Persbericht
Nieuwe aanpak schuldsaneringsregeling
13 december 2004
Er komen nieuwe regels voor mensen die naar de rechter stappen om van
hun schuldenlast af te komen. Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat
minister Donner vandaag bij de Tweede Kamer heeft ingediend. Het gaat
om een wijziging van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
uit 1998. De wet biedt schuldenaren de mogelijkheid na drie, maximaal
vijf jaar schuldenvrij te zijn. Zij kunnen dan met een schone lei
beginnen en wee rvolwaardigaandemaatschappijdeelnemen.Desanering
kent een streng regime onder toezicht van een bewindvoerder en komt
pas in beeld als een minnelijke schikking aantoonbaar faalt. Het
aantal Wnsp-zaken steeg van 9600 in 2002 naar 10.500 in 2003.
De uitvoering van de huidige Wsnp blijkt anders en vooral
bewerkelijker dan was voorzien. Veel mensen blijken niet in staat zich
aan de verplichtingen van de saneringsregeling te houden omdat hun
problemen meer psychosociaal dan financieel van aard zijn. Het gevolg
is dat rechters en bewindvoerders overbelast raken en dat mede door de
zorgelijke economische situatie de regeling onuitvoerbaar dreigt te
worden.
Daarom wil minister Donner de huidige saneringsregeling niet alleen
vereenvoudigen, maar ook de toegang tot de regeling beperken tot die
schuldenaren voor wie de regeling een daadwerkelijke oplossing voor
hun problemen biedt en van wie verwacht mag worden dat zij de regeling
tot een goed einde brengen. De Wsnp moet, juist bij economische
tegenwind, bereikbaar blijven voor wie te goeder trouw is, oprecht en
actief heeft geprobeerd met zijn schuldeisers tot een schikking te
komen en voor wie geen andere keuze overblijft dan een beroep op de
rechter. Voor deze groep schuldenaren is de schuldsaneringsregeling
oorspronkelijk bedoeld.
Om het minnelijk traject te versterken en tegelijk de instroom van
zaken beheersbaar te houden, wil de bewindsman de mogelijkheden voor
een gedwongen schuldregeling verbeteren (dwangakkoord). Schuldeisers
die ten onrechte weigeren mee te werken aan een minnelijke schikking
kunnen daartoe op verzoek van de schuldenaar alsnog worden gedwongen.
Beslist de rechter in het voordeel van de aanvrager, dan is
behandeling van de Wsnp-aanvraag niet meer nodig.
Daarnaast moet de schuldenaar voortaan schriftelijk aangeven waarom
hij zijn schulden niet meer kan betalen en dat hij bereid is zich aan
de verplichtingen van de regeling te houden. Dit moet een lichtvaardig
beroep op de saneringsregeling voorkomen.
Bovendien verdwijnt het verplichte saneringsplan dat in de praktijk
nogal omslachtig is, veel administratie met zich meebrengt voor
rechters en bewindvoerders en weinig toevoegt aan het gehele
saneringstraject. In een saneringsplan staan afspraken met de
schuldenaar over het verloop van de regeling.
Ten slotte staat er in het wetsvoorstel dat ontruimingsvonnissen
wegens huurschulden uit de periode vóór de schuldsanering tijdens de
duur van de regeling niet uitgevoerd worden. Dit voorkomt dat de
schuldenaar een slechte start maakt omdat hij aan het begin van de
sanering ui tzijnhuiswordtgezet.Voorwaardedaarbijisdatdehuur
verder tijdig wordt betaald.
Ministerie van Justitie