Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over mogelijk ontoereikende beveiliging tegen en bestrijding van computercriminaliteit

Antwoorden op kamervragen over mogelijk ontoereikende beveiliging tegen en bestrijding van computercriminaliteit

15 december 2004

15 december 2004

Antwoorden van de minister van Justitie, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de vragen van het lid Externe link Gerkens (SP) over mogelijk ontoereikende beveiliging tegen en bestrijding van computercriminaliteit. (Ingezonden 18 oktober 2004)

---


1. Vraag

Wat is uw mening over het bericht dat volgens het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de coördinatie in de bestrijding van computercriminaliteit ontbreekt? 1)


1. Antwoord

Ik ken dit bericht, maar het is niet juist. Er is geen sprake geweest van een bericht van het Korps Landelijke Politiediensten. Daarnaast heb ik in de antwoorden op uw vragen van 26 oktober 2004, nr. 2040502320, reeds aangegeven dat onder leiding van het Parket Den Haag onderzoek wordt gedaan door de Regiopolitie Haaglanden, met ondersteuning van het Team Digitale Expertise van het Korps Landelijke Politiediensten. Dit onderzoek heeft inmiddels geleid tot enkele aanhoudingen.


2. Vraag

Deelt u de mening van de beleidsadviseur van het KLPD, dat door het ontbreken van heldere procedures nu niet onmiddellijk gereageerd kan worden op aanvallen door computerkrakers (hackers)? Zo neen, waarom niet?


2. Antwoord

Nee, zie het antwoord op vraag 1.


3. Vraag

Kunt u uiteenzetten wie, of welke dienst, op dit moment in eerste instantie verantwoordelijk is voor het bestrijden van computercriminaliteit, gericht tegen de overheid?

3. Antwoord

Er is geen instantie of dienst in het bijzonder verantwoordelijk voor de bestrijding van computercriminaliteit gericht tegen de overheid. Onder wiens leiding en verantwoordelijkheid een eventueel opsporingsonderzoek wordt opgestart, is in beginsel gebiedsaf hankelijk.ZoalsindeantwoordenopdekamervragenvanAlgra en Van Haersma Buma (2040501990) aangegeven wordt, is het opsporen van computercriminaliteit een politietaak.


4. Vraag

Kunt u de voortgang schetsen in de oprichting van het National High Tech Crime Center (NHTCC)? Is inmiddels bekend welke taken dit NHTCC zal gaan vervullen? Welke rol zal dit NHTCC vervullen in de landelijke aanpak van computercriminaliteit?

4. Antwoord

Op 25 oktober 2004 hebben vertegenwoordigers van de ministeries van Justitie, BZK, EZ en het KLPD gezamenlijk het officiële startsein gegeven voor de pilot National High Tech Crime Center in Nederland: het NHTCC. Het NHTCC is een samenwerkingsverband tussen genoemde ministeries en het KLPD en zal vooreerst een pilot zijn voor de duur van 1 jaar.

Een van de initiatieven van het NHTCC is om de aard en omvang van computercriminaliteit inzichtelijk te maken en daarbij in samenwerking met alle betrokken partijen een strategie te ontwerpen hoe grootschalige aanvallen op de vitale informatiesystemen voorkomen kunnen worden en hoe misdrijven verricht met of gericht tegen Informatie- en Communicatie Technologie kunnen worden aangepakt. Het is de bedoeling dat deze gemeenschappelijke aanpak resulteert onder meer in een Nationaal Beleidsplan Crisisbeheersing.

In de nabije toekomst moet het duidelijk worden waar men bij de overheid terecht kan voor advies over mogelijke (ernstige) ICT-misdrijven of het doen van concrete meldingen over criminele en/of terroristische ICT-incidenten. Dit betekent dat het NHTCC ook de eerste ingang zal worden voor externe partijen als het gaat om het melden van relevante incidenten waarbij ICT een cruciale rol speelt als middel of als doelwit. Dit is van groot belang om dergelijke gebeurtenissen waar mogelijk te voorkomen en het biedt tevens de mogelijkheid om de inhoud van deze meldingen te betrekken bij de analyse en aanpak zowel als voorkoming van deze misdrijven.

Het NHTCC is verantwoordelijk voor het duiden welke invloed ICT heeft op criminaliteit en criminaliteitsbestrijding en voor het aangeven van de omvang van deze problematiek. Daarbij is het voor het NHTCC van belang zicht te ontwikkelen op de vraag welke soort criminele en terroristische incidenten/activiteiten bij de aanpak van door politie/justitie onvoldoende aandacht krijgen, onder meer als gevolg van gebrek aan kennis of kunde op ICT-terrein. Op die manier kan het NHTCC de opdrachtgevers adviseren in welke mate en om welke redenen een specifieke vorm van High Tech Crime onvoldoende wordt aangepakt en op welke wijze daaraan iets kan worden gedaan. De samenwerking binnen het NHTCC staat een pro-actieve werkwijze voor, waardoor computercriminaliteit zoveel mogelijk kan worden voorkomen dan wel tijdig effectief kan worden aangepakt.

Het High Tech Crime Center zal zelf geen opsporingsonderzoeken uitvoeren.


5. Vraag

Bent u bekend met de resolutie die het Europees Parlement op 3 juli 2001 heeft aangenomen, waarin onder andere wordt aangedrongen op het gebruik van versleutelingssoftware door de overheid? 2) Kunt u uiteenzetten in hoeverre de aanbevelingen uit deze resolutie, die relevant zijn voor de Nederlandse overheid, worden opgevolgd?

5. Antwoord

Ja, de resolutie is bekend. De overheid maakt op sommige gebieden reeds gebruik van encryptie. Zo wordt bijvoorbeeld voor de uitwisseling van persoonsgegevens binnen het GBA en LRD systeem en voor de paspoortaanvraag tussen gemeente en drukker gebruik gemaakt van Public Key versleutelingssoftware. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid middels het programma PKI overheid het gebruik van Public Key encryptie voor zowel authenticatie, identificatie en voor vertrouwelijke communicatie bevorderd en mogelijk gemaakt.


6. Vraag

Kunt u uiteenzetten of binnen het ministerie van Justitie op dit moment onder het personeel voldoende kennis over het gebruik van versleutelingssoftware bestaat? Wordt versleutelingssoftware standaard gebruikt voor e-mailcommunicaties en het beveiligen van computerbestanden? Zo neen, waarom niet?

6. Antwoord

Personeel dat als gebruiker werkt met versleutelingssoftware beschikt over voldoende kennis voor de juiste bediening van deze software. Daarnaast beschikt het ministerie van Justitie over kennis op hoger niveau bij b.v. beheerders, beveiligingsmedewerkers en NFI medewerkers. Voor diepgaande expertise wordt gebruik gemaakt van marktpartijen zoals gerenommeerde accountantsbureaus en/of de AIVD/NBV.
Versleutelingssoftware wordt gebruikt voor communicatie tussen verschillende lokaties. Bij de afweging om computerbestanden te beveiligen met versleutelingssoftware speelt een aantal factoren een rol: de gevoeligheid van de informatie, en de gebouwenbeveiliging, waardoor fysieke toegang door onbevoegden tot de bestanden nagenoeg onmogelijk is (denk b.v. aan gevangenissen. Op grond van dergelijke factoren kan de verantwoordelijke manager bij de afweging van risico's en maatregelen tot de conclusie komen dat er voldoende compenserende maatregelen getroffen zijn en dat het gebruik van versleutelingssoftware onnodig, of zelfs onwenselijk, is.


1 Sp!ts, 15 oktober jl.
2 Externe link http://www.europarl.eu.int/tempcom/echelon/rrechelon_en.htm