Ministerie van Algemene Zaken

Spreekpunten voor de minister-president bij de ontvangst van het rapport over de toekomst van het Koninkrijk `Investeren in Gezamenlijkheid' van het Comité 2004, Den Haag, 15 december 2004

Meneer Van Vollenhoven, meneer Saleh, dames en heren,

Hartelijk dank voor dit rapport. Het is goed dat we op de vijftigste verjaardag van het Statuut niet alleen terugkijken naar het verleden, maar ook vooruitkijken naar de toekomst.

U bent beiden op bijzondere wijze betrokken bij het Koninkrijk.

Meneer Saleh, u was meer dan 12 jaar gouverneur van de Nederlandse Antillen. Toen u afscheid nam ­ in juni 2002 ­ zei u: "ik ben van nature een optimist. Ik zie de toekomst van onze eilanden zonnig tegemoet". Maar u bent wel een man die vindt dat optimisme ook actie nodig heeft. Dit rapport is daar opnieuw een bewijs van.

Meneer Van Vollenhoven, ook u bent inhoudelijk zeer betrokken bij de Antillen en Aruba. U komt er vaak, onder meer om te duiken. Maar ook in andere opzichten kennen we u als een man die graag de diepte opzoekt.

Het is goed dat u met dit rapport komt, juist op een moment dat we nadenken over vernieuwing van de bestuurlijke verhoudingen binnen het Koninkrijk.

Er staat een treffende zinsnede in uw rapport: `In het Koninkrijk moeten we de juiste balans vinden tussen eenheid en verscheidenheid'.

U pleit voor een Koninkrijk waarin saamhorigheid en solidariteit centraal staan, maar waarin tegelijkertijd alle ruimte is voor verscheidenheid. `Het Koninkrijk is geen eenheidsworst', zegt u terecht.

U merkt ook op dat bijdragen aan de onderlinge relaties geen taak is van de overheid alleen. Daarin heeft u gelijk.

Het debat over ons Koninkrijk mag geen puur onderonsje zijn van juristen en ambtenaren. Zeker: hun bijdrage is onontbeerlijk. Maar er is meer.

We delen meer dan een Statuut. Het gaat ook om onze culturele relaties. Om economische betrekkingen. Om familiebanden. Om vriendschapsbanden. Om verantwoordelijkheden over en weer. Om het gevoel van verbondenheid dat bij zeer veel mensen leeft in Aruba, op de Antillen en in Nederland.

Begin februari 2005 breng ik zelf een bezoek aan de Nederlandse Antillen en Aruba. Ik zal alle zes eilanden bezoeken. Dat is iets waar ik met heel veel plezier naar uit kijk.

Uw rapport zal ik goed lezen voordat ik vertrek. Het is een welkome bijdrage aan de gedachtevorming over de toekomst van ons Koninkrijk.

Nogmaals heel hartelijk bedankt voor uw belangwekkende en stimulerende initiatief.


---