Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

14 december 2004
PB04-193

Maximaal 17 miljoen inwoners verwacht

Volgens de nieuwe bevolkingsprognose van het CBS zal Nederland over dertig jaar een maximum van 17,0 miljoen inwoners tellen. Daarna zal het aantal inwoners gaan dalen. Op dit moment telt Nederland nog 16,3 miljoen inwoners. Op korte termijn blijft de bevolkingsgroei laag doordat het aantal immigranten kleiner zal zijn dan het aantal emigranten. Op langere termijn zal door de vergrijzing sprake zijn van een bevolkingsafname. Het aandeel niet- westerse allochtonen neemt toe van 10 procent nu tot 17 procent in 2050. Het aandeel 65-plussers neemt toe tot een maximum van 24 procent rond 2040, tegen 14 procent in 2004.

Bevolkingsgroei blijft laag In 2035 zal Nederland het maximum van 17 miljoen inwoners bereiken, bijna 800 duizend meer dan nu. De laatste jaren is de bevolkingsgroei fors teruggelopen, van ruim 120 duizend in 2000 tot 37 duizend in 2004. Mede door de economische teruggang is in deze periode het aantal geboorten en immigranten gedaald en het aantal emigranten gestegen. Verder is het aantal asielzoekers fors teruggelopen, onder meer door aanscherping van de wetgeving. Ook de komende jaren zal de bevolkingsgroei laag blijven. Verwacht wordt dat het aantal emigranten voorlopig hoger zal blijven dan het aantal immigranten. Het aantal geboorten blijft de komende jaren dalen. Door de sterk teruggevallen bevolkingsgroei komt het maximale bevolkingsaantal lager uit dan in eerdere prognoses.

In 2035 van groei naar afname De bevolkingsgroei zal in 2035 omslaan in een bevolkingsafname. De belangrijkste oorzaak is de voortgaande vergrijzing. Het aantal sterfgevallen neemt hierdoor toe tot ruim boven de 200 duizend, tegen iets meer dan 140 duizend nu. Het aantal inwoners daalt hierdoor na 2035 licht, tot 16,9 miljoen ln....
in 2050.
sbc.... mate de totale bevolkingsgroei. Tot 2010 bestaat 80 procent van de groei uit Aandeel allochtonen neemt toe De toename van het aantal niet-westerse allochtonen bepaalt in belangrijke niet-westerse allochtonen. Ook na 2010 zal het aantal niet-westerse w allochtonen toenemen. Deze toename betreft vooral Aziaten. In 2050 is 17 procent van de bevolking niet-westers allochtoon. Nu is dat 10 procent. w Ook het aandeel westerse allochtonen zal stijgen, van 9 procent in 2004 tot 13 w procent in 2050. Dit is vooral het gevolg van arbeidsmigratie. CBS Persbericht PB04-193 pagina 1 van 3

Autochtone bevolking krimpt
De autochtone bevolking neemt vanaf 2007 in omvang af. Naast de vergrijzing speelt het vertrekoverschot van autochtonen hierbij een rol. Dit overschot zal in de komende jaren bijna 25 duizend op jaarbasis zijn. Ook op langere termijn neemt het aantal autochtonen af. In 2050 zal 70 procent van de bevolking autochtoon zijn. Nu is dat 81 procent.

Rond 2040 kwart van de bevolking 65-plus
Op dit moment is bijna 14 procent van de bevolking 65 jaar of ouder. Dit percentage zal de komende decennia geleidelijk toenemen. Rond 2040 bereikt de vergrijzing haar hoogtepunt, met een aandeel 65-plussers van 24 procent. Belangrijke oorzaken van de vergrijzing zijn de geboortegolf van kort na de tweede wereldoorlog en de sterke daling van de geboorte begin jaren zeventig. Daarnaast speelt mee dat mensen steeds ouder worden. In 2050 zullen vrouwen naar verwachting gemiddeld bijna 83 jaar leven, tegen 81 jaar in 2004. Mannen leven gemiddeld een aantal jaren korter.

Technische toelichting
De maximale bevolkingsomvang van 17,0 miljoen in 2035 ligt 0,7 miljoen lager dan berekend in de vorige prognose, die twee jaar geleden werd opgesteld. De verwachte bevolkingsgroei in de komende decennia is daarmee bijna gehalveerd. Deze bijstelling is vooral het gevolg van het lagere migratiesaldo in de nieuwe prognose in vergelijking met de vorige prognose. De bijstelling is onder andere ingegeven door de economische teruggang in de afgelopen jaren en de aanscherping van het migratiebeleid.
De cijfers over emigratie en het migratiesaldo zijn inclusief het saldo van de administratieve correcties. De cijfers over bevolkingsgroei zijn ook inclusief overige correcties. Deze correcties worden door het CBS uitgevoerd omdat de informatie die het CBS ontvangt over de bevolkingsgroei inclusief de administratieve correcties niet exact overeenkomt met het verschil tussen de inwonertallen in twee opeenvolgende jaren. De aflopen jaren bedroeg het aantal overige correcties gemiddeld 3 duizend. Dit aantal is ook in de prognose opgenomen.
Asielzoekers worden niet onmiddellijk na aankomst in Nederland als immigrant geregistreerd. In principe is de hiertoe benodigde inschrijving in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens pas toegestaan na een verblijf van een half jaar of bij vertrek uit de centrale opvang naar een woning. CBS Persbericht PB04-193 pagina 2 van 3

Bevolkingsprognose: bevolking naar leeftijd, 1 januari

Jaar Aantal inwoners Inwoners naar leeftijd 0 tot 20 jaar 20 tot 65 jaar 65 jaar of ouder x miljoen %
2004 16,3 24,5 61,6 13,8 2010 16,5 23,9 61,0 15,1 2015 16,6 23,1 59,7 17,3 2020 16,8 22,5 58,6 19,0 2025 16,9 21,9 57,4 20,6 2030 17,0 22,0 55,7 22,3 2035 17,0 22,3 54,3 23,4 2040 17,0 22,5 53,9 23,6 2045 17,0 22,5 54,7 22,8 2050 16,9 22,5 55,7 21,9 Bron: CBS

Bevolkingsprognose: autochtonen en allochtonen, 1 januari Totaal Autochtonen Niet-westers allochtonen Westerse allochtonen x miljoen %
2004 16,3 81,0 10,3 8,7 2010 16,5 80,0 11,1 8,9 2015 16,6 78,8 11,8 9,3 2020 16,8 77,7 12,5 9,8 2025 16,9 76,6 13,2 10,2 2030 17,0 75,5 13,8 10,6 2035 17,0 74,3 14,5 11,1 2040 17,0 73,0 15,2 11,7 2045 17,0 71,6 15,9 12,4 2050 16,9 70,3 16,6 13,2 Bron: CBS

Bevolkingsprognose: bevolkingsgroei
Totale bevolkingsgroei1) Geboorte Sterfte Immigratie Emigratie2) x 1 000

2004 37 194 142 92 111 2010 36 179 150 109 105 2015 34 178 158 116 106 2020 29 184 169 116 105 2025 22 188 183 116 102 2030 11 189 199 116 98 2035 -2 186 213 116 94 2040 -11 182 222 115 89 2045 -12 181 226 115 86 2050 -8 184 225 115 85 1) Inclusief saldo administratieve correcties en overige correcties 2) Inclusief saldo administratieve correcties
Bron: CBS
CBS Persbericht PB04-193 pagina 3 van 3


---- --