Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
persbericht
Nummer:
86
Directie:
voorlichting
14-12-2004
Status:
informatie
Stevige impuls voor beroepsonderwijs
Europese ministers tekenen communiqué van Maastricht
Nederlandse studenten en leerlingen moeten, zowel tijdens als na hun
studie, mobieler worden op de Europese arbeidsmarkt. Daarom is het
belangrijk dat zij in één oogopslag kunnen zien wat vanuit Europees
perspectief - de waarde van hun diploma of kwalificaties is, op welke
onderdelen zij zich eventueel nog aanvullend moeten scholen om in een
ander Europees land aan de slag te kunnen. Hiervoor wordt de Europass
ontwikkeld. Verder moet het mogelijk worden dat zij studiepunten
kunnen verdienen met stages in het buitenland.
De onderwijsministers van 32 Europese landen, de Europese sociale
partners en de Europese Commissie tekenden gisteren op een
topconferentie over het beroepsonderwijs in het communiqué van
Maastricht, waarin deze afspraken zijn vastgelegd. Het Nederlands
voorzitterschap (minister Van der Hoeven en staatssecretaris Rutte) en
de Europese Commissie (commissaris Figel) organiseerden samen deze
meerdaagse conferentie over het beroepsonderwijs. Het communiqué van
Maastricht sluit aan op de Kopenhagenverklaring, die de ministers van
onderwijs twee jaar geleden onder Deens voorzitterschap van de EU
ondertekenden. Met het Maastrichtcommuniqué is in Europa een nieuwe
stap gezet in het realiseren van de Lissabondoelstellingen op het
gebied van het beroepsonderwijs .
Zo moet het onderwijs nog beter aansluiten op de behoeften van de
arbeidsmarkt. En moeten oudere werknemers de kans krijgen hun kennis
bij de tijd te houden. Dit laatste om het langer door blijven werken
verder te stimuleren.
Het communiqué van Maastricht richt zich zowel op het nationale als
Europese niveau. Met deze impuls wordt het beroepsonderwijs in
Nederland en Europa op de kaart gezet, ook ten behoeve van de
versterking van de innovatie.
Nationaal zou er onder andere meer prioriteit gegeven moeten worden
aan een verdere uitwerking van een leven lang leren, het officieel
goedkeuren van meer informele vormen van leren en het inbouwen van
mobiliteit in het beroepsonderwijs.
Daarnaast is het streven om de Europese samenwerking op het terrein
van het beroepsonderwijs fors te versterken. Zo moet de ontwikkeling
van een transparant, flexibel kader van vaardigheden in het
beroepsonderwijs de onderlinge vergelijkbaarheid van studieresultaten
in Europa fors verbeteren.
Ook willen de Europese onderwijsministers werk maken van de invoering
van een Europees systeem van studiepunten. Beide voorstellen maken
onderdeel uit van een breed pakket aan maatregelen om Europese
samenwerking op het terrein van het beroepsonderwijs een stevige
impuls te geven.
Ministerie van OCW
Rijnstraat 50
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
T: 070 412 34 56
F: 070 412 34 50
E: info@minocw.nl