---

Brieven aan de Kamer
---

Verslag MCCC en RAZEB van 22 november

9-12-2004 19:05:00

Maandag 22 november jl. kwamen de ministers van Defensie van de EU in Brussel bijeen voor de Military Capabilities Commitment Conference (MCCC) en de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB). Conform de afspraak doe ik hierbij verslag van deze vergaderingen. De verklaring die bij deze gelegenheid is aangenomen, is bijgevoegd. Tevens informeer ik u over de uitkomsten van de ministeriële bestuursraad van het Europees Defensie Agentschap (EDA) en de ministeriële vergadering van de Western European Armaments Group (WEAG), die eveneens op 22 november jl. werden gehouden.

Mandaat Met de slotverklaring van de MCCC gaf het Nederlands Voorzitterschap invulling aan het EVDB-mandaat (op militair gebied). De opdracht aan het Nederlandse Voorzitterschap was een aantal nieuwe ontwikkelingen te bestendigen en te operationaliseren. In de eerste helft van 2004 kreeg het Europees Veiligheids en Defensie Beleid (EVDB) immers belangrijke impulsen met de lancering van de "Headline Goal 2010", het initiatief van de EU Battlegroups en de komst van het Europees Defensie Agentschap (EDA). De Headline Goal 2010 stelt dat de EU in 2010 snel, coherent en effectief moet kunnen reageren op crises in het gehele spectrum van crisisbeheersingsoperaties. Daarbij worden hogere kwalitatieve eisen gesteld aan de Europese militaire capaciteiten: deze moeten sneller inzetbaar, beter uitzendbaar en meer interoperabel worden. De EU Battlegroups zijn robuuste militaire formaties van ongeveer 1500 militairen, plus logistieke ondersteuning en transport, die binnen 10 tot 15 dagen kunnen worden ingezet voor het gehele spectrum van EVDB-missies. Zij moeten in staat zijn om een crisissituatie te stabiliseren in afwachting van een grotere crisisbeheersingsoperatie. Het Europees Defensie Agentschap (EDA), ten slotte, krijgt een belangrijke rol op het gebied van militaire capaciteitversterking. Het EDA moet multinationale samenwerking bevorderen en de versnippering van de Europese defensie-inspanningen tegengaan. Het heeft verder taken op het gebied van materieelsamenwerking, technologisch onderzoek en de liberalisering van de Europese defensiemarkt.

Tegen deze achtergrond omvatte het EVDB-mandaat voor het Nederlandse Voorzitterschap, naast de overgang van SFOR naar een EU-geleide missie in Bosnië-Herzegovina (operatie "Althea"), een aantal specifieke doelstellingen op het gebied van militaire capaciteiten. Het Nederlandse Voorzitterschap werd gevraagd om: * een begin te maken met de verwezenlijking van de Headline Goal 2010, onder meer via de opstelling van richtlijnen voor het planproces en de ontwikkeling van standaards en criteria om de noodzakelijke kwaliteitsverbetering te kunnen meten; * het European Capability Action Plan (ECAP) te evalueren en te onderzoeken in hoeverre het ECAP zou moeten worden aangepast in het licht van de komst van het Europees Defensie Agentschap en de Headline Goal 2010; * de initiële operationele capaciteit van de EU Battlegroups voor de jaren 2005 en 2006 in te vullen; * eraan bij te dragen dat het EDA operationeel zou worden; * en marge van de RAZEB van 22 november een "Military Capabilities Commitment Conference" (MCCC) te organiseren.

Resultaat Military Capabilities Commitment Conference Nederland heeft het Voorzitterschap aangegrepen om een samenhangend pakket afspraken te maken ter versterking van de Europese militaire capaciteiten. Er zijn bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt ter verbetering van de coördinatie van het strategische transport. Verder hebben de EU ministers van Defensie zich gecommitteerd aan de intensivering van de internationale militaire samenwerking. De ECAP-evaluatie heeft geresulteerd in de committering om de resterende militaire tekorten van de Helsinki Headline Goal 2003 op te heffen en het capaciteitversterkingsproces te verbeteren. Ten slotte is niet alleen de initiële operationele capaciteit van de EU Battlegroups ingevuld, maar zijn ook toezeggingen gedaan voor de volledig operationele capaciteit na 2007.

Op 22 november jl. hebben de EU ministers van Defensie zich tijdens de MCCC dan ook gecommitteerd aan: 1) de verwezenlijking van de Headline Goal 2010, 2) de vorming van EU Battlegroups, 3) de verbetering van de coördinatie van strategisch transport, 4) de aanpak van de resterende militaire tekorten, 5) aanbevelingen ter versterking van het capaciteitenproces en 6) een intensivering van internationale militaire samenwerking.

Headline Goal 2010 In de MCCC verplichtten de ministers van Defensie zich allereerst tot de verwezenlijking van de Headline Goal 2010 en de ontwikkeling van de nodige militaire capaciteiten. Onder Nederlands Voorzitterschap is hiermee een begin gemaakt; als eerste stap zijn planningsrichtlijnen en voorbeeldscenarios ontwikkeld. Op basis hiervan wordt in de eerste helft van 2005 een Requirements Catalogue opgesteld, waarin de militaire behoeften van het EVDB worden geactualiseerd. In het kader van de uitwerking van de Headline Goal 2010 is tevens bevestigd dat standaards en criteria zullen worden ontwikkeld om de voortgang in de kwaliteitsverbetering meetbaar te maken. De onder Nederlands Voorzitterschap opgestelde overkoepelende standaards voor de EU-Battlegroups zullen hiervoor als uitgangspunt dienen.

Vorming EU Battlegroups Tevens verplichtten de ministers van Defensie zich tot de oprichting van in totaal dertien Battlegroups. (In annex A van de verklaring is een lijst met aangeboden Battlegroups opgenomen). Het aanbod van Battlegroups is ruim voldoende om de EU in staat te stellen om in 2005 en 2006 minimaal één Battlegroup-operatie uit te voeren en na 2007 eventueel tegelijkertijd twee Battlegroup-operaties. De troepenleverende landen zullen in halfjaarlijkse conferenties de beschikbaarheid van de Battlegroups coördineren. Een eerste conferentie zal in het voorjaar van 2005 worden gehouden.

Met dit resultaat heeft het Nederlandse Voorzitterschap bijgedragen aan de versterking van het vermogen van de Europese Unie om, overeenkomstig haar Veiligheidsstrategie, snel en effectief te kunnen reageren op crises buiten haar grenzen. De hoge eisen die de EU aan de Battlegroups stelt, bijvoorbeeld ten aanzien van de reactietermijn en de uitzendbaarheid, stimuleren tevens de verdere transformatie van de Europese krijgsmachten. Bovendien bevordert het initiatief de militaire samenwerking in Europa, aangezien veel lidstaten, waaronder Nederland, in multinationaal verband Battlegroups formeren.

Conform mijn brief inzake de nationale bijdragen aan de EU Battlegroups (Kamerstuk 21 501-28, nr. 20) heeft Nederland zich in de MCCC gecommiteerd aan bijdragen aan twee Battlegroups: één met het VK en één met Duitsland en Finland. En marge van de RAZEB heb ik met mijn Britse collega Hoon een intentieverklaring getekend inzake de gezamenlijke oprichting van een EU Battlegroup op basis van de UK/NL Amphibious Force. Met de Duitse staatssecretaris Kolbow en de Finse minister Kääriäinen tekende ik een verklaring inzake de Duits-Nederlands-Finse Battlegroup. Beide verklaringen zijn bij deze brief gevoegd.

Aanpak resterende militaire tekorten De ministers van Defensie verplichtten zich in de MCCC voorts tot aanpak van de resterende militaire tekorten van de Helsinki Headline Goal 2003. Met gebruikmaking van een onder Nederlandse leiding uitgevoerde evaluatie van het ECAP is vastgesteld om welke militaire tekorten het gaat. Daarbij werd tevens verwezen naar het halfjaarlijkse voortgangsrapport (Single Progress Report) op het gebied van militaire capaciteitsversterking. Hiermee is een duidelijk vertrekpunt gecreëerd voor de verwezenlijking van de nieuwe Headline Goal 2010.

Verbetering capaciteitenproces Op basis van de ECAP-evaluatie stemden de ministers van Defensie tevens in met aanbevelingen ter verbetering van het capaciteitenproces. Daarbij zijn vooral afspraken gemaakt over de wijze waarop het Europees Defensie Agentschap zijn rol als katalysator kan gaan vervullen. Het uitgangspunt blijft dat de RAZEB de militaire behoefte en de militaire gereedheid van het EVDB vaststelt op basis van advies van het EU Militair Comité en het Politiek en Veiligheidscomité. Het EDA moet zich vooral gaan richten op de invullingvan deze capaciteitenbehoefte. In dat verband is afgesproken dat het EDA ook Projectgroepen van het ECAP kan gaan ondersteunen. Begin volgend jaar zal worden bezien op welke Projectgroepen dat van toepassing is. Via de ministeriële bestuursraad van het EDA blijven de ministers van Defensie rechtstreeks betrokken bij het proces van capaciteitsversterking. De lidstaten blijven uiteraard zelf verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de juiste militaire capaciteiten. De ECAP-evaluatie is als annex gevoegd bij de MCCC-verklaring.

Strategisch transport De ministers van Defensie kwamen verder overeen om de coördinatie van het gebruik van Europese strategische transportmiddelen, in het bijzonder voor rapid response-operaties, te verbeteren. Een op Nederlands initiatief opgesteld stappenplan moet ertoe leiden dat de bestaande mechanismen en coördinatiecentra op het gebied van strategisch transport, waaronder de European Airlift Cellin Eindhoven, voor 2007 worden ondergebracht in één netwerk. Een en ander is vastgelegd in een annex bij de MCCC-verklaring.

Intensivering militaire samenwerking Ten slotte committeerden de ministers van Defensie zich aan de intensivering van militaire samenwerking in Europa, onder meer met gebruikmaking van het ECAP, de EU Battlegroups en het EDA. Het doel is de effectiviteit en de efficiëntie van de Europese defensie-inspanningen te vergroten. Hierbij werd verwezen naar de conferentie over Internationale Militaire Samenwerking van het Nederlandse Voorzitterschap, die op 11 en 12 oktober jl. werd gehouden in Wassenaar. Hieraan namen experts deel uit eenendertig landen.

Vervolg De MCCC-verklaring en de bijbehorende annexen omvatten verschillende werkopdrachten, die de relevante werkgroepen en comités van de EU zullen uitvoeren. Verder zullen belangrijke taken worden vastgelegd in het mandaat van het Luxemburgse Voorzitterschap. Nederland zal de uitvoering van de gemaakte afspraken nauwgezet blijven volgen. Vanzelfsprekend zal ik zal de Kamer daarover informeren.

RAZEB De RAZEB, waarin de ministers van Defensie voor het eerst afzonderlijk bijeenkwamen, formaliseerde de verklaring en de annexen van de MCCC. De RAZEB nam tevens kennis van de halfjaarlijkse voortgangsrapportage op het gebied van capaciteitsversterking (het Single Progress Report) die onder Nederlands Voorzitterschap was voorbereid. Ten slotte keurde de RAZEB het budget van het EDA voor 2005 goed en verschafte hij richtlijnen voor het EDA-werkprogramma voor 2005. Hierin wordt het EDA opgedragen om op zo kort mogelijke termijn projecten en initiatieven te kiezen ter versterking van het EVDB. Ook is het EDA gevraagd om de functies van de WEAG zo snel mogelijk over te nemen.

Bestuursraad EDA De bestuursraad van het EDA, bijeengekomen op het niveau van de ministers van Defensie, stelde het werkprogramma voor 2005 vast, evenals het budget voor 2005. Het werkprogramma vult de richtlijnen van de RAZEB nader in, waarbij volledige operationalisering van het EDA voorop staat. Dat gebeurt volgens planning in de eerste helft van 2005, met een staf van 77 personen en een budget van 20 miljoen. Daarnaast nam de bestuursraad conclusies aan over de EDA-activiteiten inzake het Groenboek Defensie-aanschaffingen van de Europese Commissie. Hierin doet de Commissie voorstellen ter liberalisering van de Europese defensiemarkt. Het Agentschap is gevraagd om aanvullende voorstellen te doen aan de bestuursraad.

WEAG Ministeriële Tijdens een vergadering van de Western European Armaments Group (WEAG) besloten de ministers van Defensie in verband met de komst van het EDA tot sluiting van de WEAG. Hiermee wordt een belangrijk hoofdstuk in de Europese materieelsamenwerking afgesloten. De sluiting moet uiterlijk eind juni 2005 effectief zijn. Tot die tijd blijft Nederland voorzitter van de WEAG. Het EDA werd opgeroepen zo snel mogelijk samenwerkingsakkoorden te sluiten met de niet-EU WEAG-landen Noorwegen en Turkije.

Troika Ten slotte heb ik namens het Voorzitterschap de Europese niet-EU Navo-bondgenoten en EU kandidaat-lidstaten (Bulgarije, IJsland, Noorwegen, Roemenië, Turkije en Kroatië) geïnformeerd over de uitkomsten van de MCCC en de RAZEB in formatie van de EU ministers van Defensie. De Noorse minister van Defensie lichtte de Noorse participatie in de gezamenlijke Battlegroup met Zweden en Finland toe. Ook de Turkse en Bulgaarse ministers verklaarden bereid te zijn een bijdrage te leveren aan de EU Battlegroups.

Europees Parlement Na afloop van bovenstaande vergaderingen heb ik het Europees parlement bezocht, waar ik de commissie voor externe betrekkingen heb geïnformeerd over de resultaten van de MCCC, de RAZEB, de bestuursraad van de EDA en de ministeriele vergadering van de WEAG. Aansluitend hebben de commissieleden mij hierover bevraagd.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

* 2004-12-09 Bijlage I: Declaration on European Military Capabilities

* 2004-12-09 Bijlage II: Declaration of intent on the United Kingdom-Netherlands co-operation

* 2004-12-09 Bijlage III: Declaration of commitment by Germany, The Netherlands and Finland