Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
- Directie Sub-Sahara Afrika
Afdeling Midden- en Oost-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 15 december 2004
Auteur
- Anneloes Schueler
Kenmerk
- DAF-1300/04
Telefoon
- 070-3486312
Blad
1/1
Fax
- 070-3486607
Bijlagen
- 1
- Anneloes.schueler@minbuza.nl
Betreft
- Beantwoording vragen van de ledenKoenders, (PVDA), Dittrich (D'66) en Ferrier (CDA) over troepenbeweging van Rwanda naar Oost-Congo
Graag - bieden wiju hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders (PVDA), Dittrich (D'66) en Ferrier (CDA) over troepenbeweging van Rwanda naar Oost-Congo. Deze vragen werden ingezonden op - 2 december 2004met kenmerk 2040504200.
De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zakenen mevrouw Van Ardenne - van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Ferrrier (CDA), Dittrich (D66) en Koenders (PvdA) over troepenbeweging van Rwanda naar Oost-Congo.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van berichten over de aanwezigheid van Rwandese troepen in Oost-Congo, al dan niet in opdracht van de Rwandese regering?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat daar precies gaande is nu MONUC (Mission de l'Organisation des Nations Unies en République Démocratique du Congo) stelt een dergelijke troepenbeweging niet geconstateerd te hebben, terwijl mensenrechtenorganisaties een dergelijke troepenbeweging bevestigen?
Antwoord
MONUC heeft tot op heden geen bevestiging kunnen geven van de aanwezigheid van Rwandese troepen in de Democratische Republiek Congo (DRC). Wel heeft MONUC aangegeven dat ze indirecte indicaties hiervoor heeft. Zo heeft MONUC in Oost-Congo communicatiemiddelen aangetroffen, waarover zij opmerkt dat het Rwandese leger deze gebruikt. Zoals u bekend is Rwandese aanwezigheid in de DRC moeilijk te verifiëren aangezien het vaak schort aan de betrouwbaarheid van lokale getuigenissen en onomstreden
bewijs veelal ontbreekt. De positie van de Congolese regering is dat zij wordt aangevallen door Rwanda in Oost-Congo, zoals ze ook tegenover de VN-Veiligheidsraad heeft verklaard. Berichten van het Congolese leger van de afgelopen dagen over de arrestatie van enige Rwandese militairen in Noord-Kivu konden niet door MONUC worden bevestigd. In dit verband dient te worden opgemerkt dat het in de praktijk bijzonder moeilijk is om onderscheid te maken tussen gewapende Rwandees sprekende Congolezen
en Rwandese militairen. Grote grensoverschrijdende troepenbewegingen vanuit Rwanda zijn tot op heden niet waargenomen. Wel heeft MONUC aangegeven dat ze op 14 december jl. drie boten met gewapende personen van onbekende afkomst heeft tegengehouden, die vanuit Rwanda naar de DRC wilden varen. MONUC heeft aangegeven geen concentraties van FDLR c.q. ex-FAR/Interahamwe-troepen nabij de Rwandese grens te hebben waargenomen.
Van de zijde van de Rwandese regering zijn tegenstrijdige berichten ontvangen over mogelijke aanwezigheid van Rwandese troepen in de DRC. In eerste instantie had Rwanda bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken kort na de Top van de Grote Meren conferentie de EU-Heads of Mission laten weten dat Rwanda begonnen was in de DRC de ex-FAR en Interahamwe aan te pakken. In een gesprek met de Nederlandse ambassadeur te Kigali op 7 december jl. heeft President Kagame evenwel ten stelligste
ontkend dat Rwandese troepen zich op Congolees grondgebied zouden bevinden.
Vraag 3
Indien Rwanda inderdaad troepen naar Oost-Congo heeft gezonden, welke consequenties verbindt u aan het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en de evaluatie van het MoU (Memorandum of Understanding) ten aanzien van Rwanda?
Antwoord
Zoals eind november duidelijk is gebleken tijdens de eerste Top van de Grote Merenconferentie in Dar es Salaam is het van groot belang dat de internationale gemeenschap, waaronder de AU, de VN en de EU, gezamenlijk optreedt om een oplossing te bevorderen voor de huidige problemen in het oosten van de DRC, in plaats van bilateraal een oplossing te zoeken. De Grote Merenconferentie heeft het kader geschapen waarbinnen dergelijke conflicten tot een oplossing moeten worden gebracht.
Van Nederlandse zijde is derhalve ingezet op het tot stand brengen van een eensgezind EU-standpunt in de richting van de partijen in het conflict, in lijn met de verklaring van de Veiligheidsraad van de VN van 8 december jl.
De Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken heeft op 13 december conclusies aangenomen over de huidige spanningen, de noodzaak elkaars soevereiniteit te respecteren en de ex-FAR/Interhamwe aan te pakken. De Nederlandse ambassadeur in Rwanda heeft op 9 december jl., tijdens de jaarlijkse donorconferentie in Kigali, een EU-verklaring afgelegd over de gang van zaken in Oost-Congo. Hierin werd onder meer gesteld dat de bereidheid die de Rwandese regering had uitgesproken om een militaire operatie
tegen de ex-FAR en Interahamwe te starten onaanvaardbaar was, en dat de soevereiniteit van de buurlanden diende te worden gerespecteerd. Daarbij werd benadrukt dat Rwanda, in geval het troepen in de DRC had, deze onverwijld diende terug te trekken. Daarnaast werd benadrukt dat de voortdurende aanwezigheid van ex-FAR en Interahamwe in Oost-Congo eveneens onaanvaardbaar is, en dat hun ontwapening en repatriëring onmiddellijk moet starten. Tussen de EU-lidstaten was afgesproken dat zij tijdens de
donorconferentie geen aanvullende financiële steun bekend zouden maken.
Het zoeken naar een oplossing voor het probleem van de ex-FAR/Interahamwe lijkt thans in een stroomversnelling te raken. De DRC heeft onder internationale druk besloten dit probleem versneld aan te pakken en heeft hiertoe manschappen naar Oost-Congo gestuurd. De Peace and Security Council van de Afrikaanse Unie heeft op 7 december jl. besloten dat de AU op korte termijn een bijeenkomst zal organiseren tussen de presidenten Kagame en Kabila, met betrokkenheid van andere partijen zoals de AU, de
VN en de EU. Inzet zal zijn deëscalatie te bewerkstelligen, waarbij het van belang is ook duidelijke afspraken te maken over de aanpak van het probleem van de ex-FAR/Interahamwe. Daarbij dienen bestaande mechanismen in de regio voor conflictoplossing, zoals het grensverificatie-mechanisme (JVM) en het Tripartiete overleg tussen de DRC, Rwanda en Uganda, ten volle te worden benut.
Nederland spreekt ook haar bilaterale contacten aan om de partijen te wijzen op de noodzaak om tot een onderhandelde oplossing van de problemen te komen. De lopende besprekingen over het MoU bieden daartoe gelegenheid.
Alvorens te bepalen welke consequenties dit zou kunnen hebben voor de bilaterale ontwikkelingsrelatie is behoefte aan meer duidelijkheid. Daartoe zullen de ontwikkelingen in Oost-Congo nauwgezet en actief worden gevolgd, in overleg met alle relevante partijen.
Vraag 4
Wilt u deze vragen, in verband met de snel escalerende situatie in Oost-Congo, zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord
Ja.
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken