Promotie Karin Geuijen over de paradox in het asieldebat
Niet mensenrechten, maar beheersing van migratie domineert het
asielbeleid
Als midden jaren tachtig het aantal asielzoekers sterk begint te
stijgen, ontstaat er in het asielbeleid een felle controverse: moet
het gaan om de bescherming van vluchtelingen of de beheersing van
migratie? Staat het respecteren van mensenrechten voorop, of juist
nationale belangen? In haar proefschrift analyseert Karin Geuijen drie
grote debatten over asielbeleid tussen bewindslieden en
parlementariƫrs. Uiteindelijk is er een ander probleem opgelost dan
waarmee de controverse begon, stelt ze.
De drie debatten die het asielbeleid in Nederland hebben vormgegeven
naar aanleiding van de Nota Vluchtelingenbeleid (1986), de herziening
van de Vreemdelingenwet (1994) en de nieuwe Vreemdelingenwet (2000)
hebben duidelijk gemaakt dat in Nederland beheersing van migratie het
dominante perspectief is geworden, ten koste van het beschermen van
vluchtelingen. Karin Geuijen constateert echter ook andere bewegingen.
Zo tendeerde de mondiale vluchtelingenkwestie naar een nationaal
vraagstuk van te grote aantallen, en verschoof het perspectief van een
gedeelde internationale verantwoordelijkheid naar verantwoordelijkheid
van de regio. Wat eerst werd gezien als mensenrechtenschendingen werd
al snel vertaald in een immigratievraagstuk. Lag eerst de nadruk op
het voorkomen dat mensen moeten vluchten, later moest worden voorkomen
dat mensen in Nederland een asielverzoek indienden. Tot slot werd
gedurende de jaren niet langer gesproken van een moreel maar van een
managementprobleem. Niet alleen tegenstanders maar ook voorstanders
van ruim asielbeleid zijn voor een groot deel in deze
probleemversmalling meegegaan, concludeert Geuijen. Daarmee is niet
het vluchtelingenprobleem opgelost, maar het probleem van Nederland.
De voorstanders van een restrictief asielbeleid verwoordden de
asielproblematiek als bedreigend, dus als een crisis. De kwetsbaarheid
van Nederland presenteerden zij als groot, en de Europese samenwerking
als onvermijdelijk. De voorstanders van een ruim asielbeleid konden
weinig weerwoord geven zonder zich buiten deze discussie te plaatsen.
Zo raakte iedereen ervan overtuigd dat de restrictieve maatregelen
onontkoombaar waren. Nu het beeld van de crisis sterk is, en burgers
het gevoel hebben dat Nederland te veel moet opbrengen om aan de
belangen van vreemdelingen tegemoet te komen, is het voor politici
heel moeilijk om het opnemen van asielzoekers te bepleiten: dat zou
namelijk in gaan tegen nationale belangen. Zo blijkt het dus uiterst
moeilijk om binnen nationale staten zoals Nederland een mondiaal
mensenrechtenperspectief te hanteren in vluchtelingenzaken.
Geuijen spreekt in haar proefschrift van een paradoxale ontwikkeling.
Nu door mondialisering mensenrechtenverdragen belangrijk zijn geworden
en de soevereiniteit van nationale staten wordt aangetast, worden in
het asielbeleid juist nationale overwegingen belangrijk en
mensenrechten minder belangrijk. In de tijd dat door mondialisering
ook migratie verandert van vorm en inhoud en ook verschillende
migratiemotieven steeds meer verweven raken, wordt in het asielbeleid
juist sterk de nadruk gelegd op het maken van een helder onderscheid
tussen echte en onechte vluchtelingen. En nu nationale belangen
diffuser worden vanwege mondialisering en daarmee de soevereiniteit
van de staat onder druk komt te staan, houden nationale belangen hun
centrale plaats in de argumentaties in asielbeleid.
Door migratieverandering en sturingsproblemen komt dus de basis van
het asielbeleid onder druk te staan zonder dat daarvan openlijk
rekenschap wordt gegeven. Wel worden hiervoor oplossingen gezocht,
onder andere in nieuwe vormen van samenwerking met anderen, buiten de
rijksoverheid. Deze oplossingen liggen echter allemaal in de lijn van
het streven naar beheersing van migratie, veel meer dan in die van het
beschermen van vluchtelingen.
Drs. Karin Geuijen studeerde culturele antropologie aan de
Universiteit van Utrecht. Na haar afstuderen werkte ze als docent en
onderzoeker bij deze opleiding. Ook heeft ze onderzoek gedaan naar
kwaliteitsbeleid bij het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers. Op dit
moment is zij als universitair docent verbonden aan Utrechtse School
voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO).
Noot voor de pers
Karin Geuijen promoveert vrijdag 10 december 2004 om 14.15 uur in de
aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg).
De titel van haar proefschrift luidt: De asielcontroverse. Argumenten
over mensenrechten en nationale belangen. Promotores zijn prof.dr. A.
de Ruijter en prof.dr. H.B. Entzinger, co-promotor is dr. M.
Gastelaars.
Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de
afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466
2000, e-mail: persberichtUvT@uvt.nl.
Het proefschrift verschijnt bij Dutch University Press (ISBN
90-3619-152-1).
Karin Geuijen is bereikbaar op 030 253 9396 of 06 23883498 en
K.Geuijen@usg.uu.nl.
Persberichten van de UvT vindt u ook op internet:
www.uvt.nl/persberichten/.
Laatst gewijzigd: donderdag 02 december 2004
bullet Meer zoekmogelijkheden
bullet Experts en expertise
Contact
E-mail: P.H.C.Siebers
Universiteit van Tilburg