Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
UB/K/2004/84797
Onderwerp Datum
Voortzetting PRB-experimenten 13 december 2004
In het planningsoverleg van de Vaste Commissie SZW d.d. 17 november jl. heb ik
toegezegd terug te komen op uw verzoek om correspondentie met UWV te overleggen over
de voortzetting van het experiment PRB door UWV alsmede een follow up op mijn brief
van 18 mei 2004 (Kamerstuk 26 448, nr. 112).
In mijn brief van 29 maart 2004 aan de Kamer heb ik voorgesteld de experimenten met het
PRB te beëindigen. Op 15 april 2004 heb ik hierover met de Tweede Kamer van gedachten
gewisseld. In mijn brief van 18 mei 2004 heb ik de Kamer laten weten dat ik - op
uitdrukkelijk verzoek van de Kamer - het experiment met het PRB in de drie regio's door
UWV vooralsnog zal laten voortbestaan. Ik heb tevens toegezegd het gebruik, de resultaten
en de kosten van het PRB te betrekken bij de monitoring en evaluatie van de IRO, waarvoor
APE momenteel een onderzoek doet. Omdat het voorstel tot beëindiging destijds niet is
geëffectueerd, heb ik het UWV ook geen opdracht gegeven tot beëindiging van de
experimenten over te gaan. In die zin kan ik de Kamer dus ook geen correspondentie met
UWV overhandigen. UWV ging en gaat door met de experimenten totdat de definitieve
besluitvorming hierover in samenspraak met de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden. Ik
heb u hierover in mijn brief van 27 oktober jl. bericht. Overigens heeft UWV heeft tot en
met het derde kwartaal 2004 47 budgetten toegekend. Tegelijkertijd heeft UWV tot dat
tijdstip voor bijna 1500 cliënten Individuele Reïntegratieovereenkomsten afgesloten.
Inmiddels is onderzoeksbureau APE gestart met onderzoek naar monitoring en evaluatie van
de IRO-regeling. De experimenten met het PRB worden betrokken in dit
evaluatieonderzoek. Een eerste rapportage over de aandachtspunten met betrekking tot
implementatie en werking van de IRO-regeling is voorzien een half jaar na inwerkingtreding
van de IRO-regeling. Ik zeg u toe deze rapportage voor 1 februari 2005 toe te zenden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
2
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid