Schouderklachten komen vaak voor en vaak terug
Schouderklachten komen vaak terug. Dit is in tegenstelling tot het
acute, kortdurende karakter dat vaak aan deze klachten wordt
toegeschreven. Er is behoefte aan eenduidige methoden om de diagnose
van schouderklachten te stellen en het verloop te volgen. Dit
concludeert Jolanda Luime in haar proefschrift Shoulder complaints.
The occurrence, course and diagnosis, waarop ze op 16 december 2004
promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Op basis van bestaande onderzoeksgegevens kwam Luime tot de conclusie
dat er een grote variatie is in frequentie van schouderklachten.
Afhankelijk van de gebruikte definitie heeft 5 tot 66 procent van de
bevolking last van schouderklachten. Vrouwen lopen over het algemeen
een hoger risico dan mannen en de kans op schouderklachten lijkt toe
te nemen met de leeftijd. De verschillen in de definitie van de
schouderklachten en methoden van onderzoek maken het moeilijk om
precies vast te stellen hoe vaak schouderklachten voorkomen. Luime
pleit daarom voor een meer gestandaardiseerde definitie van
schouderklachten.
Dat schouderklachten vaak terug komen blijkt een een driejarige studie
onder 346 medewerkers van verzorgings- en verpleeghuizen. Jaarlijks
rapporteerden 32 tot 36 procent van de medewerkers schouder- en
nekklachten. Bij 60 tot 65 procent van deze groep komen de klachten
terug nadat de klachten zijn verdwenen. 21 tot 38 procent van de
medewerkers met schouder- en nekklachten zoekt medische hulp.
Zwaarlijvigheid, werken in belastende houdingen en een slechte tot
matige algemene gezondheid blijken risicofactoren voor nekklachten.
Daarnaast is met name zwaarlijvigheid een risicofactor voor
schouderklachten. Het terugkomen van klachten hangt vooral samen met
eerdere langdurige schouder- en/of nekklachten.
Naast het frequent voorkomen van schouderklachten, blijkt op basis van
bestaande onderzoeksgegevens dat ze ook lastig te diagnosticeren zijn.
Vijftig bewegingstesten werden tegen het licht gehouden en slechts elf
waren in staat een meer specifieke oorzaak van de klachten vast te
stellen. Deze testen zijn alleen uitgetest bij patiënten die door de
orthopeed geopereerd werden. Of de testen waardevol zijn voor gebruik
door de huisarts of de fysiotherapeut is sterk de vraag.
Erasmus Universiteit Rotterdam