Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
Postadres der Staten-Generaal
Postbus 20001 Postbus 20018
2500 EA Den Haag 2500 EA Den Haag
Bezoekadres
Binnenhof 19, Den Haag
Contactpersoon
E-mail
Telefoon
Fax Datum Kenmerk Onderwerp
13 december 2004 04M471082 Voortgang waarden en normen
1. Inleiding
Op 5 maart 2004 heeft het kabinet zijn reactie op het WRR-rapport `Waarden,
normen en de last van het gedrag' gegeven. In deze reactie heeft het kabinet zijn
eigen visie op waarden en normen ontvouwd, en tevens een aantal concrete
activiteiten gemeld, met name rond veiligheid, jeugd, onderwijs en integratie.
Deze brief geeft de voortgang over de kabinetsaanpak over waarden en normen
weer.
2. Het debat
De afgelopen weken, na de tragische moord op Theo van Gogh, is het
maatschappelijk en politiek debat over de grondwaarden van onze samenleving en de
spanning tussen godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en respect weer hoog
opgelopen. Het debat over waarden en normen was er al langer. Onvrede over
normoverschrijdend gedrag, de schaduwkanten van een sterk accent op individuele
vrijheid en zelfverwezenlijking en de toegenomen pluriformiteit in de samenleving
hebben de afgelopen jaren geleid tot maatschappelijke discussie. Het vorige en het
huidige kabinet hebben de discussie over waarden en normen geagendeerd om te
onderzoeken op welke wijze deze consequenties moet hebben voor overheidsbeleid.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft het kabinet daarover
desgevraagd geadviseerd en vele anderen hebben daarover hun opvattingen laten
horen. Ook in het kamerdebat over de publieke moraal, dit voorjaar, zijn al enkele
uitspraken gedaan over dit onderwerp.
In het debat van het afgelopen jaar heeft het thema `waarden en normen' drie
toespitsingen gekregen.
Allereerst gaat het over de leefbaarheid van de samenleving. Deze leefbaarheid is
afhankelijk van de mate waarin burgers en bedrijven in hun doen en laten
rekening houden met de effecten van hun gedrag op anderen. Er wordt enerzijds
gewezen op onvoldoende respect en fatsoen, teveel `hufterigheid' en slonzigheid
en het gegeven dat mensen elkaar daar onvoldoende op durven aan te spreken.
De consequentie is dat burgers vaker aangeven last te hebben van het gedrag van
anderen. Aan de andere kant zijn de afgelopen twee jaar talloze nieuwe of al
langer bestaande initiatieven zichtbaar geworden waaruit blijkt dat burgers wel
aanspreekbaar zijn op hun doen en laten.
De tweede toespitsing in het debat richt zich op de publieke moraal. In een
pluriforme en geïndividualiseerde samenleving is die niet vanzelfsprekend.
Burgers merken dat zelf. Normatieve onzekerheid wordt bevorderd door de
grotere culturele pluriformiteit die is ontstaan, zo stelt het Sociaal en Cultureel
Planbureau.1 De vrijheid van meningsuiting is voor de één een ruimte die
onbeperkt ingevuld mag worden, voor de ander een ruimte die begrensd wordt
door bepaalde gedragsregels. De afgelopen weken is dit debat opnieuw intensief
geworden. Het kabinet had al eerder aandacht gevraagd voor de betekenis van
grondrechten in een pluriforme samenleving.2 Tegelijkertijd erkent het kabinet
dat het benoemen van deze fundamentele waarden nog niet betekent dat ze
overal gekend en beleefd worden. Dat geldt voor degenen die zijn groot
geworden in de Nederlandse cultuur en voor degenen die hun herkomst hebben
in andere culturen.
Ten derde gaat over de relatie tussen burger en overheid. Burgers zijn steeds
meer in staat om de grenzen van wetten en regels op te zoeken en te benutten.
Maar als het mis gaat legt men wel gemakkelijk de claim en de rekening bij de
overheid. Dit leidt weer tot teleurstellingen, waardoor het vertrouwen in de
overheid en politici afneemt. Burgers uiten hun afnemend vertrouwen in de
overheid, maar in haar acties om dat vertrouwen weer terug te winnen moet de
overheid ook burgers aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
De waarden en normen in de samenleving raken daarmee ook aan de
democratische rechtsstaat. Zonder burgerschap is er geen democratie. Een
levende democratie gebaat is bij de bereidheid van allochtone en autochtone
burgers zich onderdeel te weten van deze samenleving, en bij basiskennis over de
kernwaarden van de Nederlandse samenleving.
Het kabinet juicht de verschillende maatschappelijke discussies toe. Het kabinet heeft
het debat over waarden en normen niet gestart, maar wel benoemd en zal het waar
nodig ook ondersteunen. Uiteindelijk gaat het over dat wat burgers en de overheid
van elkaar mogen verwachten en daarmee over burgerschap.
1 P. Dekker, J. de Hart en P. de Beer, De moraal in de publieke opinie. Een verkenning van `normen
en waarden' in bevolkingsenquêtes. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, maart 2004.
2 Naast in de genoemde kabinetsreactie ook in de Nota Grondrechten in een pluriforme samenleving.
(Ministerie van BZK 17 mei 2004).
Pagina
2/7
In zijn reactie op het rapport van de WRR heeft het kabinet ook zijn eigen visie in
deze discussies gepresenteerd. Deze visie laat zich als volgt samenvatten.
· Er moet bij de leden van elke gemeenschap, dus ook de Nederlandse
samenleving, een grondhouding bestaan om uit eigen beweging rekening te
houden met de belangen van anderen. Vrijheid en verscheidenheid zijn van
belang maar als derden overlast hebben is er een probleem. Basale noties van
waarden, normen en acceptabel gedrag moeten gevormd en versterkt worden, te
beginnen bij opvoeding en onderwijs.
· Om met elkaar te kunnen leven in een samenleving die gekenmerkt wordt door
waardenpluriformiteit in harmonie, is het nodig dat iedereen weet om te gaan met
die pluriformiteit. Respect voor elkaars waarden en opvattingen en voor de voor
allen geldende normen moeten het gedrag bepalen. Waar, zoals ook in
Nederland, die pluriformiteit versterkt wordt door de aanwezigheid van
nieuwkomers geldt dat temeer - zowel voor degenen die nieuw komen als voor
degenen die hen als medeburger tegenkomen.
· In een pluriforme samenleving is het van belang de waarden van de
democratische rechtsstaat te bewaken, te verankeren en uit te dragen.
De vraag is vervolgens wat de overheid hiermee zou moeten doen. In het debat dat is
ontstaan zijn verschillende opvattingen geuit over de rol van de overheid.
De eerste is dat de overheid zich moet beperken tot het bewaken van de normen
die vastliggen in wet- en regelgeving: handhaving. En natuurlijk zelf het goede
voorbeeld moet geven in haar eigen doen en laten: integer bestuur.
De tweede opvatting is dat de overheid daarnaast mag bevorderen dat burgers en
organisaties hun individuele en collectieve waarden onderhouden en betrekken
bij hun gedrag.
Een derde opvatting is dat de overheid de leden van de samenleving ook
nadrukkelijk mag aanspreken op het nemen van eigen verantwoordelijkheid. De
`civil society' van maatschappelijke instellingen, gezondheidszorg, scholen en
verenigingen kan mede zorg dragen voor de overdracht en het behoud van
algemeen aanvaard maatschappelijk gedrag.
Inmiddels kunnen we vaststellen dat ook voor de derde opvatting politiek en
maatschappelijk veel steun is. Ook het kabinet heeft deze drie sporen uitgewerkt in
zijn reactie op het WRR-rapport en in de visie op het Programma Andere Overheid.
3. Activiteiten van het kabinet
Op 5 maart 2004 heeft het kabinet in zijn reactie op het WRR-rapport ook
aangegeven welke activiteiten het onderneemt in zijn beleid gericht op handhaving,
integriteit en de democratische rechtsstaat en toespitsingen op de terreinen veiligheid,
jeugd, onderwijs en integratie. Over deze activiteiten is inmiddels, in aanvulling op de
Pagina
3/7
kabinetsreactie en de departementale begrotingen, het volgende te zeggen (voor een
overzicht van de voortgang bij alle activiteiten verwijs ik naar bijlage 1):
De overheid moet allereerst het goede voorbeeld geven door handhaving en (mede
in haar rol als werkgever) integer openbaar bestuur. Daarover is kabinetsbeleid in
uitvoering en onderwerp van overleg tussen regering en Tweede Kamer. Diverse
acties zijn sinds de kabinetsreactie afgerond, zoals een inventarisatie van
integriteitbeleid in het openbaar bestuur en de opening van een website. Daarnaast
heeft de overheid de verantwoordelijkheid voor de democratische rechtsstaat en het
bewaken van grondrechten. Ook in een pluriforme samenleving biedt de Grondwet
daarvoor voldoende ruimte, zo heeft het kabinet op 18 mei 2004 aan de Tweede
Kamer laten weten, en het kabinet zal dat ook in debat met de samenleving naar
voren brengen. Bij brief van 10 juni 2004 heeft de minister van Justitie een visie
kenbaar gemaakt over de modernisering van de sanctietoepassing door selectiviteit en
differentiatie in de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties.
Het thema veiligheid behoort tot de kern van het beleid van dit kabinet. Dit komt naar
voren in het Veiligheidsprogramma en in de activiteiten die voortvloeien uit
`Handhaven op niveau'. Er ligt natuurlijk een belangrijke rol bij de overheid, maar op
onderdelen worden ook maatschappelijke actoren ondersteund om hun bijdrage te
vervullen. Een voorbeeld daarvan is de campagne Geweld op straat (`Weet wat je te
doen staat als het om geweld gaat') als onderdeel van het Veiligheidsprogramma van
het kabinet.
Ergernissen die door burgers worden benoemd gaan vaak over de dagelijkse
leefomgeving. De overheid kan overlastgevende panden aanpakken via de Wet
Victor (waarbij de gemeente het beheer overneemt). Zwerfafval daarentegen heeft
weer sterk te maken met het gedrag van burgers. Vandaar dat de overheid hierin
sterk de activiteiten van maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven,
bijvoorbeeld de campagne Nederland Schoon, ondersteunt. Een voorbeeld waarbij
de overheid de betrokkenheid van burgers wil vergroten zijn de burgerplatforms bij
VROM over wijkontwikkeling waarbij de termen `schoon, heel en veilig' centraal
staan Ook bij een probleem als burenlawaai is het doel om burgers te ondersteunen
om klachten zelf op te lossen, met steun van woningbouwcorporaties.
Veel van de vorming rond waarden en normen gebeurt in het gezin. Als dat daar
misgaat, zijn de gevolgen voor de kinderen en jongeren zelf, maar ook voor de
samenleving vaak problematisch. Met de Operatie Jong wil het kabinet het
jeugdbeleid effectiever maken, door het beleid rond de jongeren die problemen
hebben te organiseren. Tegelijkertijd liggen er in onderwijs en sport belangrijke
mogelijkheden voor de overdracht van waarden en normen. Rond het thema jeugd
zijn de in de kabinetsreactie aangekondigde acties inmiddels in uitvoering.
In de Onderwijsmeter 2004, die op 25 augustus 2004 aan de Tweede Kamer is
gestuurd, valt te lezen dat Nederlanders het slechte gedrag van leerlingen
waaronder het `gebrek aan waarden en normen' momenteel als het grootste
Pagina
4/7
probleem beschouwen in onderwijs. Op het gebied van onderwijsbeleid speelt zowel het
vergroten van de veiligheid op scholen, waarover de Minister van OCW op 19 mei
2004 een aanpak naar de Kamer heeft gestuurd, als het stimuleren van burgerschap
als leerdoel, zoals gemeld in de nota `Onderwijs, integratie en burgerschap' die op 23
april 2004 naar de Kamer is gezonden. Burgerschap betekent kennis van Nederlandse
kernwaarden, leren omgaan met andere culturen maar ook maatschappelijke stages in
het voortgezet onderwijs worden gestimuleerd. Op de informele en formele OJC-
raad van 12/13 uli 2004 respectievelijk 15 november 2004 heeft de Minister van
OCW met haar Europese collega's gesproken over de rol van onderwijs in het
versterken van burgerschap en sociale cohesie, nationaal zowel als Europees.
Op het terrein van integratie wil dit kabinet werk maken van het belang dat ook de
WRR hecht aan gemeenschappelijke kernwaarden in deze samenleving. `Meedoen in
de Nederlandse samenleving begint bij beheersing van de Nederlandse taal en kennis
van de waarden en normen hier', is dan ook de openingszin van de contourennota
`Herziening van het inburgeringstelsel' die nu wordt vertaald in beleid en wetgeving.
De commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen (PAVEM)
onderzoekt hoe de deelname van allochtone vrouwen in Nederland bevorderd kan
worden. Rond de gevolgen van de moord op Theo van Gogh, zoals de
brandstichtingen in moskeeën en kerken, heeft het kabinet aangegeven dat de
overheid als hoeder van de Grondwet en eigenaar van het geweldsmonopolie pal
staat voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de andere
grondrechten. Tegelijkertijd is het een gezamenlijk belang dat haat en
onverdraagzaamheid worden teruggedrongen en jonge mensen voor radicalisering
worden behoed. Daartoe zal onder andere discriminatie in het sociale leven en op de
arbeidsmarkt met kracht moeten worden bestreden.
Waarden en normen kun je niet opleggen, maar moeten worden beleefd en erkend.
Daarom stimuleert het kabinet maatschappelijke discussie en actie, en gaat het zelf
ook debat met vertegenwoordigers van de samenleving. Het wil van betrokkenen in
de samenleving zelf horen welke rol ze kunnen vervullen in het debat en bij de
oplossing van problemen, en hoe de overheid hen daarin kan ondersteunen.
Er zijn al gesprekken geweest met vertegenwoordigers van kerken in Nederland (27
mei 2004) en met ondernemers (8 juni 2004). Kerken spelen in een rol in het oefenen
van benoemen en beleven van waarden en normen en in de interreligieuze dialoog.
Ondernemers bleken aanspreekbaar op het meewegen van de effecten van hun
gedrag op anderen. De overheid wil dit ondersteunen met onder meer het
Kenniscentrum Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Gesprekken met andere
organisaties in de samenleving, zoals aangekondigd in de kabinetsreactie van 5 maart
2004, worden voorbereid.
Dit kabinet benadrukt het belang om participatie zo dicht mogelijk bij burgers te
leggen. Daarnaast zijn er vele gemeenten, maatschappelijke organisaties en
beroepsgroepen actief. Vaak hebben ze ook de rijksoverheid niet nodig en sluiten
hun acties aan bij lange tradities in deze organisaties. Sportverenigingen die aandacht
besteden aan fair play en als geen ander autochtone en allochtone kinderen laten
Pagina
5/7
samenwerken. Lokale supermarktondernemers die zich inspannen voor de
leefbaarheid van hun wijk of dorp. Buurthuizen die bevolkingsgroepen bij elkaar
brengen. Journalisten die een debat voeren over ironie en respect en over
onafhankelijkheid versus betaalde nevenactiviteiten. Respect en fatsoen zijn meer dan
enkele jaren geleden woorden die een rol mogen spelen in het maatschappelijk debat.
En inmiddels zijn zo'n honderd gemeenten aan de slag om met hun burgers na te
gaan wat hun stad of dorp aan normen nodig heeft om leefbaar te blijven. Wie het
leefbaar wil houden kijkt wel uit voor vrijblijvendheid.
De overheid ondersteunt dergelijke initiatieven en het maatschappelijk debat door de
informatie-uitwisseling. Deze communicatieactiviteiten worden ondersteund door de
website www.zestienmiljoenmensen.nl. Daarnaast heeft de WRR een verkorte en
toegankelijke versie van het rapport uitgegeven onder de titel `Wat gij niet wilt dat u
geschiedt' (april 2004).
4. Stand van zaken Zestienmiljoenmensen.nl
Op 12 februari jl. werd de website www.zestienmiljoenmensen.nl gelanceerd; de site
van het kabinet ter ondersteuning van de maatschappelijke discussie over waarden en
normen. Doel van de website is om de centrale plek met informatie over waarden en
normen te worden. Praktisch krijgt dit onder andere vorm door samenwerking met
maatschappelijke organisaties, verwijzingen naar ander sites met discussies,
toegankelijke informatie over het beleid van de departementen. In zes lokale
debatcentra worden van oktober tot en met december 2004 publieksdebatten over
waarden en normen georganiseerd. Het format is laagdrempelig, zodat het publiek
actief mee kan doen. In Amsterdam bijvoorbeeld resulteerde de avond in een
originele lijst van principes en regels voor samenleven in Amsterdam (Het Verdrag
van Amsterdam).
Het Forum voor Democratische Ontwikkeling heeft in de afgelopen twee jaar ruim
400 maatschappelijke initiatieven verzameld. In augustus 2004 is een database met
initiatieven via internet beschikbaar gemaakt. Veel organisaties en personen melden
zich nu ook direct bij de redactie van Zestienmiljoenmensen.nl. De redactie zoekt
zelf ook actief naar initiatieven en ondersteunt departementen. Met het internetspel
www.zestienmiljoenrechters.nl hebben het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en de Rijksvoorlichtingsdienst de discussie over de waarden in de
grondwet en onze grondrechten op een toegankelijke manier gepresenteerd.
Gemiddeld bezoeken dagelijks 1300 mensen de site.
5. Tot slot.
Alles overziende kan de conclusie worden getrokken dat het agenderen van waarden
en normen geen eenzijdige overheidsactie is geweest, maar aansluit bij dat wat leeft in
de samenleving. Wel opereert de overheid soms in een spanningsveld. Burgers geven
in het genoemde SCP-onderzoek aan zich zorgen te maken over normbesef in
Nederland en over het gedrag van anderen. Tegelijkertijd zijn ze in meerderheid
tevreden over hun eigen moraal en niet op voorhand bereid aanspraken van anderen,
en zeker niet van de overheid, te accepteren. Maatschappelijk debat en discussies
Pagina
6/7
binnen allerlei organisaties is daarom waardevol. Wel erkennen burgers dat ze een rol
willen spelen in de het bewaken van bijvoorbeeld de veiligheid op straat - en doen
een beroep op de overheid om hen daarin te helpen. Binnen dit spanningsveld wil de
overheid normen stellen, maatschappelijke initiatieven ondersteunen en waar nodig
lering treken van de samenleving voor haar eigen optreden.
Per saldo wordt er veel gesproken en gedaan op het terrein van waarden en normen.
Voor een deel is het een gemeenschappelijk avontuur met de samenleving: hoe
kunnen we de kwaliteit van onze samenleving, van ons samenleven verbeteren. Dit
vergt permanent onderhoud. Daarnaast is het van betekenis voor de kracht van de
democratische rechtstaat in een pluriforme samenleving. Daarmee is de aandacht
voor waarden en normen een kernelement van dit kabinetsbeleid.
DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
mr. dr. J.P. Balkenende
Pagina
7/7
Ministerie van Algemene Zaken