Federale regering Belgie
Juridische bijstand en rechtsbijstand
(2004-12-10)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie,
keurde de Ministerraad de voorontwerpen van wet goed, tot wijziging
van het Gerechtelijk Wetboek inzake de toekenningsprocedures voor
juridische bijstand en rechtsbijstand.
Vereenvoudiging van de procedures voor het toekennen van
rechtsbijstand
Momenteel kent men rechtsbijstand toe na een bijzonder zware
procedure: in principe moet de tegenpartij worden opgeroepen, moet er
een bemiddelingspoging plaatsvinden en moet het openbaar ministerie
advies verstrekken over de financiële situatie van de behoeftige. Deze
procedure wordt trouwens zelden toegepast door de bureaus voor
rechtsbijstand.
De procedure veroorzaakt bovendien nog andere ongemakken:
- het tegensprekelijk karakter van de toekenningsprocedure schept een
probleem inzake het recht op het respect van de private levenssfeer:
de zwakste partij moet haar financiële situatie kenbaar maken ten
overstaande van haar toekomstige tegenpartij.
- de verplichting voor het bureau voor rechtshulp om het advies te
vragen van het parket is eveneens een formaliteit die de procedure
veel zwaarder maakt, zonder dat die daardoor efficiënter wordt. Het
heeft tot gevolg dat bij elke zitting van voornoemd bureau een lid van
het parket aanwezig moet zijn en bovendien wordt er nog veel tijd
besteed aan de voorbereiding van die zittingen, zelfs indien dat maar
summier gebeurt.
Het voorontwerp schaf het verschijnen van de partijen evenals het
advies van het parket af. Voortaan zal de rechter exclusief beslissen
op basis van de bewijsstukken over de stand van de inkomsten van de
verzoeker, zoals deze stukken thans zijn voorgeschreven.
Tevens wordt de eis om een verzoekschrift in te dienen vervangen door
het indienen van een eenvoudig schriftelijk of zelfs mondeling verzoek
bij de griffie. Indien het verzoek schriftelijk gebeurt, moet het
minstens de elementen bevatten die bedoeld zijn door het
modelformulier dat binnenkort veralgemeend zal zijn.
De toegang tot het gerecht verbeteren in het kader van
grensoverschrijdende zaken
Het voorontwerp voorziet gemeenschappelijke regels in te voeren, om
het toekennen van juridische bijstand makkelijker te maken voor elke
persoon die niet over voldoende middelen beschikt, wanneer hij het
hoofd moet bieden aan een geschil dat hem tegenover een andere persoon
plaatst die in een andere staat van de Europese Unie verblijft.
Uitbreiding van het aantal handelingen die gedekt zijn door de
rechtsbijstand
Het ontwerp voorziet de handelingen die gedekt zijn door de
rechtsbijstand uit te breiden: de dekking van de reis-, vertaal- en
tolkkosten die vaak noodzakelijk zijn in het kader van een
grensoverschrijdend dossier.
Indienen van de aanvragen voor juridische bijstand
Wat de aanvragen voor juridische bijstand betreft, kan de behoeftige
vreemdeling thans rechtstreeks het bevoegde bureau voor juridische
bijstand of voor rechtsbijstand vatten. Om het de vreemdeling in het
kader van de stappen die hij moet zetten gemakkelijker te maken, zal
hij zijn aanvraag eveneens kunnen richten tot FOD Justitie. Die zal
hem de weg wijzen naar het bureau dat territoriaal bevoegd is.
De in België ingediende verzoeken om rechtsbijstand in het buitenland
te bekomen zullen gecentraliseerd worden door FOD Justitie, die zo
nodig zal zorgen voor de vereiste vertalingen en die de aanvragen zal
doorzenden naar de bevoegde autoriteit van de ontvangende staat.
Om het uitwisselen van informatie tussen de autoriteiten van de
verschillende staten maximaal te vereenvoudigen zullen ze een
modelformulier gebruiken. Later zal dit veralgemeend worden voor elke
aanvraag voor rechtsbijstand.