CDA Rotterdam
Actueel
Rotterdam, 16 december 2004
CDA steunt nieuwe structuur voor Rotterdamse cultuur
Na een aantal debatten in de gemeenteraad en in commissie Cultuur en
Sport is eindelijk tot de definitieve herstructurering van de gehele
kunst en cultuursector besloten. Er komt nu een nieuwe gemeenteloijk
dienst voor kunst en cultuur. Eveneeens wordt een Rotterdamse raad
voor Cultuur opgericht, die de Rotterdamse Kunststichting (die wordt
opgeheven) zal vervangen, terwijl als derde belangrijke poot in de
nieuwe structuur de stichting Rotterdam Festivals meer en meer als de
Rotterdamse uitvoeringsorganisatie voor culturele en kunstzinnige
manifestaties moet gaan opereren. Verder worden op 1 juli 2005 de
theaters en De Doelen verzelfstandigd. Op 1 januari 2006 volgen dan de
musea en het Centrum voor Beeldende Kunst.
Het CDA heeft van stond af aan de herstructurering ondersteund, nadat
de woordvoerder voor Kunst en Cultuur Frans Jozef van der Heijden al
in de vorige raadsperiode sterk had gepleit voor belangrijke
onderdelen van die operatie. Hij is van mening, dat op die manier de
kunstinstellingen meer kans krijgen om zich als culturele
ondernemingen te gaan gedragen en meer eigen inkomsten boven de
subsidies kunnen verwerven. Ook is er dan meer ruimte voor eigen
initiatieven dan in een nogal strak keurslijf van de overheid, hoezeer
deze ook in Rotterdam het culturele leven heeft bevorderd en met extra
geld heeft gesteund.
Van der Heijden spitste dat nog toe op de verhoudingen tussen
subsidiegever en ontvanger, die transparanter worden. Het intern
toezicht (van een raad van toezicht) kan sterker worden omdat meer
deskundige mensen de directie die recht ter verantwoording kunnen
roepen, terwijl ook De overheid kan zich dan meer richten op het
formuleren van beleid in plaats van zich bemoeien met het beheer.
Hij was overigens van mening, dat de verzelfstandiging van
kunstinstellingen niet alleen tot stand kan komen door het aanscherpen
van rollen en taken of het vernieuwen van instrumenten. Dat vraagt ook
een proces van cultuurverandering, dat jaren vergt. Het gaat volgens
hem niet alleen een bureaucratische ingreep voor gemeentelijke
diensten, maar ook om een aanzet tot een nieuwe beleidsfilosofie, die
tot versterking van onze kunstinstellingen moet leiden.