VVD



Inbreng Clemens Cornielje bij Wetgevingsoverleg Politie

Onderwerp: Inbreng Wetgevingsoverleg Politie Woordvoerder: Clemens Cornielje (VVD)
Datum: 13 december 2004

Inleiding:
De Nederlandse bevolking verwacht dat de problemen rond veiligheid en criminaliteit over 16 jaar groter of veel groter zullen zijn dan nu. Dit kunnen we lezen in het Sociaal Cultureel Rapport 2004. Men denkt in 2020 meer zelf verantwoordelijk te zullen zijn voor de veiligheid in hun woonomgeving. Men is positief over de verruiming van cameratoezicht en het inzetten van andere technologische hulpmiddelen zoals DNA-technieken. Men verkiest veiligheid boven privacy. Ook gaat men er van uit dat in 2020 toezicht meer door particuliere beveiliging wordt uitgeoefend. Hier sluit de opvatting van de bevolking aan bij de voorstellen zoals het kabinet die voor ogen heeft.

Hoewel het veiligheidsprogramma "Naar een veiliger samenleving" zijn eerste vruchten afwerpt, Cohen zei vorige week dat er forse slagen gemaakt waren, ik noem de daling van de vermogensdelicten, de daling van de vernielingen in het openbaar vervoer en de vermindering van de gevoelens van onveiligheid onder de bevolking, blijft de geweldscriminaliteit op een voor de VVD-fractie onaanvaardbaar hoog niveau. Het kabinet toont met de Midterm Review van half november dat nieuwe maatregelen noodzakelijk zijn om de zware en georganiseerde misdaad harder te bestrijden.

Vraag: Waarom - zo vraag ik het kabinet - leidden deze extra maatregelen niet tot aanscherpen van de doelstellingen? Tot verhoging van de ambities?

Tegelijkertijd doet zij een beroep op burgers en bedrijven om samen te werken aan een veiliger samenleving. Gemeenten worden beter in positie gebracht om als lokale regisseurs de integrale veiligheid te bevorderen. Daar waar wet- en regelgeving als knellend wordt ervaren komt er meer ruimte (doorzettingsmacht regierol gemeenten), daar waar autoriteiten over onvoldoende bevoegdheden beschikken om effectief op te treden worden deze bevoegdheden aangereikt. (wet bestuurlijke boete, wijziging wet politiegegevens).

In de politiebegroting staat de zin 'de objectieve verbetering van de veiligheid vertaalt zich langzamerhand ook in de subjectieve veiligheid. Vervolgens kunnen we in de vierde voortgangsrapportage van de het veiligheidsprogramma lezen dat er minder delicten worden gepleegd en dat de burger zich veiliger voelt. Er is zelfs sprake van een positieve trend t.a.v. de resultaten van de politie en het OM. In de jaarrapportage die daarop volgde staat zelfs dat de laagste percentages die ooit in de Politiemonitor Bevolking gemeten zijn t.a.v. de beleving van de onveiligheid.

Toen werd Theo van Gogh vermoord.
Volgens het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) heeft het moderne terrorisme een mondiaal karakter, de religie neemt een centrale plaats in, het is niet strak georganiseerd, het kent diffuse doelen, het wil wereldwijd angst creëren, het maakt veel en willekeurig slacht- offers en propageert het streven voor de goede zaak als hoogste eer. Mensen zijn angstig, onzeker over de risico's die ze lopen en maken zich bezorgd over hoe het verder gaat.

M.a.w. mensen voelen zich onveilig a.g.v. internationaal terrorisme. Dit is een ander gevoel van onveiligheid dan dat ze hebben a.g.v. vermogenscriminaliteit zoals woninginbraak, diefstal of zakkenrollerij. Ook geweldscriminaliteit, zoals mishandeling, bedreiging of seksueel misbruik brengt weer een ander gevoel van onveiligheid met zich mee. Gelet op de verschillende oorzaken die ten grondslag liggen aan de gevoelens van onveiligheid, is ook een brede aanpak langs verschillende wegen geboden. Naast het al genoemde veiligheidsprogramma en de Midterm Review wil ik ook de beleidsvisie op de Veiligheidsregio en de agenda voor de crisisbeheersing noemen. Immers, ook zware ongevallen, rampen en crisissituaties kunnen gevoelens van onveiligheid teweeg brengen.

Een moordaanslag kan openbare problemen tot gevolg hebben of vormen van geweldscriminaliteit als bedreigingen. Zo werken alle vormen van criminaliteit op elkaar in. Er zijn grote verschillen tussen internationaal terrorisme, zware criminaliteit, geweldscriminaliteit, vermogenscriminaliteit en calamiteiten. Maar één ding hebben ze gemeen. Autoriteiten dienen over voldoende vertrouwen en gezag te beschikken om na een ernstig incident daadwerkelijk te kunnen optreden en zo de samenleving weer veiliger te maken.

Hiertoe dienen ze allereerst de problemen te onderkennen en te beschikken over een visie om deze problemen op te lossen, ze moeten lef hebben om moeilijke soms impopulaire maatregelen te treffen en tenslotte zullen ze concrete resultaten moeten laten zien. Het gaat om duidelijkheid, durf en daadkracht.

In het vervolg van mijn betoog zal ik op de volgende punten nader ingaan:
1. prestatie afspraken

2. decentraal wat kan, centraal wat moet

3. betrokkenheid van Burgers en Bedrijven

4. Budget Verdeel Systeem

5. een aantal goede praktijkvoorbeelden


1. Prestatiecontracten:
Bij sommige burgers leeft het gevoel dat de politie de verkeerde prioriteiten stelt. De politie schrijft teveel bonnen uit voor futiele zaken. Kleine snelheidsovertredingen worden zwaar beboet. Kunnen ze niet achter de echt zware jongens aan? Is een veel gestelde vraag. Het antwoord dat hierop veelal gegeven wordt, luidt, dat deze manier van werken voortvloeit uit de prestatiecontracten. Er moet een extra stoplicht worden geplaatst, omdat het quotum 'door rood licht rijden' nog vol moet (.) Terzijde merk ik op dat hierover ook veel misverstanden bestaan, zie het artikel van Pier Eringa in het VNG-Magazine en het blad Binnenlands Bestuur van 3 december.

MdV, ik wil voorop stellen dat de VVD-fractie vóór prestatiecontracten is. Op alle beleidsterreinen is het VBTB regiem van toepassing, dus waar er publiek geld in het geding is dient men de besteding zo concreet mogelijk te verantwoorden. De vraag is nu of er geen betere indicatoren denkbaar zijn om de prestaties van de politie te meten. Gelet op het feit dat de prestatiecontracten nu geëvalueerd worden, vraag ik hiervoor speciale aandacht van de Minister. Vraag: Is de MBZK bereid om in de evaluatie van de prestatiecontracten te bezien of er betere indicatoren te ontwikkelen zijn die enerzijds tegemoet komen aan de noodzaak tot publieke verantwoording en die anderzijds verantwoord zijn in de ogen van het publiek? (Proces, Financieel, Opsporing, Dienstverlening, Team indicatoren: kengetallen)


2. Decentraal wat kan, centraal wat moet:
De VVD-fractie is zeer ingenomen met de kerntakenbrief van het kabinet. Hierin geeft het kabinet in negen concrete voorstellen aan hoe de lokale overheid meer in positie wordt gebracht om de lokale veiligheidszorg vorm te geven en daarbij de politie te ontlasten. Naast deze versterking van de bevoegdheden op gemeentelijk niveau zijn er ook terreinen waar de Minister op rijksniveau meer bevoegdheden moet krijgen. Bijvoorbeeld t.a.v. het realiseren van door de Tweede Kamer en Regering afgesproken doelstellingen van het veiligheidsbeleid (Jeugd / Veelpleger / urgente aanpak), moeten de veiligheidsministers kunnen beschikken over voldoende bevoegdheden. Je kunt immers niet verantwoordelijk gehouden worden voor realisatie van deze doelstellingen als je niet over adequate bevoegdheden beschikt. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het nakomen van de uitbreiding van de politiesterkte en het realiseren van een goede informatiehuishouding. Bijvoorbeeld de landelijke uitrol van het MIB (Monitoring doelgroepen, Informatieknooppunt, Bevraging en Analyse) Vraag: Het CIP (concern informatie management politie) heeft een landelijke database van de zgn. Utrechtse kalender, de zogenaamde MIB, ontwikkeld. Korpschef van Zundert heeft mij vorige week gezegd dat deze database spoedig operationeel zal zijn. Toch krijg ik uit het veld andere signalen. Er schijnen korpsen te zijn die niet mee willen doen. Daarmee is het systeem onbruikbaar. Is de MBZK bereid om onwillige korpsen zonodig een aanwijzing te geven om hieraan mee te werken? Meer veiligheid vraagt om meer bevoegdheden op lokaal én op rijksniveau. De VVD is bereid hier constructief aan mee te werken. Met het versterken van de bevoegdheden van de Minister hebben we niet meteen een nationale politie, terwijl het beleggen van verantwoordelijkheden bij de gemeenten niet per definitie tot versnippering hoeft te leiden. Ook op veiligheidsgebied is lokaal maatwerk vereist. Aan het gezag van burgemeesters wordt wat de VVD betreft niet getornd. De VVD-fractie is bereid om het wetsvoorstel 29.704 in behandeling te nemen. De vraag is wat de andere fracties van mening zijn. Wij zullen hier woensdag in een Algemeen Overleg verder over spreken.

MdV
Tenslotte zou ik bij dit onderwerp aan de Minister willen vragen om samen met de VNG of het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid een Leidraad integraal veiligheidsbeleid te maken, die alle lokale partijen kunnen benutten om hun gemeentelijke verkiezingsprogramma's te maken. Wanneer deze Leidraad Integraal Veiligheidsbeleid voor de zomer van 2005 gereed is kan zij nog in de verkiezingsprogramma's voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 verwerkt worden. Vraag: Is de Minister van BZK bereid om hiertoe het initiatief te nemen of initiatieven van anderen te ondersteunen om te komen tot een Leidraad Integraal Veiligheidsbeleid t.b.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, waarin alle voorstellen uit het veiligheidsprogramma, de Midterm Review, de kerntakenbrief en de begroting op een logische en samenhangende manier zijn verwerkt?


3. Betrokkenheid Burgers en Bedrijven:
Laat ik beginnen om de Minister dank te zeggen voor de beleidsreactie die hij gegeven heeft op het rapport van de werkgroep Bakker over de vrijwillige politie. In eerdere overleggen en door middel van Kamervragen heb ik hierop aangedrongen. De Landelijke Organisatie van Politie Vrijwilligers is positief over het rapport van de werkgroep Bakker en over de reactie van de Minister daarop. Wel vraagt de LOPV om van de jaarlijkse instroom in de opleiding van ongeveer 2000 agenten ongeveer 10% te laten bestaan uit vrijwilligers. De VVD-fractie vraagt zich af of het niet verstandiger is om bovenop de jaarlijkse instroom van 2000 aspiranten nog eens 10% vrijwilligers toe te voegen? Wanneer de Minister bereid is een deel van de kosten voor zijn rekening te nemen worden korpsen gestimuleerd om meer vrijwilligers te werven.

Ook in beleidsartikel 16: Brandweer en Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen wordt melding gemaakt van het feit dat er in 2005 een visie zal worden ontwikkeld ter versterking van de vrijwilligheid in relatie tot veiligheidsregio's. De VVD-fractie ziet met grote belangstelling uit naar deze visie, omdat vrijwilligers bij de brandweer niet gemist kunnen worden. Ook zou het interessant zijn om plaatselijke Rode Kruis afdelingen te betrekken bij het werven en opleiden van mensen die bereid zijn om onder moeilijke omstandigheden hulp te verlenen aan medemensen.

Vraag: Zal de toegezegde visie uitgaan van de samenhang en samenwerking tussen de vrijwilligers van de Rood (Brandweer), Wit (GHOR) en Blauw (Politie)?

De passage over Technopreventie uit de Midterm Review zou ik graag in het kader van Betrokken Burger en Bedrijfsleven willen aanhalen. Ik stel mij voor dat iemand als Pieper deel uit gaat maken van het innovatieplatform voor de opsporing. Maar ook dat vertegenwoordigers van het MKB, dat zou Loek Hermans kunnen zijn, en iemand van het grootwinkelbedrijf zitting nemen in dit platform. Het beteugelen van winkeldiefstal m.n. bij supermarkten, drogisten, juweliers en kledingzaken, vraagt om nieuwe technologische toepassingen. Ook iemand als Jacob Kohnstamm, thans voorzitter College Bescherming Persoonsgegevens, zou een goede bijdrage kunnen leveren. Veel van de vraagstukken waar dit platform zich voor gesteld ziet raken aan veiligheid en privacy. Een directe relatie met het college is dan een pré. Vraag: Wanner zal het innovatieplatform voor de opsporing worden ingesteld?


4. Budget Verdeel Systeem:
Vorig jaar heb ik gesproken over de evaluatie van het Budget Verdeel Systeem. Ik heb er toen bij het kabinet op aangedrongen om als gevolg van een mogelijke herziening van het budget verdeel systeem de sterkte van alle korpsen ten minste op het huidige peil te houden. In zijn beantwoording heeft de Minister van BZK gezegd vast te willen houden aan het afgesproken traject t.a.v. evaluatie van het Budget Verdeel Systeem. Wij hebben deze bestuurlijke lijn niet willen doorkruisen. Het herziene BVS zal robuust moeten zijn, d.w.z. dat het bestand is tegen korte termijn invloeden. Ook heb ik aandacht gevraagd voor korpsen die te maken hebben met sterke groeigemeenten. Ik wil nu niet vooruitlopen op alle maatstaven die je kunt hanteren in een dergelijk nieuw verdeelsysteem, dat moet de evaluatie juist uitwijzen. Maar nadat de evaluatie gereed is zal iedereen meteen gaan rekenen. Dan stelt men vast of men een voordeel- of een nadeel korps is. Aangezien de afspraken over de 4000 extra agenten tot 2010 inmiddels allemaal zijn vastgelegd kan snel de indruk ontstaan dat sommige politiekorpsen agenten moeten inleveren ten gunste van andere korpsen. Wij zouden deze situatie het liefst willen vermijden. Het nieuwe Budget Verdeel Systeem zou idealiter alleen voordeelkorpsen moeten opleveren. De nadeelkorpsen dienen dan op voorhand uit te kunnen blijven gaan van de sterkte zoals overeengekomen in het Landelijk Kader en de daarvan afgeleide convenanten. Dit impliceert dat wij bovenop de doelstelling van 2010 nog een plus voor de voordeelkorpsen moeten zetten. Vraag: Is de Minister bereid om dit scenario direct bij de presentatie van de evaluatie van het BVS uit te werken, zodat iedereen meteen kan zien wat het gaat kosten om geen enkel korps erop achteruit te laten gaan? MdV
De korpschef van Noord Holland Noord heeft enige tijd geleden een pleidooi gehouden om niet steeds weer de discussie te voeren over sterkte-uitbreiding. Kort samengevat, het gaat om meer veiligheid en niet om meer agenten, zo betoogde zij. Collega Eerdmans heeft in het APB van 17 april haar ideeën ondersteund. Zover is de VVD-fractie nog niet. Enige weken geleden hebben mevrouw Brink en ik hierover een gesprek gehad. Over en weer was er begrip voor de ingenomen standpunten. Dit brengt mij ertoe om, zonder los te komen van mijn standpunt, ruimte te willen maken voor een pilot in Noord Holland Noord door outcome afspraken te maken over de realisatie van meer veiligheid. Het korps zal in deze pilot meer ruimte krijgen terzake van de inzet van mensen, middelen en methoden om Noord Holland Noord veiliger te maken. Vraag: Is de Minister bereid om samen met het korps Noord Holland Noord een dergelijke pilot op te zetten en uit te laten voeren?


5. Praktijkvoorbeelden:
Tenslotte wil ik nog kort ingaan op een paar goede praktijkvoorbeelden. Zij hebben met elkaar gemeen, dat ze allemaal het motto Duidelijkheid, Durf en Daadkracht kunnen voeren. Ook zijn het projecten die navolging verdienen. Ik vraag het kabinet te bezien hoe opgebouwde kennis en ervaring behouden kan blijven en er overdracht naar andere gemeenten kan plaatsvinden.

Operatie Hartslag Heerlen (2001 Sakkers)
Integrale aanpak drugsoverlast

Handhaven op Niveau. Eindhoven (Welschen)
Aanpak prostitutiebeleid.

Rotterdam zet door. Rotterdam (Opstelten)
Schoon Heel en Veilig integraal veiligheidsbeleid.

Aanpak drugstoerisme Maastricht (Leers)

Korte lijnen, strakke afspraken. Enschede (Mans)
Integraal Veiligheidsbeleid

---- --