Case closed: De boer en de windmolen
15-12-2004 / 12:50
Hoeveel energie gaat verloren bij de overdracht van een windmolen naar
het elektriciteitsnet? Dat was de centrale vraag bij een klacht van
een boer tegen energiebedrijf Essent. Essent paste zijn regeling aan
en trok daarvoor een bedrag uit van 2,5 miljoen euro. De NMa
controleert momenteel de situatie bij andere energiebedrijven.
Het begon met de klacht van Jan Frijters, een Brabantse boer die een
windmolen bij zijn boerderij had staan. Zoals bij vrijwel elke
windmolen in Nederland, werd de energie van deze molen geleverd aan
het elektriciteitsnet, in dit geval via netbeheerder Essent. Bij het
op deze manier leveren van energie is een transformator nodig. De
laagspanning aan de kant van de windmolen wordt via die transformator
omgezet naar de benodigde middenspanning voor het net. Bij deze
`transformatie' treedt energieverlies op.
Hierover bestond geen verschil van mening, maar Jan Frijters was
ontevreden over het verrekeningspercentage. Essent ging uit van een
energieverlies van twee procent, waardoor dus twee procent op de
betaling werd ingehouden. Eigen onderzoek dat Frijters had laten
uitvoeren, leidde tot de conclusie dat het energieverlies slechts
ongeveer de helft bedroeg van het percentage dat Essent in rekening
bracht. Aangezien de totale opbrengst van de windmolen zo'n
honderdduizend euro per jaar bedraagt, was dat een aanzienlijk
verschil.
Was hier sprake van misbruik van een economische machtspositie? Dat
was de vraag waarmee de gedupeerde windmolenexploitant zich tot de NMa
wendde. Frijters meende van wel, en het onderzoek dat volgde kwam de
NMa tot de conclusie dat het verrekeningspercentage inderdaad hoog was
en mogelijk als misbruik kon worden aangemerkt.
Voordat er echter een definitieve uitspraak kon worden gedaan, kwam
Essent met een aanpassingsvoorstel. Met ingang van 1 januari 2005, zo
luidde het voorstel, wordt het verrekeningspercentage voor
transformatorverliezen verlaagd van twee naar 1,3 procent. Daarnaast
wordt een compensatieregeling in het leven geroepen voor getroffen
klanten met een terugwerkende kracht voor drie jaar, waarvoor in
totaal 2,5 miljoen euro ter beschikking is gesteld.
`Het gaat hierbij niet alleen om leveranciers van energie, maar ook om
afnemers,' aldus Liane Cats en Bart Rikkert, de onderzoekers van de
NMa die bij de zaak waren betrokken. `Dan moet je bijvoorbeeld denken
aan grotere bedrijven met een eigen zogenoemd klantenstation. Ook die
partijen krijgen, met een terugwerkende kracht van drie jaar, een
compensatie.'
Cats en Rikkert zijn tevreden over de casus. `Over het
aanpassingsvoorstel waren we te spreken, omdat Essent bereid was om
haar gedrag aan te passen voor de toekomst en tegelijkertijd via een
compensatieregeling de benadeelde klanten uit het verleden wilde
compenseren. Dit heeft ons doen besluiten het onderzoek af te breken.
Bovendien volgt bij het opmaken van een NMa-rapport een
administratieve procedure en moeten partijen daarna via een civiele
procedure uitvechten wat de geleden schade is. Op deze manier is er
een regeling voor de geraakte klanten die gelijk ingaat, en blijft de
administratieve rompslomp tot een minimum beperkt.'
Ook Jan Frijters is te spreken over de afloop, al vindt hij wel dat
het al met al lang heeft geduurd. `Maar de machtspositie van Essent
was niet onaantastbaar,' concludeert hij, `en daar ben ik blij om.'
Een woordvoerder van Essent oordeelt dat `het werkelijke
transformatorverlies in de praktijk afhankelijk is van het type en
kwaliteit van de transformator, en vooral van het belastingpatroon van
de betreffende producent of afnemer. Sinds tientallen jaren wordt in
de Nederlandse energiesector een gemiddelde gehanteerd van twee
procent. Essent heeft een uitvoerige studie van het belastingpatroon
van duizenden afnemers verricht. Dit heeft in de loop van het
NMa-onderzoek geleid tot een bijstelling.'
Het onderwerp is hiermee nog niet afgesloten, benadrukken Cats en
Rikkert van de NMa. `Er zijn meer netbeheerders in Nederland. De NMa
controleert momenteel de situatie bij andere energiebedrijven, en als
het nodig is komen we met maatregelen.'
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)