agenda RAZEB 13-14 december 2004
Kamerbrief geannoteerde agenda RAZEB 13-14 december 2004
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Datum
6 december 2004
Behandeld
GJ Bijl de Vroe
Kenmerk
DIE-634/04
Telefoon
070 - 348 5005
Blad
1/7
Fax
070 - 348 6381
Bijlage(n)
gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl
Betreft
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 13-14 december 2004
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 13-14 december 2004.
De Minister van Buitenlandse
Zaken De
Staatssecretaris voor Europese Zaken
Dr. B.
Bot
Mr. Drs. A. Nicolaï
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
(RAZEB) van 13-14 december 2004
Algemene zaken
Voorbereiding Europese Raad (ER), 16-17 december
Uitbreiding
De Raad zal spreken over de concept ER conclusies ten aanzien van
Bulgarije, Roemenië, Turkije en Kroatië. Het Voorzitterschap heeft op
maandag 29 november, conform de reguliere procedure, een eerste versie
van de concept-conclusies aan de lidstaten gestuurd ter bespreking in
Coreper op 1 december. In beginsel wordt een tweede versie
gecirculeerd met het oog op bespreking in Coreper op 8 december,
waarna de versie aan de lidstaten wordt verspreid die aan de RAZEB en
de ER zal voorliggen. Zoals te doen gebruikelijk, zal de laatste
versie van de concept-conclusies als bijlage bij de geannoteerde
agenda ER aan uw Kamer worden aangeboden.
De Raad zal besluiten of de onderhandelingen met de
toetredingskandidaten Bulgarije en Roemenië formeel afgerond kunnen
worden en of er een datum vastgelegd kan worden voor de ondertekening
van het toetredingsverdrag met beide landen. Met Bulgarije werden alle
hoofdstukken van de toetredingsonderhandelingen eerder dit jaar
gesloten. Roemenië heeft 29 van de 31 hoofdstukken gesloten, maar
onderhandelt nog met de Europese Unie over de hoofdstukken Mededinging
en Justitie en Binnenlandse Zaken. Het Voorzitterschap streeft er naar
om, in lijn met de conclusies van verschillende Europese Raden, de
onderhandelingen met zowel Bulgarije als Roemenië nog dit jaar af te
ronden indien zij daar klaar voor zijn. Om de intensieve voorbereiding
van Roemenië en Bulgarije op de toetreding efficiënt te steunen, zal
Nederland het cruciaal belang van de door de Commissie voorziene
versterkte monitoringsmechanismen voor beide landen benadrukken.
Ten aanzien van Turkije zal de in de ontwerp-conclusies nog
opengelaten tekst over het besluit onderhandelingen al dan niet te
starten, de datum voor het eventuele starten, nadere invulling van het
proces (relatie monitoring inzake hervormingen en voortgang
onderhandelingen) en het karakter van de onderhandelingen (doel en
uitkomst) op de Europese Raad zelf worden ingevuld.
Voor wat betreft Kroatië zal de Raad bezien hoe moet worden omgegaan
met de vraag of Kroatië een datum voor het openen van
toetredingsonderhandelingen kan krijgen, als het land nog niet
volledig samenwerkt met het Joegoslavië Tribunaal. Het Voorzitterschap
zet in op volledige samenwerking van Kroatië met het Tribunaal als
harde voorwaarde voor het openen van toetredingsonderhandelingen.
Terrorisme
Aan de Europese Raad van 17 december a.s. ligt een aantal rapporten
ter vaststelling voor, die eerst door de RAZEB van 13/14 december a.s.
worden besproken. In de ER-conclusies worden zowel de bereikte
resultaten als de prioriteiten voor het komend jaar weergegeven. Al
met al is redelijke voortgang geboekt met de uitvoering van de
maatregelen zoals vermeld in het EU Actieplan ter bestrijding van
terrorisme. De aandacht van de EU mag echter, mede ook tegen de
achtergrond van gebeurtenissen in Nederland, niet verslappen.
Op het gebied van de JBZ-samenwerking is overeenstemming bereikt over
diverse maatregelen op het gebied van de informatie-uitwisseling zoals
strafregisters. Andere maatregelen betreffen onder meer versterking
van nationale structuren, het operationeel maken van het Agentschap
voor de buitengrenzen, het gebruik van biometrische kenmerken in
paspoorten, aanbevelingen ter voorkoming van rekrutering van
terroristen, en een solidariteitsprogramma om civiele bescherming te
verbeteren. Een punt van aandacht blijft de implementatie op nationaal
niveau van EU-wetgeving.
Het Situation Center van het Raadssecretariaat (SitCen) heeft
afspraken gemaakt met de veiligheidsdiensten van de lidstaten over de
informatie-uitwisseling en zal vanaf begin 2005 strategische
dreigingsanalyses te maken. De samenwerking met Europol is aangehaald
middels een veilige verbinding. Daarnaast is de samenwerking met de
Counter Terrorism Group (CTG), bestaande uit hoofden van inlichtingen-
en veiligheidsdiensten, verbeterd door het plaatsen van CTG-liaisons
bij SitCen. Op het gebied van bestrijding van financiering is
overeenstemming bereikt over `best practices' voor implementatie van
de financiële sancties, de derde richtlijn witwassen en maatregelen
tegen `cash couriers', en is de samenwerking met de VS versterkt. Op
basis van voorstellen van de anti-terrorismecoördinator en de
Commissie is een allesomvattende strategie opgesteld voor de
bestrijding van de financiering van terrorisme.
Op het gebied van het extern beleid is begonnen met de versterking van
samenwerking met een groep prioritaire landen, waaronder Marokko,
Algerije en Indonesië. Er is gewerkt aan technische assistentie bij
implementatie van internationale verplichtingen, voorstellen om
terrorismeclausules in akkoorden met derde landen te
operationaliseren, en verdere afspraken met de VS. Het rapport over
het Conceptueel kader over de EVDB-dimensie van de strijd tegen
terrorisme geeft twaalf actiepunten voor verdere uitwerking: onder
andere verbetering militaire en civiele capaciteiten en
interoperabiliteit daartussen, inlichtingenuitwisseling, onderzoek
naar mogelijkheden bescherming EU-burgers buiten de EU, en
samenwerking met NAVO op het terrein van burgerbescherming.
Financiële Perspectieven 2007-2013
Voor de Financiële Perspectieven staan twee onderwerpen op de agenda:
1) Voortgangsrapportage van het Voorzitterschap
Deze rapportage bestaat uit een weergave van de besprekingen over de
Financiële Perspectieven onder het Nederlandse Voorzitterschap en kent
vijf delen:
* Enkele algemene overwegingen die aan het besluitvormingsproces
over de Financiële Perspectieven ten grondslag liggen;
* Een globale weergave van posities van lidstaten in de discussies
over het totale uitgavenplafond.
* Een algemeen en een gedetailleerd overzicht van de discussies per
begrotingscategorie met de bouwstenen;
* Weergave van de besprekingen over het Interinstitutioneel Akkoord
en flexibiliteit;
* Weergave van de besprekingen over Eigen Middelen.
2) Conclusies van de Europese Raad over de Financiële Perspectieven
De conclusies van de Europese Raad zijn vormgegeven als beginselen en
richtsnoeren. Ze zijn tot stand gekomen op basis van de beginselen in
de bouwstenen waarover tussen de lidstaten overeenstemming bestaat.
Daarnaast geven zij een weergave van de besprekingen in Ecofin en
RAZEB. Er zijn enkele beginselen en richtsnoeren die een meer algemene
visie op de Financiële Perspectieven geven en ook enkele die meer
specifiek over één bepaalde begrotingscategorie gaan.
De Raad zal worden gevraagd in te stemmen met de voortgangsrapportage
en de beginselen en richtsnoeren.Desgewenstkanhierovereendebat
plaatsvinden. Indien de Raad hiermee instemt, zullen de
voortgangsrapportage en de beginselen en richtsnoeren ter goedkeuring
voorliggen aan de Europese Raad.
Officiële talen EU
Op verzoek van Spanje zal tijdens de RAZEB aandacht worden besteed aan
de officiële talen in de Unie. Spanje zal naar verwachting de wens op
tafel leggen om aan zijn nationale talen (Baskisch, Catalaans,
Galicisch, Valenciaans) een officiële status binnen de Unie toe te
kennen.
Jaarprogramma RAZEB
Door de Europese Raad van Sevilla in 2001 werd besloten dat voortaan
elk jaar een operationeel plan wordt opgesteld door de twee inkomende
voorzitterschappen. Het gezamenlijke operationele plan van het
Luxemburgse en het Britse voorzitterschap voor 2005, zal door de beide
voorzitterschappen worden gepresenteerd aan de RAZEB. Pas in de eerste
RAZEB van 2005 zal een openbaar debat over het programma plaatsvinden.
Het jaarprogramma 2005 sluit goed aan bij het werk dat tijdens het
Nederlands voorzitterschap is verzet. Speerpunten zullen zijn:
afronding van de onderhandelingen over de Financiële Perspectieven,
Lissabon en concurrentiekracht (waaronder vereenvoudiging regelgeving)
en effectief multilateralisme.
Externe betrekkingen
MOVP
De Raad zal stilstaan bij de politieke situatie die is ontstaan na het
overlijden van Arafat, de goedkeuring door het Israëlische parlement
van plannen voor de terugtrekking uit de Gaza-strook en delen van de
Westelijke Jordaanoever, alsmede de recente wijzigingen in de
Israëlische regering. De vooruitzichten voor een hervatting van het
politieke proces zijn hoopgevend, zoals ook bleek tijdens een recente
ontmoeting tussen de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken
Shalom en de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken Shaath onder
leiding van Minister Bot en marge van de Euromed-conferentie in Den
Haag. Zowel de Palestijnen als Israël stellen zich constructief op en
hebben een aantal positieve maatregelen getroffen ter voorbereiding op
de Palestijnse presidentsverkiezingen begin vol gendjaar.Erbestaat
brede consensus binnen de Unie over de prioriteiten voor de korte
termijn, te weten het faciliteren van de Palestijnse
presidentsverkiezingen, het verzekeren van financiële stabiliteit voor
de Palestijnse Autoriteit en het verbeteren van de veiligheidssituatie
in de Palestijnse Gebieden. De Raad zal de actuele stand van zaken
bespreken en op basis daarvan bezien welke additionele bijdrage de EU
aan het vredesproces kan leveren.
ENP
De Commissie zal naar verwachting de eerste groep actieplannen in het
kader van het Europese Nabuurschapsbeleid aan de Raad voorleggen. Het
betreft hierbij actieplannen met betrekking tot Marokko, Tunesië,
Jordanië, Israël, de Palestijnse Autoriteit, Oekraïne en Moldavië. Het
Nederlands Voorzitterschap streeft naar goedkeuring van het gehele
pakket van voorstellen; het gaat om een belangrijk nieuw
EU-instrument, gericht op het verstevigen van de samenwerking tussen
de EU en de landen om ons heen. Na goedkeuring door de Raad moeten de
respectieve Samenwerkings- of Associatieraden de actieplannen nog
aanvaarden en zorgen voor het begin van uitvoering en `monitoring'
ervan. Het actieplan met betrekking tot Oekraine kan uiteraard niet
los worden gezien van de huidige politieke situatie. Echter juist deze
situatie onderstreept dat de EU met Oekraïne moeten blijven
samenwerken ter versterking van de democratie, de bestrijding van
grensoverschrijdende criminaliteit etc. Na besluitvorming door de Raad
zal de Samenwerkingsraad met Oekraine het plan nog moeten
onderschrijven voordat begonnen kan worden met implementatie; hierbij
zal uiteraard nadrukkelijk worden gekeken naar de verdere politieke
ontwikkelingen in dit land.
Oekraïne
De Raad zal de politieke situatie in Oekraïne bespreken na de
ongeldigverklaring door het Hooggerechtshof van de tweede ronde van de
presidentsverkiezingen van 21 november jl. Het Hof bepaalde bovendien
dat die tweede ronde herhaald moest worden, waarvoor inmiddels de
datum van 26 december a.s. is aangewezen. De EU is intensief betrokken
bij de internationale bemiddelingspogingen, o.a. door veelvuldig
telefonisch contact van Premier Balkenende en Minister Bot met de
voornaamste spelers. Het Nederlands Voorzitterschap vaardigde
Ambassadeur Biegman als Speciaal Gezant af naar Kiev, waar hij de
komende weken ook zal blijven. Ook EU Hoge Vertegenwoordiger Solana,
de Poolse President Kwasnievski, de Litouwse President Adamkus, OVSE
Secretaris-Generaal Kubis en de voorzitter van de Russische Doema
Gryzlov zijn actief betrokken bij de besprekingen met President
Koetsjma, premier Janoekovitsj, oppositieleider Joesjenko en
parlementsvoorzitter Lytvyn. De EU is van mening dat er voor het
conflict een politieke oplossing dient te komen binnen juridische
kaders, waarbij de territoriale integriteit van Oekraïne wordt
gerespecteerd en wordt afgezien van het gebruik van geweld. Het
EU-voorzitterschap blijft bereid waar nodig een actieve ondersteunende
bijdrage te leveren aan de bevordering van het politieke proces in
Oekraine. Nederland zal 50 verkiezingswaarnemers leveren.
Grote Meren
De Raad zal spreken over de Grote Meren-regio en in het bijzonder over
de berichten over een inval van het Rwandese regeringsleger in het
oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) op 30 november jl.
Het Nederlands Voorzitterschap heeft een verklaring uitgebracht waarin
het iedere schending van de soevereiniteit van de DRC veroordeelt en
zich krachtig verzet tegen iedere aanval van Rwandese of andere
buitenlandse strijdkrachten op gewapende groepen die zich op het
grondgebied van de DRC bevinden. Daarnaast worden de DRC en Rwanda
nadrukkelijk opgeroepen om een oplossing te zoeken voor het probleem
van de voortdurende dreiging van ex-FAR en Interahamwe. Beide landen
worden bovendien opgeroepen deze crisis langs diplomatieke weg op te
lossen, binnen bestaande mechanismen, en escalatie te voorkomen.
Daarnaast zal de Raad het belang onderstrepen van een regionale
benadering voor de Grote Meren-problematiek, alsook zijn steun
uitspreken voor het referendum in Burundi en partijen oproepen hieraan
volledige medewerking te verlenen.
Soedan
De Raad zal spreken over de situatie in Darfur die de laatste weken
door toedoen van beide partijen opnieuw is verslechterd. Zowel de
Soedanese regering als de rebellenbewegingen SLM/A en JEM maken zich
schuldig aan het schenden van het staakt-het-vuren. De Speciale
Vertegenwoordiger van de VN, Jan Pronk, zal begin december opnieuw
rapporteren aan de Secretaris-Generaal van de VN, waarna de
VN-Veiligheidsraad zal spreken over eventuele verdere stappen. De Raad
zal daarnaast spreken over de vredesbesprekingen, die op 10 december
a.s. in Abuja worden hervat. Het Voorzitterschap is van mening dat de
druk op alle partijen dient te worden gehandhaafd om de crisis in
Darfur te beëindigen en een politieke oplossing van het conflict
mogelijk te maken. Gezien de hoge humanitaire noden zal het
Voorzitterschap blijven aandringen op meer hulp vanuit de
internationale gemeenschap.
Tenslotte zal de Raad spreken over de voortgang van de
onderhandelingen over een vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Soedan.
In een speciale zitting van de VN-Veiligheidsraad in Nairobi hebben de
partijen toegezegd de onderhandelingen uiterlijk 31 december 2004 af
te ronden. De EU heeft deze belofte verwelkomd en roept partijen op
zich aan deze einddatum te houden.
Iran
De Raad zal de relatie met Iran bespreken in het licht van recente
ontwikkelingen inzake het nucleaire programma van dat land. In zijn
resolutie van 29 november jl. verwelkomde de Bestuursraad van het
Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA) de opschorting van alle
nucleaire verrijkingsgerelateerde- en opwerkingsactiviteiten door
Iran, evenals het voornemen van DG IAEA El Baradei om zijn onderzoek
naar uitstaande kwesties voort te zetten. Nu opschorting van Irans
nucleaire verrijkingsactiviteiten door het IAEA is geverifieerd zullen
onderhandelingen over een Handels- en Samenwerkingsakkoord (HSA) met
Iran worden hervat. Indien Iran ook voldoende vooruitgang boekt op het
gebied van de overige zorgpunten van de EU is de Unie bereid te kijken
naar mogelijkheden voor politieke en economische samenwerking met
Iran. De zogenaamde `Alomvattende Dialoog' met Iran werd door Iran
opgeschort als reactie op de opschorting van de onderhandelingen over
het HSA. Deze blokkade zal door Iran ongedaan moeten worden gemaakt.
De mensenrechten-dialoog met Iran is door de EU als teleurstellend
geëvalueerd. Alvorens hiermee door te gaan wil de EU een nieuw en
aantoonbaar engagement van Iraanse zijde op het gebied van de
mensenrechten verkrijgen en praktische verbeteringen afspreken. Het
voorziene troika-bezoek met dat doel heeft nog niet kunnen
plaatsvinden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken