Speech Minister Dekker op de bijeenkomst van de Vereniging Groepswonen
door ouderen in Den Haag op 25 november 2004.
Dames en heren,
Ik dank u hartelijk voor de uitnodiging om vandaag het woord tot u te
richten op deze bijeenkomst ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan
van uw vereniging. Uw vereniging heeft de afgelopen twee decennia een
boeiende ontwikkeling doorgemaakt.
Nieuw is bijvoorbeeld dat oud tegenwoordig zo oud niet meer is.
Ouderen vormen een bruisende bevolkingsgroep die reist of gereisd
heeft, van ver komt en gemiddeld gezonder is, een groep waarmee
terdege rekening gehouden zal moeten worden. Dit kabinet heeft volop
aandacht voor de komende vergrijzing. Daarbij gaat het vaak over de
kosten. Als Minister van VROM wil ik vooral werk maken van adequate
woonvoorzieningen.
Volgens de CBS-bevolkingsprognose zal de komende 20 jaar de
levensverwachting van mannen bij de geboorte nog 2,0 jaar toenemen en
die van vrouwen met 0,4 jaar. De groep voor wie u zich sterk maakt,
zal alleen maar toenemen.
In de periode die u als vereniging achter u hebt, is weliswaar de
levensduur verlengd, maar de periode die in gezondheid en
onafhankelijkheid wordt doorgebracht nauwelijks. Dat stelt u en
daarmee ook de overheid voor een nieuwe taak, een boeiende taak.
In de politiek, op het Binnenhof, wordt vaak gesproken in abstracte
termen. Het gaat dan over meerjarige woningbouwafspraken, de
herstructurering van oudere wijken en over het huurbeleid. Belangrijke
onderwerpen, maar het is goed om ons daarbij te realiseren voor wie we
het doen. Dat deze plannen uiteindelijk bedoeld zijn om mensen,
afzonderlijke individuen, zo goed mogelijk te kunnen laten wonen.
Wonen in een goede woning, voor een passende prijs en in een prettige
omgeving.
Er bestaat geen doorsnee-bewoner met één doorsnee-behoefte. Ieder
bewoner heeft zijn of haar eigen eisen, verlangens en mogelijkheden.
En het is onze taak de voorwaarden te scheppen om te zorgen dat hier
zoveel mogelijk aan tegemoet kan worden gekomen.
Sommige bewoners hebben heel specifieke verlangens en behoeften, waar
op een specifieke manier een oplossing voor moet worden gevonden. Zo
zijn er mensen die samen met anderen onder een dak willen leven, maar
wel hun eigen woonplek willen hebben.
In de loop van de tijd zijn hiervoor veel verschillende benamingen
voor bedacht, maar groepswonen geeft het uitgangspunt wellicht het
beste weer.
Binnen het groepswonen is weer een categorie bewoners te onderkennen,
die onder één dak willen wonen met levensfase-genoten. Ik zeg bewust
niet leeftijdsgenoten, want het gaat meer om de fase waarin iemands
leven zich bevindt dan om de optelsom van de jaren. Wel is het zo dat
de kans op lichamelijke beperkingen groter wordt met het stijgen van
de leeftijd. Door op niet al te hoge leeftijd en in vitale conditie de
verhuisstap te maken, is het makkelijker om aan de nieuwe situatie te
wennen en weer een sociaal netwerk op te bouwen.
U als vereniging staat vooraan om de wensen van de ouderen te
registreren. Elk mens is in zijn zorgbehoefte afhankelijk van anderen
en dit geldt temeer voor ouderen. De nieuwe ouderen zullen daarbij zo
onafhankelijk mogelijk willen zijn, maar evenmin eenzaam. Ze willen op
zichzelf zijn, maar ook niet zo aan zichzelf overgelaten en daarmee
nodeloos kwetsbaar. De oplossing kan dan zijn een groep te vormen,
woongemeenschappen in te richten. De bouwplannen van de overheid
zullen moeten aansluiten op de vraag.
Het beleid van mijn Ministerie is erop gericht alle mensen een
geschikte woonruimte aan te bieden. Het bouwen doen we echter niet op
het ministerie, dat doen de partijen in het veld. De woningcorporaties
en de gemeenten spelen daarbij een grote rol. Wij proberen de
voorwaarden voor hun werk zo goed mogelijk te maken.
De totstandkoming van projecten groepswonen door ouderen past
bijzonder goed in het beleid, dat gericht is op het zo lang mogelijk
zelfstandig laten wonen van ouderen. Hiervoor is de bouw nodig van een
groot aantal woningen. Ook door verbouw en gerichte woningtoewijzing
kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de opgave waarvoor
wij staan.
Projecten groepswonen door ouderen leveren een bijdrage aan het
realiseren van deze opgave. Ik ga er dan ook van uit dat er nog een
flink aantal van dergelijke projecten zal worden gerealiseerd.
De gemeente Den Haag is actief op het terrein van het bouwen van
woningen. De laatste drie jaar zijn er zon 4000 nieuwe woningen per
jaar gebouwd en de komende 5 jaar komen er nog eens zon 16.000 nieuwe
huizen bij, waarvan een derde deel ter vervanging van woningen die
voor een groot deel niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd.
Toegankelijkheid van de woning maakt deel uit van het eisenpakket voor
nieuwbouw.
Hier in het Haagse heeft u een aanzienlijke ervaring in het realiseren
van projecten groepswonen door ouderen.
Uw vereniging heeft twintig jaar ervaring in het begeleiden van mensen
die een woongroep willen opstarten, niet alleen tijdens de
voorbereiding en tijdens de bouw, maar ook in de begeleiding van de
woongroep in de fase daarna. En met succes, want er zijn inmiddels 26
projecten gerealiseerd. 26 woongroepen waar men onderling hulp kan
inschakelen indien nodig en er samen op uit kan trekken.
In het bijzonder wil ik nog wijzen op de 12 projecten voor allochtone
ouderen. Ik denk dat hiermee tegemoet wordt gekomen aan een behoefte
die de komende jaren sterk zal toenemen.
U staat thans aan het begin van een lange ontwikkeling die zich steeds
duidelijker aftekent. Voorzieningen bouwen voor meer en meer ouderen
die het op zichzelf èn samen naar hun zin willen hebben.
In uw uitnodiging vermeldde u als motto voor deze bijeenkomst
Groepswonen door ouderen, een groeiende en boeiende behoefte. Over de
groei heb ik zojuist al iets gezegd. Dat het onderwerp boeiend is
blijkt zonneklaar. Uw enthousiasme is ook voor mij weer een
inspiratiebron.
Ik wens u nog een feestelijke bijeenkomst en bijzonder veel succes en
vooral woonplezier in de toekomst.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer