Gemeente Gouda


Gouda onderschrijft conclusies bestuurskrachtonderzoek (17/12/04)

"De algemene conclusie is dat de bestuurskracht van de gemeente Gouda voldoende tot groot is. Met name de weg die Gouda de afgelopen periode heeft ingeslagen en de lijnen die voor de nabije toekomst zijn uitgezet geven aanleiding voor een positief oordeel. Gouda is er nog niet maar werkt stevig aan verbetering en verandering en dat heeft voldoende resultaat afgeworpen om vertrouwen voor de toekomst te houden.

Gouda heeft tot nu toe te zeer 'gevangen' gezeten vanwege het gebrek aan ruimte. Dit heeft Gouda in zijn bestuurskracht belemmerd. De bestaande problemen op het gebied van woningbouw, bedrijventerreinen en binnen de sociale structuur konden daardoor onvoldoende worden aangepakt. Het perspectief voor de komende jaren is in dit opzicht gunstiger; groen licht voor Westergouwe en de Zuidplasontwikkeling. De kansen die hier liggen zullen voortvarend moeten worden opgepakt. Met name de strategische en beleidsmatige functie van de gemeente is sterk ontwikkeld, evenals de dienstverlening. De uitvoering en effectmeting van beleid behoeft versterking en de financiële positie maakt forse ombuigingen en daarmee samenhangende keuzes in beleid en organisatie noodzakelijk."

Dit staat in het rapport Gouda, mooie gevangen stad die werkt aan zijn ontsnapping van het bureau Bestuur & Management Consultants (BMC). Het college van burgemeester en wethouders van Gouda onderschrijft de conclusies uit het rapport. Burgemeester Wim Cornelis: "Het college is blij met het bestuurskrachtonderzoek. De resultaten - zowel de sterke punten als de verbeterpunten - bevestigen het college in de overtuiging dat Gouda op de ingeslagen weg verder moet gaan. Leidend hierbij is de toekomst van de regio. Samenwerking tussen de regiogemeenten is daarbij onontbeerlijk. Er ligt een moeilijke maar uitdagende opdracht waarbij iedereen over de eigen gemeentegrenzen heen moeten kijken. Het zesde rapport van het bestuurskrachtonderzoek dat eind december verwacht wordt, geeft hier hopelijk goede uitgangspunten voor."

Conclusies college

Het onderzoeksrapport concludeert dat de ontwikkeling van Gouda als centrumstad en daarmee haar bestuurskracht, wordt ingeperkt door het ontbreken van geografische en financiële ruimte. De conclusie dat het gebrek aan ruimte en geld in de toekomst nog nadrukkelijker aan de orde zal zijn is, naar de mening van het college terecht en evident. In een vorige collegeperiode is dat ook al verwoord in de notitie Gouda, beknelde stad (1998). Hierin constateert het gemeentebestuur dat het gebrek aan ruimte en geld leidt tot een somber scenario voor de centrumstad en dus voor de regio, zoals een teruglopend inwoneraantal, verminderde sociale stabiliteit en vooral ook een lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds en teruglopend voorzieningenniveau. Kortom een vicieuze cirkel.

In 1998 was nog niet voorzien in de transformatie van de Zuidplaspolder. De realisatie van ondermeer (maximaal) 30.000 woningen biedt volgens BMC uitdagende mogelijkheden. Het college deelt die mening en tekent hierbij het volgende aan:

De uitgangspunten van de ISV kaderen de positie van die woningbouwopgave in:

geen nieuwe stad in de Zuidplaspolder

behoud identiteit bestaande gemeenten

aansluiten bij het bestaande voorzieningenniveau

gebruik maken van bestaande infrastructuur

De minister van VROM heeft gesteld dat ten zuiden van de A20 geen verstedelijking mag plaatsvinden.

Gezien deze uitgangspunten en de bestaande verstedelijking, weg- en railinfrastructuur, de aanwezigheid van een (boven)regionaal voorzieningenniveau en noodzakelijke toekomstige verstedelijking in de nabijheid daarvan, ligt de ontwikkeling van verdere verstedelijking aan de rand van de bebouwde omgeving van Gouda voor de hand.

Gouda opteert voor een trekkersfunctie bij de realisatie van de woningbouwopgave. Daarbij wil Gouda de wens van buurgemeenten - behoud van een dorps en groen karakter - ondersteunen en zich inzetten voor het versterken van het regionaal voorzieningenniveau aan de oostkant van de Zuidvleugel. Door in te zetten op zowel groen en dorps als op verstedelijking in de nabijheid van voorzieningen ontstaat een aantrekkelijke regio waarvan alle gemeenten profiteren.

Echter, voor het verwezenlijken van de ambitie om kwalitatief hoogwaardig verder te verstedelijken, is grondgebied nodig. Gouda heeft dit niet. Het college gaat er vanuit dat deze specifiek Goudse problematiek wordt meegenomen in de tweede fase van het bestuurskrachtonderzoek. Het ligt voor de hand dat bij het vormgeven van samenwerkingscenarios deze problematiek wordt afgezet tegen de bestuurlijke ontwikkelingswensen van de overige gemeenten. Het Goudse college spreekt hierbij de wens uit dat bij het zoeken naar oplossingsrichtingen, door alle betrokkenen over de bestaande gemeentegrenzen kan worden heengekeken.

Het rapport: de sterke kanten en verbeterpunten

Het rapport bevat een aantal sterke kanten van de bestuurskracht van Gouda. Een korte weergave van de belangrijkste punten. De ambities en betrokkenheid en het enthousiasme om de beleidsmatige opgaven en problemen van de centrumstad in het oosten van de Zuidvleugel tegemoet te treden zijn groot. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de bestuurskracht en de veranderingen in de organisatie. Dit leidt tot een goed ontwikkeld en uitgewerkt strategisch beleid: "Gouda weet vooruit te kijken en te denken (...)." Zeker waar het de ruimtelijke en economische ontwikkeling van de stad betreft. Ook de wens van het gemeentebestuur om beleid te ontwikkelen in samenspraak met burgers (interactieve beleidsontwikkeling), wordt als een belangrijke element van bestuurskracht ervaren. En verder is de vraag- en klantgerichtheid bij de dienstverlening aan burgers goed ontwikkeld.

Daarnaast noemt het rapport ook verbeterpunten. Zo bieden de grondpositie en de financiële situatie van Gouda in onvoldoende mate ruimte voor de uitvoering van de geformuleerde en noodzakelijk geachte ontwikkelingen: Gouda is daadwerkelijk een gevangen stad. Daarnaast is er een zekere discrepantie tussen de ontwikkeling van het beleid en de uitvoering ervan. Hoewel deze laatste als voldoende is gekwalificeerd, dient de aandacht - nog meer dan in het verleden - te worden geconcentreerd op de uitvoering van reeds ontwikkeld beleid. Zeker waar het gaat om sociaal beleid (onderwijs, zorg, welzijn) vraagt dit om een verdere verbetering van de noodzakelijke meting van effecten van beleid.

Historie bestuurskrachtonderzoek
Op grond van de notitie Positionering Zuidplasgemeenten is begin 2004, door de betrokken gemeentebesturen - Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Waddinxveen, Zevenhuizen-Moerkappelle en Gouda - besloten tot het uitvoeren van een onderzoek naar de bestaande bestuurskracht van de individuele gemeenten én een onderzoek naar de samenwerkingsmogelijkheden tussen die gemeenten. Noodzakelijk, ook gezien belangrijke ontwikkelingen in het gebied, met als voornaamste de (ruimtelijke) transformatie van de Zuidplaspolder.

Nagenoeg gelijktijdig bracht gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland het rapport Ontwikkelingen en ambities bestuurlijke organisaties op lokaal niveau in Zuid-Holland 2003-2006 uit. In dit rapport wordt gewezen op de omvang van de RZG-herstructureringsopgave in relatie tot de bestaande bestuurskracht van de betrokken gemeenten. GS concludeert dat de confrontatie tussen opgave en aanwezige bestuurskracht aanleiding geeft tot een bestuurskrachtmeting en overleg over de functionaliteit van het Zuidplaspoldergebied.

Het initiatief van de betrokken gemeenten, ondersteund door de wens van GS, heeft geleid tot een gefaseerd extern onderzoek:

in de eerste fase wordt de huidige bestuurskracht van de gemeenten afzonderlijk onderzocht en wordt deze afgezet tegen de noodzakelijke toekomstige bestuurskracht;

in de tweede fase worden de uitkomsten van de vijf onderzoeksrapporten afgezet tegen de toekomstige (ruimtelijke) opgaven en wordt, op grond van onderzoeksuitkomsten, wetenschappelijk onderzoeksresultaten en analyses van bestaande samenwerkingsmodellen, een aantal samenwerkingsscenarios geschetst waarmee de opgaven daadkrachtig tegemoet kunnen worden getreden.

Met het, begin december 2004, uitbrengen van de vijf afzonderlijke onderzoeksrapporten heeft BMC de eerste fase van haar werkzaamheden afgerond. In het rapport Gouda, mooie gevangen stad die werkt aan zijn ontsnapping presenteert het bureau haar bevindingen over Gouda, gebaseerd op literatuurstudie en interviews.


- einde bericht -

Footer