VVD



'Handhaving van de milieuwetgeving laat te wensen over'

Van |Paul de Krom | |

|Datum  |Woensdag 8 december 2004                                      |
|Betreft|Spreektekst plenaire behandeling Wetsvoorstel Wijziging. Wet  |
|       |milieubeheer; handhavingsstructuur (29 285)                   |
De handhaving van de milieuwetgeving laat te wensen over, door a) teveel aan ondoorzichtige en complexe regelgeving, b) door gebrek aan professionaliteit en expertise en c) door versnippering in de uitvoering.

Handhaving van de milieuwetgeving is een taak van ongeveer 600 bestuursorganen bij gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk. Wij hebben hier in dit huis al vaak over de problemen gesproken. Ik wil niet in herhaling vervallen dus ik ga op de eerste twee aspecten nu niet nader in. Ik beperk mij tot bespreking van het onderhavige wetsvoorstel.

Daar waar de handhaving niet goed loopt verkrijgen de provincies ten aanzien van de gemeenten en Waterschappen een aanwijzingsbevoegdheid om samenwerking dwingend op te leggen via de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Het Ministerie krijgt eenzelfde bevoegdheid ten aanzien van de provincies, kan provincies bovendien dwingen hun coördinerende taak goed te vervullen en een aanwijzing geven om een regionale handhavingsdienst in te stellen. Daarnaast kan VROM straks ook nog handhaving door lagere overheden vorderen.

De VVD fractie is voorstander van dit wetsvoorstel. Het geeft zowel het Rijk als de provincies een belangrijk instrument in handen om de handhaving effectiever te maken. Maar, ik zeg dat er heel uitdrukkelijk bij, het moet spaarzaam worden gebruikt. Immers, het staat op gespannen voet met de autonomie van provincies, gemeenten en waterschappen. Het mag niet meer zijn dan een een laatste hulpmiddel (ultimum remedium) om de kwaliteit van de handhaving te verbeteren. Wat mijn fractie betreft ligt de bewijslast om het instrument te gebruiken dan ook steeds bij de hogere overheid die het wil toepassen. Tegen een besluit van de provincies staat beroep open bij de Raad van State, maar tegen dat van het Rijk niet. Waarom dit verschil? En gaan we niet verzanden in eindeloze procedures van overheden tegen elkaar op kosten van de belastingbetaler? Hoe gaat de Staatssecretaris dat voorkomen? Gaat hij ingrijpen als dit uit de hand loopt?

Samenwerking kan dus dwingend worden opgelegd. Maar hoe succesvol is dit als de betrokken partijen dit niet zélf willen? Hoe kijkt de Staatssecretaris daar tegenaan? De antwoorden op vragen van de VVD in de schriftelijke voorbereiding daarover vind ik niet overtuigend.

Dan het 'zwakke broeder, sterke broeder'argument. De VVD steunt de Staatssecretaris in principe in zijn standpunt dat gemeenten of waterschappen die hun zaakjes wel voor elkaar hebben, niet kunnen worden uitgesloten van samenwerking met hen die nog een stuk te gaan hebben. Maar waarom denkt de Staatssecretaris dat dit in de praktijk geen probleem is? Ik kan mij de argumentatie van de 'sterke broeders' namelijk wel voorstellen. Die zitten niet echt op 'free riders'gedrag te wachten.

Als het OM deelneemt aan het handhavingoverleg kan alle informatie die in het kader van de handhaving wordt verzameld onderdeel worden van een strafdossier tegen een milieuovertreder. Als vergunningshouders dat weten dan zullen zijn minder snel geneigd zijn om het achterste van hun tong te laten zien. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor het succes van de handhavinginspanningen. Kan de Staatssecretaris dit punt nader toelichten?

Bij AmvB worden kwaliteitscriteria vastgelegd voor een goede handhaving. De VVD wil graag dat 1 loket met 1 malige informatieverstrekking daarin wordt opgenomen. Kan de Staatssecretaris dit toezeggen?

De staatssecretaris heeft niet voorzien in een voorhangprocedure van de deze AmvB. De kwaliteitscriteria zijn weliswaar summier als bijlage opgenomen in de MvT maar stemmen de VVD niet tot tevredenheid. Temeer omdat de Staatssecretaris voorlopig alleen deze criteria in de wet wil vertalen en de VVD daarop (zie hierboven) enkele aanvullingen heeft gemaakt. De VVD steunt daarom het amendement van de PvdA dat terzake is ingediend.


---- --