PERSCOMMUNIQUE nr. 98/04 14 december 2004 Arresten van het Hof van Justitie in de zaken C-463/01 en C-309/02 Commissie van de Europese Gemeenschappen / Bondsrepubliek Duitsland Radlberger Getränkegesellschaft mbH & Co. en S. Spitz KG / Land Baden-Württemberg De statiegeld- en terugnameplicht voor wegwerpverpakking voor dranken in duitsland dragen weliswaar bij tot de verwezenlijking van een algemene doelstelling van het milieubeschermingsbeleid, maar belemmeren het vrije verkeer van goederen indien producenten niet over een redelijke overgangstermijn beschikken en niet de zekerheid hebben dat het nieuwe systeem bedrijfsklaar zal zijn op het moment waarop het oude systeem wordt ingetrokken
Bij de vervanging van een algemeen inzamelingssysteem door een systeem van statiegeld en
terugname moet een lidstaat erop toezien dat er voldoende terugnamepunten zijn, opdat de
verbruiker die producten in wegwerpverpakkingen met statiegeld heeft gekocht, dit statiegeld
ook kan terugkrijgen als hij niet naar de oorspronkelijke aankoopplaats terugkeert.
A. Voorgeschiedenis van de zaken
In Duitsland zijn producenten en verkopers van in wegwerpverpakkingen verpakte dranken in
beginsel verplicht om statiegeld te heffen op deze verpakkingen en ze terug te nemen.1 Zij
kunnen evenwel aan deze verplichting voldoen door deel te nemen aan een algemeen
inzamelingssysteem zoals "Der Grüne Punkt" (groen punt). Voor bepaalde dranken kunnen zij
niet langer van deze mogelijkheid gebruik maken indien het totale aandeel van in
herbruikbare verpakkingen verpakte dranken in Duitsland gedurende twee opeenvolgende
jaren daalt tot minder dan 72 % en voor de betrokken dranken het in 1991 bereikte aandeel
herbruikbare verpakkingen niet wordt gehaald. De Duitse regering heeft in januari 1999
meegedeeld dat het aandeel herbruikbare drankverpakkingen in 1997 voor het eerst gedaald
was tot minder dan 72 %. De tussen februari 1999 en januari 2000 en tussen mei 2000 en april
2001 uitgevoerde ramingen hebben aangetoond dat dit aandeel lager is gebleven dan 72 %.
In zaak C-463/01 heeft de Commissie in december 2001 bij het Hof van Justitie beroep
ingesteld tegen Duitsland, waarbij zij de toepassing van deze regeling op natuurlijk
mineraalwater, dat ingevolge een communautaire richtlijn2 aan de bron moet worden
gebotteld, aanvecht. Door de invoering van een statiegeldverplichting en een terugnameplicht
naargelang het aandeel herbruikbare verpakkingen op de Duitse markt, legt deze regeling de
producenten van natuurlijk mineraalwater uit andere lidstaten een bijzondere last op en vormt
zij aldus een belemmering voor het intracommunautaire handelsverkeer, die niet
gerechtvaardigd is om redenen van milieubescherming.
Zaak C-309/02 betreft de Oostenrijkse ondernemingen Radlberger en Spitz, die
koolzuurhoudende frisdranken, vruchtensappen en andere dranken zonder koolzuur alsmede
tafelwater in wegwerpverpakkingen uitvoeren naar Duitsland. Met het oog op de
terugwinning van deze verpakkingen, hebben zij zich aangesloten bij het algemene
inzamelingssysteem voor afval "Der Grüne Punkt", en zijn zij uit dien hoofde vrijgesteld van
de verplichting om het voorgeschreven statiegeld te heffen op in Duitsland verkochte dranken
in wegwerpverpakkingen. Radlberger en Spitz hebben in mei 2002 bij het Verwaltungsgericht
Stuttgart beroep ingesteld tegen de deelstaat Baden-Württemberg. Zij betogen dat de Duitse
quotaregeling voor herbruikbare verpakkingen en de daarmee samenhangende
statiegeldverplichting en terugnameplicht in strijd zijn met richtlijn 94/62/EG betreffende
1 Ingevolge de Verordnung über die Vermeidung und Verwertung von Verpackungsabfällen (verordening
betreffende de preventie en de terugwinning van verpakkingsafval, hierna: "Verpackingsverordnung"), van
21 augustus 1998.
2 Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen
der lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (PB L 229, blz. 1).
---
verpakking en verpakkingsafval3, alsmede met het door het EG-Verdrag gewaarborgde vrije
verkeer van goederen. De Bondsrepubliek Duitsland is in het geding betrokken. Het
Verwaltungsgericht heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen in deze context een aantal vragen gesteld.
Op 2 juli 2002 heeft de Duitse regering aangekondigd dat statiegeld zou worden geheven op
mineraalwater, bier en frisdranken. Deze statiegeldverplichting is, na het verstrijken van de
wettelijke termijn van zes maanden, op 1 januari 2003 gaan gelden.
B. De verhouding tussen richtlijn 94/96 en het vrije verkeer van goederen
Volgens het Hof moet de aan de orde zijnde Duitse regeling niet alleen aan richtlijn 94/62,
maar ook aan de bepalingen van het EG-Verdrag betreffende het vrije verkeer van goederen
worden getoetst. In genoemde richtlijn, die geen rangorde bepaalt tussen het hergebuik van
verpakking en de terugwinning van verpakkingsafval, is immers enkel bepaald dat de
lidstaten overeenkomstig het EG-Verdrag systemen mogen bevorderen voor het hergebruik
van verpakkingen die op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze kunnen worden
hergebruikt. Zij bevat dus geen volledig geharmoniseerde regeling voor de organisatie van
nationale systemen ter bevordering van het hergebruik van verpakking.
C. De belemmering van het vrije verkeer van goederen
Wat het bestaan van een door het EG-Verdrag verboden belemmering voor het
intracommunautaire handelsverkeer betreft, stelt het Hof vast dat de aan de orde zijnde
Duitse regeling de verhandeling van in Duitsland geproduceerde dranken en die van
dranken uit andere lidstaten niet gelijkelijk raakt. De overschakeling van een algemeen
inzamelingssysteem voor wegwerpverpakking op een systeem van statiegeld en individuele
terugname brengt voor iedere producent of verkoper die dergelijke verpakking gebruikt, naast
de kosten voor het merken of de etikettering, ook bijkomende kosten mee in verband met de
organisatie van de terugname van verpakkingen, de terugbetaling van statiegeld en de
eventuele verrekening daarvan tussen verkopers. Buiten Duitsland gevestigde producenten
gebruiken beduidend meer wegwerpverpakkingen dan Duitse producenten.
Het Hof herinnert er evenwel aan dat volgens vaste rechtspraak nationale maatregelen die het
intracommunautaire handelsverkeer kunnen belemmeren, hun rechtvaardiging kunnen vinden
3 Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en
verpakkingsafval (PB L 365, blz. 10).
---
in dwingende eisen van milieubescherming, mits de betrokken maatregelen evenredig zijn aan
het beoogde doel.
D. Het aspect van de milieubescherming
Wat de inroeping van de milieubescherming als rechtvaardigingsgrond betreft, erkent het Hof
dat de opzetting van een systeem van statiegeld en individuele terugname het percentage
geretourneerde lege verpakkingen doet toenemen en tot selectie van het verpakkingsafval
leidt, hetgeen bijdraagt tot betere terugwinning daarvan. In zoverre de heffing van
statiegeld de verbruiker ertoe aanzet de lege verpakkingen naar de verkooppunten te
retourneren, draagt zij bovendien bij tot de beperking van afval in de natuur.
Voorzover bovendien de aan de orde zijnde regeling de inwerkingtreding van een nieuw
systeem voor verpakkingsafvalbeheer doet afhangen van het aandeel herbruikbare
verpakkingen op de Duitse markt, creëert zij een situatie waarin elke stijging van de verkoop
van in wegwerpverpakkingen verpakte dranken op deze markt, het waarschijnlijker maakt dat
het systeem wordt vervangen door een statiegeldverplichting. In zoverre genoemde regeling
de betrokken producenten en verkopers aldus aanmoedigt om herbruikbare verpakkingen te
gebruiken, draagt zij bij tot een beperking van te verwijderen afval.
Het Hof stelt evenwel vast dat een regeling zoals de Duitse Verpackungsverordnung, die de
opzetting van een systeem van statiegeld en individuele terugname doet afhangen van
het aandeel herbruikbare verpakkingen, stellig voordelen heeft vanuit milieuoogpunt,
maar slechts strookt met het evenredigheidsbeginsel indien zij niet alleen hergebruik van
verpakkingen aanmoedigt, maar daarnaast de betrokken producenten en verkopers een
redelijke overgangstermijn geeft om zich daaraan aan te passen en verzekert dat op het
moment waarop het systeem voor verpakkingsafvalbeheer wordt veranderd, iedere
betrokken producent of verkoper daadwerkelijk kan deelnemen aan een bedrijfsklaar
systeem.
Het Hof verklaart in zaak C-309/02 dat het aan het Verwaltungsgericht Stuttgart staat om
uitspraak te doen over de vraag of de verandering van het systeem voor
verpakkingsafvalbeheer zoals voorzien in de Duitse regeling, de betrokken producenten en
verkopers de mogelijkheid biedt om deel te nemen aan een bedrijfsklaar systeem.
In het kader van zaak C-463/01, die betrekking heeft op natuurlijk mineraalwater, dat aan de
bron moet worden gebotteld, oordeelt het Hof dat de Verpackungsverordnung niet strookt met
---
het evenredigheidsbeginsel, omdat de overgangstermijn van zes maanden niet voldoende is
om de producenten van natuurlijk mineraalwater in de gelegenheid te stellen hun productie en
hun beheer van afval van wegwerpverpakking aan het nieuwe systeem aan te passen.
E. Andere aspecten van de overschakeling op een statiegeldsysteem
Ten slotte geeft het Hof in zaak C-309/02 een ontkennend antwoord op de vraag van het
Verwaltungsgericht Stuttgart, of richtlijn 94/62 producenten en verkopers die
wegwerpverpakkingen gebruiken en aan hun statiegeldverplichting en terugnameplicht mogen
voldoen door deel te nemen aan een algemeen inzamelingssysteem voor verpakking, het recht
geeft om ter voldoening aan hun wettelijke verplichtingen aan een dergelijk systeem te blijven
deelnemen. Volgens het Hof is het een lidstaat op grond van richtlijn 94/62 toegestaan,
een algemeen systeem van inzameling van verpakking nabij de woonplaats van de
verbruiker of de verkooppunten te vervangen door een systeem van statiegeld en
individuele terugname.
In dat geval moeten evenwel ook met het nieuwe systeem de doelstellingen van genoemde
richtlijn worden bereikt. Meer in het bijzonder moet de betrokken lidstaat, ingeval het
nieuwe systeem, zoals in Duitsland, een systeem van statiegeld en individuele terugname is,
erop toezien dat er voldoende terugnamepunten zijn, opdat de verbruiker die producten
in wegwerpverpakkingen met statiegeld heeft gekocht, dit statiegeld ook kan
terugkrijgen als hij niet naar de oorspronkelijke aankoopplaats terugkeert.
Daarenboven moet de overschakeling op het nieuwe systeem zonder onderbreking
verlopen en zonder dat de ondernemingen van de betrokken sectoren het risico lopen
dat zij niet daadwerkelijk aan het nieuwe systeem kunnen deelnemen zodra dit in
werking treedt. In deze context herinnert het Hof eraan dat de betrokken lidstaat moet
verzekeren dat de betrokken producenten en verkopers over een redelijke termijn beschikken
om op het nieuwe systeem over te schakelen, zodat zij hun productiemethoden en hun
verkoopketens kunnen aanpassen aan de eisen van het nieuwe systeem.
---
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.
Beschikbare talen: DE, EN, FR, NL
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina
van het Hof
http://curia.eu.int/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=nl
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught.
Tel: 00 352 4303 2170 Fax: 00 352 4303 3656
Beelden van de uitspraak van het arrest zijn beschikbaar op "Europe by Satellite",
Europese Commissie, Directoraat-generaal Pers en Voorlichting, L-2920 Luxemburg
Tel: 00 352 4301 35177 Fax: 00 352 4301 35249,
of B-1049 Brussel, Tel: 00 32 2 2964106 Fax: 00 32 2 2965956
---