mag niet worden geduld dat democratie en respect voor de
grondrechten door terrorisme worden ondermijnd. Bij de bestrijding
van het terrorisme moeten de mensenrechten en de fundamentele
vrijheden in acht worden genomen. De Europese Raad beklemtoonde
het belang van de bevordering van respect gebaseerd op universele
waarden, tolerantie, interreligieuze en interculturele dialoog en
volledige deelneming aan de samenleving.
1. De Europese Raad herhaalde ervan overtuigd te zijn dat de reactie
van de Unie op het terrorisme, wil deze op lange termijn
doeltreffend zijn, de fundamentele oorzaken van het terrorisme
moet aanpakken. Radicalisering en rekrutering voor terrorisme
kunnen hand in hand gaan. De Europese Raad verzocht de Raad vóór
juni 2005 een langetermijnstrategie en -actieplan vast te stellen
op basis van het recentelijk door de Raad aangenomen verslag over
rekrutering. Hij verzocht de secretaris-generaal/hoge
vertegenwoordiger en de Commissie daartoe voorstellen in te
dienen.
1. De Europese Raad riep op tot de onverwijlde uitvoering van de in
het Haags Programma betreffende de versterking van vrijheid,
veiligheid en recht vermelde maatregelen die van belang zijn voor
de bestrijding van terrorisme. Met name de uitwisseling van
informatie tussen diensten die zich met terrorismebestrijding
bezighouden, moet worden verbeterd.
Rekening houdend met de lopende werkzaamheden, verzocht de Europese
Raad de Commissie maatregelen voor te stellen die gebaseerd zijn op
het beginsel van beschikbaarheid van informatie conform het Haags
Programma.
1. De Europese Raad sprak zijn voldoening uit over het herziene
EU-actieplan en de aanvullende verslagen betreffende de
bestrijding van terrorisme die door de secretaris-generaal/hoge
vertegenwoordiger en de Commissie zijn gepresenteerd, alsmede over
de sinds juni 2004 geboekte vooruitgang, hetgeen nieuwe concrete
resultaten zou moeten opleveren, zoals uit die bijdragen blijkt,
met name:
* de versterking van de praktische en operationele samenwerking met
name via Europol en de Task Force van hoofden van politie; betere
uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en Europol en
Eurojust; de uitwisseling van gegevens over verloren en gestolen
paspoorten met Interpol; de wederzijdse evaluaties betreffende de
nationale terrorismebestrijdingsstructuren in 15 lidstaten, die
vóór september 2005 voor alle 25 lidstaten moeten zijn voltooid;
de lidstaten wordt verzocht verslag uit te brengen over de
uitvoering van de aanbevelingen ter versterking van deze
structuren;
* wat justitiële samenwerking betreft: betere uitwisseling van
informatie uit strafregisters (vóór eind 2005 verder uit te werken
op basis van het Witboek van de Commissie); vorderingen met het
bewaren van telecommunicatiegegevens en het Europees
bewijsverkrijgingsbevel (beide in 2005 overeen te komen). De
Europese Raad verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk
voorstellen in te dienen voor een Europees programma ter
bescherming van en assistentie aan slachtoffers van terrorisme
alsmede van getuigen in terrorismezaken;
* wat de beveiliging van grenzen en documenten betreft: betere
beveiliging van EU-paspoorten met biometrische gegevens
(gezichtsscan en vingerafdrukken) en de vestiging van het Europees
buitengrenzenagentschap (dat in mei 2005 operationeel moet zijn);
* wat samenwerking op inlichtingengebied betreft: de verbindingen
die zijn aangebracht tussen de Groep terrorismebestrijding en het
versterkte EU-situatiecentrum dat de Raad vanaf 1 januari 2005 zal
voorzien van strategische dreigingsbeoordelingen op basis van
inlichtingen van nationale diensten; de verbeterde uitwisseling
van informatie met Europol. De Europese Raad verzoekt de SG/HV
verslag uit te brengen over de vorderingen, onder andere met de
verbeterde samenwerking tussen de politie en de
veiligheidsdiensten, mede in verbinding met het Situatiecentrum;
* maatregelen ter bestrijding van de financiering van terrorisme,
met name een akkoord over controles op contant geld dat de Unie
binnenkomt of verlaat, en over de derde richtlijn inzake het
witwassen van geld; beste praktijken bij de uitvoering van
financiële sancties tegen terroristen en hun organisaties; en het
door de SG/HV en de Commissie voorgelegde document inzake een
overkoepelende strategie. Met name wordt de Commissie verzocht de
Raad zo spoedig mogelijk voorstellen voor te leggen waarmee kan
worden voorkomen dat liefdadigheidsorganisaties worden misbruikt
voor het financieren van terrorisme, en de lidstaten worden
aangespoord reeds bekende namen te verstrekken van personen en
groepen die moeten worden opgenomen op de lijst van de Europese
Unie voor de bevriezing van tegoeden, om op die manier de
effectiviteit van de sanctieregeling mede te vergroten;
* conclusies over de versterking van de capaciteit voor civiele
bescherming inzake preventie, paraatheid en reactie op
terroristische aanslagen en de invoering van een
solidariteitsprogramma voor de gevolgen van terroristische
dreigingen en aanslagen. Een nadere beoordeling van de vermogens
die de lidstaten bij een aanval ter beschikking kunnen stellen van
het mechanisme inzake civiele bescherming is vóór juni 2005
vereist, alsook een verdere beoordeling en ontwikkeling van
civiele beschermingsvermogens, waaronder gezamenlijke oefeningen
en coördinatie van de informatie van het publiek, en een betere
beschikbaarheid van medische voorzieningen. Vóór eind 2005 dient
een Europees programma voor de bescherming van kritieke
infrastructuur met mogelijke grensoverschrijdende gevolgen te zijn
vastgesteld;
* vooruitgang in het externe beleid, in de vorm van
terrorismebestrijdingsclausules in overeenkomsten met derde
landen, welke zo spoedig mogelijk operationeel moeten worden
gemaakt; in het kader van een intensievere trans-Atlantische
samenwerking, de uitvoering van de EU-VS-verklaring van 2004
inzake terrorismebestrijding; het conceptuele kader en de
actiepunten inzake de EVDB-dimensie van de strijd tegen
terrorisme; en versterking van de samenwerking met prioritaire
derde landen door middel van dialoog en bijstand en bevordering
van regionale samenwerking. De Raad en de Commissie wordt verzocht
een netwerk van nationale deskundigen in te stellen om te reageren
op verzoeken om technische bijstand van derde landen.
1. De Europese Raad spoorde alle lidstaten aan de door de Europese
Unie en andere internationale organisaties overeengekomen
maatregelen bij voorrang effectief uit te voeren, en drong er bij
de Raad en de Commissie op aan hun inspanningen ter uitvoering van
het EU-actieplan voort te zetten en zich te houden aan de daarin
vermelde termijnen.
1. De Europese Raad verzocht het secretariaat-generaal van de Raad
samen met de Commissie in juni 2005 nog een voortgangsverslag voor
te leggen, met aanbevelingen die zij eventueel wensen te doen
inzake verbetering van de resultaten en/of aanvullende
inspanningen en initiatieven.
III. FINANCIEEL KADER 2007-2013
Beginselen en richtsnoeren
1. De Europese Raad nam nota van het voortgangsverslag van het
voorzitterschap betreffende de intensieve werkzaamheden over de
voorstellen van de Commissie voor het financieel kader 2007-2013,
met inbegrip van het interinstitutioneel akkoord/flexibiliteit en
eigen middelen.
1. De Europese Raad bevestigde dat het via alomvattende
onderhandelingen overeen te komen nieuwe financiële kader de
financiële middelen moet verschaffen die nodig zijn om op
effectieve en billijke wijze het hoofd te bieden aan toekomstige
uitdagingen, ook die welke voortvloeien uit de verschillen in
ontwikkeling in de uitgebreide Unie. Beleidsmaatregelen die in
overeenstemming met het Verdrag zijn vastgesteld moeten stroken
met de beginselen van subsidiariteit, evenredigheid en
solidariteit. Zij moeten ook toegevoegde meerwaarde opleveren. De
uitgaven voor afzonderlijke beleidsgebieden moeten worden gezien
in de context van het algehele uitgavenniveau en in de context van
het hele onderhandelingsproces waarin ook de kwestie van de eigen
middelen aan de orde komt.
1. In het nieuwe financiële kader moet een vastberaden streven tot
uiting komen naar begrotingsdiscipline op alle beleidsgebieden
binnen een algemene context van begrotingsconsolidatie in de
lidstaten. Voor de verwezenlijking van die doelstelling zal worden
gezorgd door met name een scherpe scheidslijn tussen de grote
beleidsterreinen en een evenwichtige verhouding tussen
vastleggingen en betalingen te handhaven. Aangezien de bestaande
maatregelen ter verzekering van budgettaire flexibiliteit goed
hebben gewerkt, wordt in deze fase extra flexibiliteit niet nodig
geacht.
1. De Europese Raad hechtte zijn goedkeuring aan het
Commissievoorstel om het maximum voor de eigen middelen te
handhaven op het huidige niveau van 1,24% van het BNI van de EU.
De Europese Raad nam nota van de presentatie door de Commissie van
het verslag over de werking van het systeem van eigen middelen,
alsmede van het voorstel om een algemeen correctiemechanisme in
het licht van de verschillende tot dusver naar voren gebrachte
standpunten in te voeren. Hij verzocht de Commissie en de Raad
alle in dit verband rijzende problemen te blijven bespreken, met
inbegrip van een mogelijke vereenvoudiging van het systeem.
1. Het komende voorzitterschap wordt verzocht om samen met de
Commissie verder te werken aan de invoering van het volgende
financiële kader. In de verdere besprekingen over het financiële
kader moet ten volle rekening worden gehouden met de verschillende
standpunten van de lidstaten over de Commissievoorstellen en het
voortgangsverslag, inclusief de bouwstenen en de betrokken
vraagstukken, en zal het werkschema van het strategische
meerjarenprogramma worden aangehouden, ook wat betreft het doel om
in juni 2005 een politiek akkoord te bereiken.
1. Het komende voorzitterschap wordt tevens verzocht, alle nodige
stappen te doen om passende contacten met het Europees Parlement
te leggen.
IV. RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT
De EU-drugsstrategie 2005-2012
1. De Europese Raad nam de drugsstrategie voor 2005-2012 aan, die
wordt opgenomen in het Haags Programma. De strategie wordt een
sleutelinstrument voor een effectieve aanpak van het drugsgebruik
en de drugshandel met het doel een hoog niveau van
gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang, alsook een
hoog veiligheidsniveau voor het grote publiek te waarborgen. De
Europese Raad verzocht de Commissie bij de Raad een voorstel voor
een actieplan inzake de uitvoering van de strategie in 2005-2008
in te dienen, zodat het door de Raad in het voorjaar van 2005 kan
worden aangenomen, en in 2008 een beoordeling van de uitvoering
daarvan op te stellen.
Beleid inzake de integratie van immigranten
1. Indachtig zijn conclusies van juni 2003 en november 2004 sprak de
Europese Raad zijn voldoening uit over de vaststelling van
gemeenschappelijke basisbeginselen voor het beleid van de
lidstaten inzake de integratie van immigranten. Deze moeten de
grondslag vormen voor een alomvattend kader voor de integratie van
immigranten, met inachtneming van de juridische, politieke,
economische, sociale en culturele diversiteit van de lidstaten.
Zij moeten in het licht van gemeenschappelijke ervaringen worden
ontwikkeld. De Europese Raad nam er nota van dat een effectief
integratiebeleid en de uitwisseling van beste praktijken binnen de
Unie daartoe kunnen bijdragen, en in dit verband sprak hij zijn
waardering uit voor het resultaat van de ministeriële conferentie
over integratie, waarin bijzondere aandacht is besteed aan
jongeren die bevattelijk zijn voor radicaliserende invloeden.
1. De Europese Raad sprak voorts zijn waardering uit voor het
resultaat van de ministeriële conferentie over het stedelijk
beleid, en erkende het belang van stedelijke gebieden voor de
bevordering van sociale insluiting.
V. BUITENLANDSE ZAKEN
1. De Europese Raad herhaalde zijn gehechtheid aan de Europese
veiligheidsstrategie, die hij een jaar geleden heeft aangenomen.
Op basis van de uitgangspunten van die strategie is de Unie erin
geslaagd zich in toenemende mate wereldwijd te doen gelden. De
Europese Raad verzocht het komende voorzitterschap om werk te
blijven maken van de uitvoering van de strategie, in samenwerking
met de hoge vertegenwoordiger en de Commissie, en om de
uitgangspunten ervan op te nemen in alle relevante Europese
beleidsmaatregelen.
Aanpak van de belangrijkste aandachtspunten
1. De Europese Raad onderschreef het verslag over de uitvoering van
de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens
(MVW) en nam nota van de vooruitgang die op dit terrein is geboekt
in de betrekkingen met derde landen en de samenwerking met de IAEA
en de OPCW. De Europese Raad herhaalde dat hij vastbesloten is
alle middelen te gebruiken die hem ter beschikking staan om de
dreiging van de verspreiding van MVW en de overbrengingsmiddelen
daarvoor te bestrijden.
1. De Europese Raad sprak zijn tevredenheid uit over het op 15
november met Iran bereikte akkoord inzake nucleaire vraagstukken
en toekomstige samenwerking, nadat daarover met steun van de hoge
vertegenwoordiger onderhandelingen waren gevoerd met Frankrijk,
Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Hij onderstreepte dat de
handhaving van de volledige opschorting van alle verrijkings- en
opwerkingsactiviteiten van wezenlijk belang is voor het verdere
verloop van het totale proces. Hij steunde verdere inspanningen
met het oog op het bereiken van overeenstemming over regelingen
voor de lange termijn. De Europese Raad bevestigde zijn conclusies
van 5 november 2004 betreffende de hervatting van de
onderhandelingen over een handels- en samenwerkingsovereenkomst na
de recente verificatie van de opschorting. De Europese Raad
bevestigde de bereidheid van de Unie te onderzoeken op welke wijze
de politieke en economische samenwerking met Iran verder kan
worden ontwikkeld, nadat Iran actie heeft ondernomen om tegemoet
te komen aan de overige wensen van de EU inzake
terrorismebestrijding, mensenrechten en de Iraanse aanpak van het
vredesproces in het Midden-Oosten.
1. De Europese Raad bevestigde dat hij een Irak voor ogen heeft dat
veilig, eengemaakt, voorspoedig en democratisch is en dat
constructief met zijn buurlanden en de internationale gemeenschap
zal samenwerken om de gemeenschappelijke uitdagingen aan te gaan.
Hij herhaalde dat hij vastbesloten is de autoriteiten en het volk
van Irak bij te staan, onder meer door steun voor de verkiezingen,
financiering van de VN-bescherming, bijstand voor de wederopbouw,
versterking van het strafrechtelijk apparaat en bevordering van de
eerbiediging van de rechtsstaat, en de ontwikkeling van politieke
en handelssamenwerking met Irak. De Europese Raad gaf uiting aan
de volledige steun van de EU aan de politieke transitie die moet
leiden tot een democratisch en grondwettelijk gekozen Iraakse
regering, zoals bepaald in Resolutie 1546 van de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties. Hij onderstreepte het belang van een
breed opgezet politiek proces, waarbij alle partijen worden
betrokken, voor de algemene verkiezingen in januari 2005.
1. De Europese Raad feliciteerde president Karzai ter gelegenheid van
zijn ambtsaanvaarding en sprak zijn tevredenheid uit over de
toezegging van de president om de democratische hervormingen voort
te zetten; de Europese Raad onderstreepte dat de EU zich op de
lange termijn gecommitteerd heeft aan de wederopbouw, de
ontwikkeling en de stabilisering van Afghanistan. De EU zal het
lopende democratiseringsproces blijven steunen, met inbegrip van
de parlementsverkiezingen en de lokale verkiezingen van volgend
jaar, de drugsbestrijding en de hervorming van de rechterlijke
macht en de veiligheidssector, en het proces van ontwapening,
demobilisatie en reïntegratie.
Werk maken van sterkere banden met onze buren
1. De Europese Raad herhaalde zijn verbintenis tot volledige
uitvoering van de agenda van Thessaloniki, waarin wordt
onderstreept dat de toekomst van de Balkanlanden binnen de
Europese Unie ligt. De ministeriële bijeenkomst van het Forum
EU-Westelijke Balkan die onlangs is gehouden, heeft gelegenheid
geboden om de geboekte vooruitgang te evalueren en de
aandachtspunten voor de toekomst te bepalen. De Europese Raad
onderstreepte dat de vooruitgang van ieder land naar Europese
integratie afhankelijk is van zijn eigen inspanningen om te
voldoen aan de criteria van Kopenhagen en de voorwaarden van het
Stabilisatie- en Associatieproces, met name voor kernpunten zoals
de democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de
mensenrechten, de rechten van personen die tot minderheden behoren
en volledige medewerking met het ICTY. Bovendien blijft de
regionale samenwerking in dit proces een essentieel onderdeel van
het EU-beleid.
1. De Europese Raad nam met voldoening nota van de vorderingen die
zijn gemaakt in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid
(ENB). Een eerste reeks actieplannen die gezamenlijk met Jordanië,
Marokko, Tunesië, Moldavië, Oekraïne, Israël en de Palestijnse
autoriteit zijn opgesteld, hebben met succes hun beslag gekregen.
Wat betreft Oekraïne herhaalde de Europese Raad dat het van het
grootste belang is dat vrije en eerlijke verkiezingen worden
gehouden, zoals in het actieplan tot uiting komt. De Europese Raad
was ingenomen met de overeenstemming in de Raad over de inhoud van
het actieplan, dat zal worden toegezonden aan de Samenwerkingsraad
EU-Oekraïne zodra de ontwikkelingen in Oekraïne de toepassing
ervan mogelijk maken. De EU ziet de samenwerking met de partners
tegemoet om de hervormingen en andere overeengekomen prioriteiten
uit te voeren, en om in de loop van volgend jaar een aanvang te
maken met de goedkeuring van actieplannen voor de landen van de
Zuidelijke Kaukasus. De EU zal stappen doen om de voordelen van
het Europees nabuurschapsbeleid bij de Belarussische bevolking
bekendheid te geven en te demonstreren, en zal de versterking van
het maatschappelijk middenveld en het proces van democratisering
steunen. De Europese Raad zag tevens uit naar de start van het
overleg met het oog op de goedkeuring van actieplannen met de
overige mediterrane partners van wie de associatieovereenkomsten
onlangs van kracht zijn geworden of die hun
associatieovereenkomsten hebben bekrachtigd. De Europese Raad
verzocht de Commissie en de hoge vertegenwoordiger regelmatig
verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang.
1. Het proces van Barcelona, versterkt met het ENB, is het
voornaamste instrument voor partnerschap, samenwerking en dialoog
met het Middellandse-Zeegebied. De Europese Raad was ingenomen met
het besluit van de Europees-mediterrane conferentie van ministers
van Buitenlandse Zaken in Den Haag om 2005 uit te roepen tot het
jaar van de Middellandse Zee. Het proces van Barcelona kan een
belangrijke bijdrage leveren aan het moderniserings- en
hervormingsproces dat vanuit de betrokken samenlevingen wordt
gegenereerd. De tiende verjaardag van de verklaring van Barcelona
zal worden aangegrepen om het Euromed-proces te versterken en een
nieuwe impuls te geven.
1. De Europese Raad was ingenomen met de vooruitgang die met de
andere landen van het Midden-Oosten is geboekt en verzocht om
verder overleg met de betrokken regeringen en andere
belanghebbenden. Hij verzocht de bevoegde Raadsinstanties voort te
gaan met het nauwer aanhalen van de betrekkingen met die landen op
alle toepasselijke politieke, economische, sociale en culturele
terreinen.
1. De Europese Raad toonde zich verheugd over de start van de
uitvoering van het Strategisch Partnerschap van de EU met het
Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten. Hij herhaalde hoe
belangrijk het is dat de betrokken partners zich inzetten voor
hervormingen en erkende dat de betrekkingen van de EU met die
landen eigen kenmerken hebben, die een gedifferentieerde aanpak
rechtvaardigen.
1. De Europese Raad nam afzonderlijke verklaringen aan over Oekraïne
en het vredesproces in het Midden-Oosten (zie bijlagen I en II).
Een internationale orde gebaseerd op doeltreffend multilateralisme
1. De Europese Raad was verheugd over de verklaring van de
secretaris-generaal van de Verenigde Naties en hij sprak zijn
waardering uit voor het werk dat hij en het VN-secretariaat op
vele gebieden verrichten. Hij verwelkomde het verslag van het
Panel op hoog niveau van de VN-secretaris-generaal inzake
dreigingen, uitdagingen en veranderingen, en met name voor de
alomvattende aanpak van de collectieve veiligheid. De follow-up
van de Europese veiligheidsstrategie met betrekking tot een
doeltreffend multilateralisme en een op regels gebaseerde
internationale orde, waarom de Europese Raad in juni heeft
verzocht, moet de inspanningen van de VN-secretaris-generaal
ondersteunen. De EU is vastbesloten in de VN een belangrijke rol
te blijven spelen.
1. De Europese Raad was verheugd over de beslissing om een
Persoonlijk Vertegenwoordiger van de SG/HV voor de mensenrechten
in het kader van het GBVB te benoemen, om bij te dragen tot de
samenhang en de continuïteit van het mensenrechtenbeleid van de
EU, met inachtneming van de bevoegdheden van de Commissie.
1. De Europese Raad onderstreepte het belang van de versterking van
de sociale dimensie van de mondialisering in het licht van het
verslag van de Wereldcommissie voor de sociale dimensie van de
mondialisering en de eerste voorstellen van de Commissie in haar
mededeling over deze aangelegenheid.
Samenwerking met partners
1. De Europese Raad onderstreepte dat hij zich zal inzetten voor de
versterking van de strategische dialoog met de trans-Atlantische
partners met het oog op het formuleren van een gemeenschappelijke
aanpak. Reeds meer dan 60 jaar vormt het trans-Atlantisch
partnerschap samen met de Europese integratie een belangrijke
stuwende kracht voor vrede en welvaart. Vandaag dienen Europa en
Amerika het hoofd te bieden aan nieuwe dreigingen en uitdagingen.
In dit verband herinnerde de Europese Raad eraan dat het
trans-Atlantisch partnerschap onvervangbaar is, zoals in de
Europese Veiligheidsstrategie wordt gesteld. De Europese Raad zag
in dit verband uit naar het komende bezoek van president Bush aan
Europa. Hij toonde waardering voor het initiatief om ieder jaar
een ministeriële trojka Justitie en Binnenlandse Zaken met de VS
te houden, en voor de ruime deelname van alle belanghebbenden aan
beide zijden van de oceaan aan het overleg over de verdere uitbouw
van de trans-Atlantische betrekkingen.
1. Hoezeer de EU en Rusland gehecht zijn aan hun strategisch
partnerschap, dat gebaseerd is op gemeenschappelijke waarden en
gedeelde belangen, bleek tijdens de laatste top EU-Rusland. Er
werd aanzienlijke vooruitgang geboekt met de instelling van de
vier gemeenschappelijke ruimtes, en de Europese Raad zal met het
oog op de volgende top EU-Rusland in Moskou in mei 2005 met
genoegen zo spoedig mogelijk een breed en evenwichtig pakket van
stappenplannen aannemen. Daarnaast zou zo spoedig mogelijk werk
moeten worden gemaakt van de uitvoering van de punten waarover een
voorlopig akkoord is bereikt.
1. De Europese Raad was tevreden over het resultaat van de
topontmoetingen in ASEM-kader en met de Republiek Korea en India,
die de betrekkingen met de Aziatische partners hebben verruimd en
verdiept. Hij verzocht de Raad en de Commissie om een begin te
maken met de ontwikkeling van het Actieplan met India, dat tijdens
de 6e top EU-India in New Delhi in 2005 moet worden goedgekeurd.
De Europese Raad verzocht de Raad en de Commissie tevens om de
samenwerking met Indonesië te intensiveren, onder meer op
terreinen als terrorismebestrijding, interreligieuze dialoog,
hervormingen en duurzame ontwikkeling.
1. De Europese Raad was tevreden over het resultaat van de 7e
Topontmoeting EU-China, die op 8 december in Den Haag heeft
plaatsgevonden. Hij verzocht de Raad en de Commissie verder de
haalbaarheid na te gaan van een nieuwe kaderovereenkomst tussen de
EU en China en de eventuele samenwerking met China over
onderwerpen als terug- en overname en de toekenning van de status
van markteconomie. De Europese Raad bevestigde dat de betrekkingen
tussen de EU en China de afgelopen jaren in alle opzichten sterk
zijn ontwikkeld. Hij ziet uit naar verdere vorderingen op alle
gebieden van deze betrekkingen, zoals gesteld in de
Gemeenschappelijke Verklaring van de EU en China, en met name de
bekrachtiging van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten
en politieke rechten. In deze context bevestigde de Europese Raad
de politieke wil om verder werk te maken van een opheffing van het
wapenembargo. Hij verzocht het komende voorzitterschap de reeds
vergevorderde werkzaamheden af te ronden, zodat een besluit kan
worden genomen. Hij onderstreepte dat een besluit, van welke aard
ook, geen toename van de wapenuitvoer van EU-lidstaten naar China
tot gevolg mag hebben, in kwantitatief noch kwalitatief opzicht.
De Europese Raad herinnerde in dit verband aan het belang van de
criteria van de Gedragscode betreffende wapenuitvoer, en met name
van de criteria op het gebied van mensenrechten, stabiliteit en
veiligheid in de regio en de nationale veiligheid van bevriende en
geallieerde staten. De Europese Raad beklemtoonde in dit verband
tevens het belang van een snelle aanneming van de herziene
Gedragscode en van het nieuwe instrument inzake maatregelen met
betrekking tot wapenuitvoer naar post-embargolanden (de zogenoemde
"toolbox").
1. De afgelopen zes maanden is de EU intensiever gaan samenwerken met
de Afrikaanse Unie (AU) en subregionale organisaties, onder meer
ECOWAS, SADC en IGAD. De Europese Raad onderstreepte dat hij eraan
hecht dat de EU blijft bijdragen tot de verbetering van de
toestand op het Afrikaanse continent, met name in Sudan, het
gebied van de Grote Meren, West-Afrika en Somalië. De EU zal
verder bijstand verlenen aan de missie van de AU in Darfur en aan
het vredes- en transitieproces in het gebied van de Grote Meren,
zoals bepaald in de recente conclusies van de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen (RAZEB). De Europese Raad was ingenomen
met de oprichting van federale overgangsinstellingen in Somalië en
zal deze verder bijstand verlenen, zoals bepaald in de recente
conclusies van de RAZEB. Naar aanleiding van de vaststelling van
beperkende maatregelen tegen Ivoorkust op basis van Resolutie 1572
van de VN-Veiligheidsraad sprak de Europese Raad zijn tevredenheid
uit over en zegde hij zijn steun toe aan de bemiddelingspogingen
die namens de Afrikaanse Unie en ECOWAS zijn ondernomen via de
missie van president Thabo Mbeki in Ivoorkust, waarbij ook de
Europese Unie betrokken was. De Europese Raad was verheugd over de
toegenomen eigen inbreng van de regio en onderstreepte dat de EU
haar banden met de AU en subregionale organisaties zal blijven
aanhalen, met name op het gebied van vrede en veiligheid.
1. De Europese Raad herhaalde dat de EU zich ertoe verbindt het
biregionale strategische partnerschap met Latijns-Amerika en het
Caribisch gebied te consolideren. In dit verband bevestigde de
Europese Raad dat de EU bereid is, op basis van inspanningen van
beide partijen, verdere vooruitgang te boeken met de afronding van
de onderhandelingen EU-Mercosur, en was verheugd dat in
januari 2005 naar verwachting wordt begonnen met de gezamenlijke
evaluaties van de respectieve integratieprocessen van
Centraal-Amerika en de Andesgemeenschap, waartoe is opgeroepen in
de verklaring van de top EU-LAC in Guadalajara.
EVDB
1. De Europese Raad toonde zich verheugd over de geslaagde start van
de militaire operatie Althea van de EU in Bosnië en Herzegovina op
2 december, waaruit blijkt dat de Unie stabiliteit en veiligheid
in dat land is toegedaan, en die een praktisch voorbeeld is van
het strategisch partnerschap inzake crisisbeheersing met de NAVO.
Hij nam ook nota van het geslaagde verloop van de drie huidige
EVDB-missies - de EU-Politiemissie in Bosnië en Herzegovina, EUPOL
Proxima in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de
Rechtsstaatmissie Themis in Georgië. De Europese Raad verzocht het
komende voorzitterschap en de SG/HV om, in nauwe samenwerking met
de VN, verder werk te maken van de voorbereidingen voor een
politiemissie en voor een eventuele missie, die thans wordt
bestudeerd, voor hervorming van de veiligheidssector in de
Democratische Republiek Congo, alsmede voor een mogelijke
geïntegreerde missie op het gebied van politie, de rechtsstaat en
civiel bestuur voor Irak, die naar verwachting na de verkiezingen
van januari 2005 van start zal gaan.
1. De Europese Raad onderschreef het verslag van het voorzitterschap
over het EVDB, met inbegrip van het mandaat voor het komende
voorzitterschap, en was met name verheugd over de in dit verslag
beschreven vooruitgang met de ontwikkeling van de militaire en
civiele vermogens, getuige onder meer de besluiten inzake
EU-gevechtsgroepen (als onderdeel van snelle-reactie-eenheden) en
inzake de goedkeuring van een ambitieus werkprogramma en van de
begroting van het Europees Defensieagentschap voor 2005. De
Europese Raad stemde in met het Civiele Hoofddoel 2008.
1. De Europese Raad steunde de gedetailleerde voorstellen voor de
uitvoering van het document "Europese defensie: overleg NAVO-EU,
programmering en operaties", waardoor de civiel/militaire cel zijn
werkzaamheden volgens schema kan aanvatten, met inbegrip van de
instelling van een operatiecentrum dat uiterlijk in januari 2006
beschikbaar moet zijn. De voorstellen dienen tevens als basis voor
een overeenkomst met de NAVO over de geplande instelling van een
kleine EU-cel bij SHAPE en NAVO-verbindingsregelingen bij de EUMS.
Internationale samenwerking
1. De Europese Raad wees op het belang te zorgen voor een coherente
bijdrage van de officiële ontwikkelingshulp van de EG (ODA) tot
het uitbannen van armoede in alle ontwikkelingslanden. In dit
verband onderstreepte de Raad de noodzaak om, zonder afbreuk te
doen aan bestaande verplichtingen, middelen te vinden om meer
nadruk te leggen op de allerarmsten, met name in Afrika.
1. De Europese Raad bevestigde dat de Europese Unie zich volledig
schaart achter de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling
(MDGs) en de noodzaak te werken aan de verwezenlijking daarvan,
met name in het Afrika ten zuiden van de Sahara. In dit verband
sprak de Europese Raad er zijn waardering voor uit dat de
Commissie de afzonderlijke lidstaten raadpleegt teneinde aan de
Raad (RAZEB) in april 2005 concrete voorstellen te kunnen
voorleggen inzake nieuwe, passende streefcijfers inzake
communautaire ontwikkelingshulp voor de periode 2009-2010, daarbij
rekening houdend met de positie van nieuwe lidstaten. De Europese
Unie zal ook nieuwe financieringsmogelijkheden bestuderen op basis
van voorstellen van de Commissie met het oog op het forum op hoog
niveau in 2005.
1. De Europese Raad riep in het kader van de verwezenlijking van de
MDGs op tot verdere versterking van de samenhang in het
ontwikkelingsbeleid door ruimer en stelselmatiger gebruik te maken
van bestaande mechanismen voor overleg en effectbeoordeling en
procedures om alle beleidsmaatregelen ter zake te toetsen op hun
effect op ontwikkelingslanden.
1. De Europese Raad wees opnieuw op het belang van de uitvoering van
de Caïro/ICPD-agenda en van de bestrijding van HIV/AIDS, teneinde
de millenniumdoelstellingen te halen. Hij was verheugd over de
vorderingen die op dit gebied zijn gemaakt en riep de Commissie en
de lidstaten op zich meer toe te leggen op de voorbereiding van
het VN-forum op hoog niveau.
1. DIVERSEN
Gemeenschappelijke waarden
1. De Europese Raad nam met instemming nota van de reeks door het
voorzitterschap georganiseerde publieke debatten tussen deelnemers
met een grote verscheidenheid aan achtergronden en ervaringen,
over de Europese identiteit en het concept van gemeenschappelijke
waarden als grondslag voor de Europese integratie en samenwerking.
1. De Europese Raad nam nota van de resultaten van deze reeks
debatten, van het verslag van de Raad Onderwijs over onderwijs en
burgerschap en van de vervolginitiatieven, en zou gaarne verdere
initiatieven zien ter bevordering van waarden die bijdragen tot
een actief burgerschap in de Unie. De Europese Raad verzocht de
Commissie om rekening te houden met de resultaten van de debatten
en de belangrijkste bevindingen van het verslag bij de opstelling
van haar geplande Programma "Burgers" en haar
communicatiestrategie voor 2005.
Consulaire samenwerking
1. De Europese Raad bevestigde het belang van een intensievere
consulaire samenwerking. Hij was tevreden over het in de Raad
bereikte akkoord over de bundeling van consulaire voorzieningen en
samenwerking, zowel in normale tijden als in tijden van crisis,
waardoor de lidstaten effectiever kunnen omgaan met de groeiende
vraag naar consulaire dienstverlening.
Mensenrechtenbureau van de EU
1. De Europese Raad verzocht verder uitvoering te geven aan de
overeenkomst van de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het
kader van de Europese Raad van december 2003 bijeen, om een
mensenrechtenbureau van de EU op te richten, dat een belangrijke
rol zal spelen bij de versterking van de samenhang en de
consistentie van het EU-beleid inzake mensenrechten.
Europese dienst extern optreden
1. De Europese Raad sprak zijn waardering uit voor het feit dat het
voorzitterschap, de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en
de Commissie na de ondertekening van het constitutioneel verdrag
thans werken aan de Europese dienst extern optreden.
1. Hij verzocht de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de
Commissie en de lidstaten verder te gaan met de voorbereidingen,
met name door de belangrijkste vraagstukken te inventariseren,
zoals de taakomschrijving en de structuur van de toekomstige
dienst. Teneinde de lidstaten ten volle bij dit proces te
betrekken, zullen in het COREPER regelmatig discussies
plaatsvinden ter voorbereiding van de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen.
1. De Europese Raad verzocht de secretaris-generaal/hoge
vertegenwoordiger en de Commissie een gezamenlijk
voortgangsverslag op te stellen over deze voorbereidingen, dat
uiterlijk in juni 2005 aan de Europese Raad voor te leggen en de
nodige stappen te doen om het Europees Parlement op de hoogte te
houden.
---
BIJLAGE I
VERKLARING OVER OEKRAÏNE
1. De leiders en het volk van Oekraïne verdienen alle lof omdat zij
een vreedzame oplossing voor de politieke crisis in hun land
hebben gevonden. Dit gebeurde binnen het rechtskader van Oekraïne
en met inachtneming van de territoriale integriteit van het land.
De Europese Raad prijst de leiders en het volk van Oekraïne voor
hun bereidheid om daartoe met internationale bemiddelaars samen te
werken. Het is nu van het hoogste belang dat de lijn van deze
positieve ontwikkelingen wordt doorgetrokken en dat de Oekraïense
kiezers vrij kunnen kiezen welke kandidaat hun voorkeur wegdraagt.
1. Daarom roept de Europese Raad de Oekraïense autoriteiten op ervoor
te zorgen dat de nieuwe tweede ronde van de presidentsverkiezingen
op 26 december 2004 wordt gehouden in overeenstemming met de
normen van de OVSE en de Raad van Europa voor democratische
verkiezingen. De Europese Unie en haar lidstaten bieden de
OVSE/het ODIHR hun volledige steun aan voor het toezicht op de
verkiezingen, onder meer door een groot aantal internationale
waarnemers te sturen.
1. De Europese Unie spreekt haar waardering uit voor de nauwe
samenwerking tussen de internationale bemiddelaars van de Europese
Unie, de Raad van Europa, de OVSE en de buurlanden, waaronder de
Russische Federatie, om de partijen ertoe aan te sporen een
politieke oplossing te vinden.
1. De Europese Unie benadrukt het strategisch belang van Oekraïne als
belangrijke buur en partner van de EU. De Europese Unie en
Oekraïne hebben er beide belang bij dat hun politieke, economische
en culturele banden verder worden aangehaald. Daarom onderstreept
de Europese Raad dat de EU verbeterde en bijzondere betrekkingen
nastreeft, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle nieuwe
mogelijkheden die het Europees nabuurschapsbeleid biedt.
1. De Europese Raad is verheugd dat de Raad onlangs het actieplan met
Oekraïne heeft onderschreven. Als vrije en eerlijke
presidentsverkiezingen zijn gehouden, zal spoedig een zitting van
de Samenwerkingsraad EU-Oekraïne worden georganiseerd om het
startschot te geven voor het actieplan en het fundament te leggen
voor intensievere samenwerking. De Europese Raad ziet ook uit naar
concrete voorstellen van de secretaris-generaal/hoge
vertegenwoordiger en de Commissie over de wijze waarop de
samenwerking met Oekraïne kan worden versterkt, met volledige
benutting van het actieplan, om zo de betrekkingen van Oekraïne
met de Europese Unie te verbeteren.
_______________
BIJLAGE II
VERKLARING OVER HET VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN
1. De Europese Raad spreekt zijn waardering uit voor de recente
inspanningen van de Palestijnse leiders om een democratische
overgang in de bezette Palestijnse gebieden te waarborgen. Hij
spoort Israëliërs én Palestijnen aan om met het oog op de
Palestijnse presidentsverkiezingen in januari nauw te blijven
samenwerken, ook op het gebied van veiligheid. De EU zal het
verkiezingsproces financieel, technisch en politiek ondersteunen
en de EU-waarnemingsmissie zal - in overleg met de andere leden
van het kwartet en van de internationale gemeenschap - helpen
verifiëren dat de verkiezingen democratisch, vrij en eerlijk
verlopen. De Europese Raad begroet en steunt ook het voornemen van
de Palestijnse Autoriteit om parlementsverkiezingen en lokale
verkiezingen te houden.
1. De Europese Raad herhaalt dat hij voorstander blijft van een door
onderhandelingen overeengekomen tweestatenoplossing, zoals in de
routekaart is uiteengezet, welke leidt tot een onafhankelijke,
democratische en levensvatbare Palestijnse Staat die zij aan zij
en in vrede en veiligheid met Israël en zijn andere buurlanden
bestaat. De partijen zouden deze gelegenheid te baat moeten nemen
om de uitvoering van de routekaart te versnellen en opnieuw een
zinvol politiek proces te starten.
1. De Europese Raad memoreert de vaste standpunten van de EU en
spreekt in samenwerking met het kwartet en de internationale
gemeenschap zijn bereidheid uit om een Israëlische terugtrekking
uit de Gazastrook en een deel van het noorden van de Westelijke
Jordaanoever te ondersteunen als eerste stap in het totale proces,
in overeenstemming met de voorwaarden die de Europese Raad in
maart 2004 heeft uiteengezet. Hij verklaart tevens zich
intensiever voor vrede te willen inzetten door nauw samen te
werken met beide partijen en alle buurlanden. De Europese Unie zal
uitvoering blijven geven aan het kortetermijnactieprogramma dat in
november door de Europese Raad werd onderschreven en dat niet
alleen de verkiezingen betreft, maar ook veiligheid, hervormingen
en de economie. Een breder politiek perspectief voor deze
maatregelen zou de kans op welslagen moeten vergroten.
1. De Europese Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger en de
Commissie om regelmatig verslagen in te dienen over de vooruitgang
met de uitvoering van het kortetermijnactieprogramma en de
resultaten van het overleg van de hoge vertegenwoordiger met de
partijen, de internationale gemeenschap en de overige leden van
het kwartet. De Europese Raad moedigt de partijen en de donors aan
om in hun positieve houding en medewerkingsbereidheid te
volharden. De toezegging van de EU en de internationale
gemeenschap om de Palestijnse economische en sociale wederopbouw
te ondersteunen zal een belangrijke factor blijven.
1. De Europese Raad herhaalt dat ook Syrië en Libanon bij een
algehele vrede moeten worden betrokken. Hij memoreert tevens hoe
belangrijk het is dat Resolutie 1559 (2004) van de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties wordt uitgevoerd.
---
European Commission