persbericht / nr. 1792
10-december-2004
Nieuwe melkveehouders in de Veenkoloniën tevreden over verhuizing
Melkveehouders die zich vanuit andere delen van het land in de
Veenkoloniën hebben gevestigd, zijn doorgaans tevreden over hun
beslissing. Dit blijkt uit een onderzoek van het LEI (onderdeel van
Wageningen UR) in opdracht van het Ministerie van LNV. Het onderzoek
houdt verband met een inplaatsingsproject in de Veenkoloniën voor
melkveebedrijven uit gebieden die kwetsbaar zijn op het punt van
natuur en milieu. Door hun mogelijke verplaatsing kunnen deze
bedrijven een bijdrage leveren aan de milieuverbetering en de
extensivering van de melkveehouderij. Het onderzoek gaat niet alleen
in op de bedrijfseconomische kant van de verplaatsing maar ook op de
sociaal-culturele aspecten.
Veel belemmeringen op oude locatie
Het overgrote deel van de bedrijven dat zich de afgelopen 10 jaar in
de Veenkoloniën en omgeving heeft gevestigd, verliet zijn oude
vestigingsplaats op eigen initiatief. De belangrijkste reden voor
vertrek was dat de bedrijfsontwikkeling werd belemmerd door
wateroverlast, een slechte verkaveling en infrastructuur of door
natuurontwikkeling. Woningbouw en industrievestiging vormden slechts
voor één op de vijf verplaatsende bedrijven de hoofdreden voor hun
vertrek.
Meer ruimte en lagere grondprijzen
De keus voor verhuizing naar het Noorden is vooral ingegeven door
lagere grondprijzen, mogelijkheden voor bedrijfsvergroting en betere
externe productieomstandigheden. Een kwart van de nieuwkomers had
vroeger een pachtbedrijf en heeft nu een bedrijf in eigendom. Andere
voordelen die de betrokkenen noemen: weinig moeilijkheden met milieu-
en bouwvergunningen, goede grond voor grasland, mogelijkheden voor
maïsteelt en kansen voor samenwerking met akkerbouwers. Daarnaast
speelden bij de vestigingskeus ook sociaal-culturele overwegingen mee,
zoals het vinden van rust en ruimte, de nabijheid van basisschool en
kerk, en de aanwezigheid van winkels en medische voorzieningen.
Tevreden melkveehouders
Bijna alle veehouders zijn tevreden over de beslissing om hierheen te
verhuizen. Toch baren sommige punten hen ook zorgen, zoals het
teruglopende voorzieningenniveau in de dorpen en de grotere afstand
naar voorzieningen rond de melkveehouderij (loonwerk, dierenarts,
studieclubs, collega-melkveehouders en K.I.). De capaciteit van het
elektriciteitsnet is soms onvoldoende. Veel inplaatsers zeggen ook
slechte ervaringen te hebben met de administratieve rompslomp rond de
hervestiging en met de opstelling van de betrokken
overheidsdiensten.
Meer melkveehouders?
Ongeveer de helft van de nu in het gebied aanwezige melkveehouders zou
de komst van meer melkveehouders op prijs stellen. Een kwart vindt dat
minder gewenst, omdat het de ontwikkelingsmogelijkheden voor het eigen
bedrijf zou kunnen beperken. Als de overheid verplaatsing van
melkveebedrijven naar dit gebied actief wil stimuleren, zal ze
kandidaten vooral van voldoende kennis en gebiedsinformatie moeten
voorzien. Goede nutsvoorzieningen en planologische mogelijkheden zijn
ook belangrijke randvoorwaarden.
Aanbevelingen overgenomen door inplaatsingsproject
Het project 'Pilot inplaatsing melkveehouderij in de Veenkoloniën',
dat nu in opdracht van de Stuurgroep Veenkoloniën door DLG wordt
uitgevoerd, heeft een aantal aanbevelingen uit het onderzoek
overgenomen. Zo heeft DLG een vast aanspreekpunt bij Dienst Regelingen
in Assen om administratieve problemen samenhangend met de verplaatsing
te voorkomen.
Informatie kunt u ook vinden op de website van het projectbureau
Veenkoloniën: www.veenkolonien.nl.
---
Ervaringen van melkveehouders bij vestiging in de Veenkoloniën. Het
rapport bestellen 'rapport4.04.05'.
LEI