10/12/2004
Aanpassing van de monitoring bietenpulp (10/12/04)
Het monitoringprogramma voor bietenpulp heeft vanaf 25 november tot 10
december 270 analyseresultaten opgeleverd. Afgezien van vier positieve
monsters van begin november j.l. waren 145 monsters van Duitse
bietenpulp negatief.
Alle monsters van Nederlandse productie (119) waren ook negatief. Van
andere origine dan Duitsland en Nederland is van een zeer gering
aantal monsters het resultaat beschikbaar.
Op grond hiervan heeft het Productschap Diervoeder het protocol met
ingang van 11 december 2004 aangepast.
Voor Duitse bietenpulp is overgestapt van een dubbele naar een
enkelvoudige partijbemonstering voorafgaande aan aflevering. Hiermee
wordt in belangrijke mate aangesloten bij het reeds door de
verschillende Duitse overheden aan de Duitse suikerfabrieken opgelegde
monitoringregime.
Voor de bietenpulp van Nederlandse origine geldt een aangepaste
bemonsteringsfrequentie. De producent (en niet langer de
eindontvanger) dient per week per productielocatie 3 keer een
representatief monster te nemen. Hoewel tot nu toe geen enkel monster
van Nederlandse bietenpulp is gevonden, wil het PDV hiermee een vinger
aan de pols houden.
Voor bietenpulp uit andere origine dan Duitsland en Nederland blijft
het monitoringregime gehandhaafd totdat voldoende inzicht bestaat in
welke mate contaminatie van deze bietenpulp aan de orde is of niet,
voor zover deze producten daadwerkelijk in de handel zijn.
De Engelse en Duitse versie van dit bericht en van het protocol wordt
z.s.m. gepubliceerd.
Protocol Monitoring Bietenpulp (versie 5, 10/12/2004) (PDF, 35 kB)
Zie het origineel
Productschap Diervoeder