VVD voorstander invoering van een NOx emissiehandelssysteem
Woordvoerder |Paul de Krom | |
|Datum |Woensdag 8 december 2004 | |Betreft |Spreektekst Wijz. Wet milieubeheer; NOx-emissierechten (29| | |766) |De VVD fractie is voor invoering van een NOx emissiehandelssysteem. Emissiehandel biedt bedrijven de mogelijkheid veel kosteneffectiever met milieunormerming om te gaan dan traditionele instrumenten als vergunningen met daarbij behorend toezicht en controle. Het is een marktconform instrument waar liberalen zich bij uitstek in kunnen vinden.
Uiteraard geldt dat als de geboden emissieruimte te hoog is er geen prikkel is om te innoveren. Maar het omgekeerde geldt ook. Met name de basismetaal claimt dat de doelstellingen veel verder gaan dan de 'stand der techniek' en dus zijn veroordeelt tot 'eeuwig koper'. Als dat waar is, waar is dan de prikkel om te innoveren? Wat zij in feite zeggen is dat dat niet kan. Schiet het systeem hier zijn doel voorbij of oveerdrijft de sector? Graag het antwoord van de Staatssecretaris.
Mijn fractie heeft grote bezwaren tegen het verlenen van de status van ZBO aan de Nederlandse Emissie Autoriteit. Ik heb daarover bij het wetsvoorstel CO2 emissiehandel al gesproken. De NEA verleent de emissievergunning, controleert, keurt het emissieverslag goed, kan dwangsommen en bestuurlijke boetes opleggen en heeft opsporingsmogelijkheden in het kader van de Wet Economische Delicten. Gelet op deze vergaande bevoegdheden vindt de VVD fractie het onjuist dat dit een ZBO wordt. De Kamer moet hier greep op kunnen houden via de ministeriele verantwoordelijkheid. Voorkomen moet worden dat een immens groot apparaat ontstaat met veel macht dat ongecontroleerd zijn gang kan gaan. Het argument dat de NEA onafhankelijk moet kunnen opereren weegt naar het oordeel van mijn fractie hier niet tegenop. De VVD fractie wil eigenlijk dat de NEA de status krijgt van Agentschap. Ik geloof ook niet dat de onafhankelijke status die de CO2 emissiehandelsrichtlijn eist dat in de weg staat. Is de Staatssecretaris bereid die status te herzien? Of de invoering ervan uit te stellen tot een later tijdstip?
Mijn fractie constateert met grote spijt dat de administratieve lasten toenemen met name door de cumulatie van vergunningssystemen. Dit is rechtstreeks in strijd met het Regeringsbeleid. De Regering betoogt terecht dat dit alleen is op te lossen door in Europees verband NOx uit het milieuvergunningssysteem te halen. Uiteraard alleen in het geval er tegelijkertijd een emissiehandelssysteem werkt. Maar dit, zo lees ik, kan nog wel enige tijd duren. De VVD fractie wil de toezegging dat de Regering hier de hoogste prioriteit aan verleent en de Kamer periodiek over de voortgang rapporteert. Kan de Staatssecretaris dat toezeggen? De VVD fractie wil ook dat de toename van de administratieve lasten als gevolg van dit wetsvoorstel wordt gecompenseerd. Wij zien dat graag in het halfjaarlijkse overzicht van plussen en minnen terug.
Kan de Staatssecretaris nog eens uitleggen waarom externe verificatie voor categorie 3 en 4 bedrijven nodig is? Het argument dat hij gebruikt is om de systematiek voor iedereen op gelijke wijze te hanteren. Bedrijven moeten kwaliteitsborging van procedures hebben, metingen worden uitgevoerd door geaccrediteerde instanties en de NEA valideert de monitoringsprotocollen en kan ook ter plekke inspecteren. Zijn dat niet genoeg waarborgen om een betrouwbaar resultaat te verkrijgen? Waarom dan toch kleine bedrijven met verplichte accreditatie belasten? Ook de commissie Actal heeft geadviseerd dit achterwege te laten. Waarom acht de Staatssecretaris het dan toch nodig?
Tot mijn verrassing lees ik nu in de stukken dat de overheid de kosten van externe verificatie voor haar rekening gaat nemen. Waarom? Als er onderscheid wordt gemaakt tussen grote en kleine bedrijven waarbij voor de laatste categorie die maatregel als compensatie geldt, kan ik dat nog begrijpen. Waarom worden die kosten op de belastingbetaler afgewenteld? Hoeveel gaat dat kosten en is daar in de begroting rekening mee gehouden?
Overigens is voor mijn fractie niet duidelijk wat de inhoud van de afspraken is die in het Bestuursakkoord met het IPO over stroomlijning van procedures precies is afgeproken. Kan de Staatssecretaris daarop ingaan? Mijn fractie wil absolute zekerheid dat de activiteiten van de NEA en de provincies op elkaar zijn afgestemd. Wil de Staatssecretaris de Kamer hierover in 2006 rapporteren? Krijgen wij de beschikking over dat Bestuursakkoord?
Een markt, zoals die voor emissierechten, werkt het best als er zo min mogelijk belemmeringen zijn. Toch zijn die er wel. In de milieuvergunningen zijn absolute plafonds aangebracht. Overschrijding mag niet worden gecompenseerd door rechten bij te kopen. Dat is ook logisch, want overschrijding betekent gewoon strijd met de wet. Maar het is wel een belemmering voor de markt. Daarnaast kunnen bedrijven emissierechten sparen en lenen. Ook daaraan zijn grenzen gesteld. En tenslotte geldt een verkoopplafond. Als meer ervaring is opgedaan moeten al deze belemmeringen wat de VVD fractie betreft worden weggenomen. Anders zal de markt onvoldoende functioneren. Graag de visie van de Staatssecretaris daarop.
De VVD fractie wil een evaluatiemoment aangrijpen om eventuele verbeteringen door leereffecten aan te brengen. Ongetwijfeld zullen er kinderziektes in zitten. Daartoe heb ik een amendement ingediend. De VVD fractie hecht eraan dat die evaluatie ook over de doelstellingen zelf gaat. Wij moeten zicht hebben op de ontwikkelingen. Tegen die tijd moet er ook zicht zijn op de effecten in de praktijk. Heeft het NOx emissiehandelssysteem het beoogde effect? Vindt er innovatie plaats? Daarnaast moet de evaluatie ook ingaan op het effect van de handelsbelemmeringen zoals ik die zojuist noemde, en de ontwikkeling van de administratieve lasten. Graag een toezegging op deze punten. Daarbij wil mijn fractie ook de economische impact studie betrekken die het kabinet heeft toegezegd. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat die op tijd gereed is?
De Raad van State heeft opmerkingen gemaakt over het grote aantal AmvB's die bij of krachten deze Wet worden ingesteld. Ook dat onttrekt zich zonder voorhang aan het oordeel van deze Kamer. Ik heb daarom een amendement ingediend om dit voor een aantal AMvB's alsnog te regelen. Graag een reactie daarop.
Met het oog op het behalen van de doelstelling in 2010 hecht de VVD fractie eraan dat dit wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking treedt. Maar dan moeten alle administratieve procedures wel in orde zijn en vergunningverlening niet achterwege blijven vanwege onvoldoende capaciteit en/of expertise bij de overheid. Kan de Staatssecretaris dit toezeggen?
Tenslotte stelt mijn fractie het op prijs als de Staatssecretaris dieper in zou kunnen gaan op de wenselijkheid om al of niet een opt-out clausule voor kleinere bedrijven in te bouwen. In de stukken staat dat dit niet is gebeurd om de reden dat wordt verwacht dat dit niet nodig zal zijn. Ik wijs erop dat dit bij CO2 dus wel nodig bleek. Waarom zo'n clausule hier niet toch opnemen onder het mom van 'baat het niet dan schaadt het ook niet?' Ook op dit punt graag een reactie.
---- --