De waarde van screening instrumenten bij de diagnose van dementie na een
beroerte
Op vrijdag 17 december 2004 promoveert Inge de Koning op het
proefschrift De waarde van screening instrumenten bij de diagnose van
dementie na een beroerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Bij ongeveer een kwart van de patiënten die een beroerte doorgemaakt
heeft, wordt drie tot zes maanden daarna een dementiesyndroom
vastgesteld. Het stellen van de diagnose dementie na een beroerte is
echter complex. De dementie kan veel verschillende kenmerken hebben en
bovendien wordt onderzoek naar het cognitief of geestelijk
functioneren gehinderd door de lichamelijke problemen, die veel
voorkomen na een beroerte.
Bij de diagnose van een dementiesyndroom wordt vaak gebruik gemaakt
van tests waarbij in korte tijd op eenvoudige wijze wordt nagegaan of
er een verdenking bestaat op een dementiesyndroom. Patiënten die
onder een bepaalde score presteren, ondergaan daaropvolgend tijdrovend
aanvullend onderzoek. Inge de Koning onderzocht of bestaande screening
instrumenten geschikt waren voor patiënten met een beroerte. Zij
stelt dat bestaande tests goed afneembaar zijn, maar dat afname van de
beste test relatief moeilijk en tijdsintensief is. De promovenda
ontwikkelde de Rotterdam-CAMCOG, waarbij de afnametijd verkort wordt
bij gelijkblijvende diagnostische nauwkeurigheid. De R-CAMCOG is na
toetsing zeer geschikt gebleken voor screeningsdoeleinden bij dementie
na een beroerte. Tevens kan verder aanvullend onderzoek worden beperkt
door een andere benadering van de resultaten van de screening
instrumenten.
Promotor: prof.dr. P.J. Koudstaal, Neurovasculaire ziekten
Erasmus Universiteit Rotterdam