VVD



10 dec 2004 - VVD pleit voor een transparant, doelmatig en efficiënt bodembeleid

Op woensdag 8 december had in de Tweede Kamer het debat plaats over bodemsaneringen. Voor de VVD nam VROM-woordvoerder Paul de Krom het woord. Hieronder vindt u zijn spreektekst.

Bodemsanering

Het totale aantal te saneren locaties in Nederland wordt geschat op zo'n 55 tot 65.000. De totale kosten van het bodemsaneringsbeleid t/m 2030 bedragen volgens de laatste schattingen Euro 20 miljard (15,4 miljard voor landbodems en 4,6 miljard waterbodems). Er kan zelfs niet worden uitgesloten dat dit bedrag niet voldoende is. In de periode 2004-2009 is 975 miljoen gebudgetteerd voor het bodembeleid. Er zijn dus kolossale bedragen mee gemoeid. Veel werk dus aan de winkel voor ambtenaren, bodemsaneerders en adviesbureau's.

Problemen met het beleid

In het Algemeen Overleg van een paar weken terug hebben wij gesproken over de problemen met het huidige beleid. In het AO was de Staatssecretaris het in grote lijnen eens met de conclusies die ik toen trok. Ik loop ze nog even na.

* Het beleid is buitengewoon complex en ondoorzichtig. Er zijn problemen met de integriteit van de uitvoerders, de kwaliteit van de uitvoering en moeilijkheden bij toezicht en handhaving. Ik citeer hier de woorden van de Staatssecretaris zelf. Ik geloof niet dat er veel mensen zijn die hun vinger erachter krijgen wat er nu echt gebeurt. In het AO heb ik het beleid vergeleken met een lappendeken waarin steeds gaten vallen die opnieuw worden gestopt.

* De vraag is in hoeverre de milieubaten van bodemsanering opwegen tegen de maatschappelijke kosten. Hoe valt die balans uit? Voor mij is dat niet duidelijk. Ik voeg daar de volgende vragen aan toe. Is het terecht dat we zoveel geld aan bodemsanering uitgeven terwijl luchtverontreiniging wél aantoonbare gezondheidsschade oplevert? De vraag naar prioritering moet worden gesteld. Welke locaties van die 65.000 moeten eerst? Hoe wordt dat bepaald? Waar is de risicobenadering die daaraan ten grondslag ligt? Er is onvoldoende inzicht in welke locaties eerst worden aangepakt vanwege vermoede milieu- of gezondheidsschade. Kan ik aan een willekeurige burger uitleggen dat het milieurendement van zijn geïnvesteerde belastinggeld nu optimaal is? Het antwoord voor mijzelf gesproken is nee. Kan de Staatssecretaris dat wel?

* De bijdrage uit de markt blijft flink achter bij die van de overheid

* Het huidige tempo van saneringen is onvoldoende om de doelstellingen te halen

* Het rapport van de Rekenkamer uit 2003 constateerde dat het financiële beheer onvolkomenheden bevatte. Ik verwacht dat het volgende rapport in februari 2005 kritisch zal zijn. Wat is de verwachting van de Staatssecretaris?

Naar aanleiding hiervan heeft de VVD gezegd na het rapport van de Rekenkamer van de Regering een integraal stuk te verwachten, waarin het hele beleid inzichtelijk, betaalbaar en uitvoerbaar wordt gepresenteerd. Ik vind overigens dat de Kamer zichzelf ook beter moet informeren, ik steek hier de hand ook in eigen boezem. De VVD fractie is van plan aan dit onderwerp volgend jaar de nodige aandacht te besteden. Aan de hand van het Rekenkamer rapport kan dan een debat met de Regering plaatshebben. De beleidsbrief bodem, waarin de contouren van een nieuw bodembeleid worden geschetst, kan daarbij worden betrokken. De Regering heeft dit toegezegd.

Wetsvoorstel

De voorliggende wijziging van de Wet Bodembescherming loopt op dit alles vooruit. De vraag voor de VVD fractie is nu wat we hiermee aan moeten terwijl we constateren dat het beleid als geheel niet transparant is. Het is een stukje van de puzzel, maar compleet is die nog lang niet. Positief is in ieder geval dat niet meer de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem zelf maar het toekomstige gebruik ervan is bepalend is of en hoe er wordt gesaneerd. Dit betekent een aanzienlijke flexibilisering van het beleid en sluit veel meer aan bij de maatschappelijke werkelijkheid. Niet altijd zal meer tot volledige sanering worden overgegaan zodat de bodem geschikt wordt voor multifunctioneel gebruik, maar kan worden volstaan met beheersmaatregelen die voldoende zijn gelet op het (functioneel) gebruik dat van de bodem wordt gemaakt. Dat is positief en veel goedkoper.

Maar er zijn ook grote zorgpunten voor mijn fractie. Ik ga ze even langs.

* Meer bevoegdheden worden overgedragen aan provincies en gemeenten. De vraag is of gemeenten en provincies voldoende geëquipeerd zijn om de taken aan te kunnen, en of er grotere verschillen gaan ontstaan die een verzwaring van de administratieve lasten met zich meebrengen. Kan de Staatssecretaris hierop ingaan?

* VROM verwacht dat als gevolg van deze wet in de komende 15 jaar ongeveer 3.000 bedrijven - ook met subsidie van de overheid - draagkrachtproblemen krijgen. Dat betekent dat 200 bedrijven per jaar wellicht op de fles gaan. Voor de VVD fractie moet glashelder zijn waarom dit acceptabel is. Ook hier graag verduidelijking en een reactie.

* De administratieve lasten nemen toe als gevolg van de procedures die met deze wet in het leven worden geroepen (kennisnemen van wet- en regelgeving, onderzoek, saneringsplan opstellen, subsidieaanvraag indienen, evaluatieverslag maken, nazorgplan opstellen en financiële zekerheid stellen). De omvang van deze kosten werd aanvankelijk begroot op basis van een stel-percentage van 3% van de totale saneringskosten (1 miljard per jaar gedurende 20 jaar ) wat neerkomt op 30 miljoen per jaar tot 2030. Dit bedrag wordt later genuanceerd maar op een aantal punten (o.a. kosten voor financiële zekerheid) blijft het onduidelijk wat de totale administratieve lasten zijn van deze wet. Ook de RvS merkt op dat de veronderstelling dat de administratieve lasten zullen dalen onvoldoende met feiten is gestaafd. Dit is rechtstreeks in strijd met het Regeringsbeleid. Graag een toelichting. De VVD fractie wil ook weten welke compenserende maatregelen hier tegenover staan. Dit is voor mijn fractie een keihard punt.

* Zonder de inhoud van een aantal AmvB's te kennen is het moeilijk het wetsvoorstel op zijn inhoud te beoordelen

* De relatie tussen dit wetsvoorstel en de beleidsbrief bodem is niet duidelijk. Mijn fractie heeft bij de beleidsbrief bodem nogal wat vraagtekens geplaatst. Wat is daarmee gebeurd?

Standpunt VVD fractie

De VVD fractie hecht aan een transparant, doelmatig en efficiënt bodembeleid. De VVD fractie staat positief tegenover de realistischer normering. Maar bovenstaande punten zullen moeten worden opgehelderd. Voor de VVD fractie is de vraag opportuun of het - gelet op alle bovengenoemde problemen - verstandig is om op dit moment in te stemmen met deze wetswijziging. Waarom niet wachten tot na het rapport van de Rekenkamer waarna wij een integraal debat kunnen voeren? Wat gaat er eigenlijk mis als wij wachten?

Dit klemt temeer nu wij als Kamer niets meer hebben gehoord, tenzij ik iets heb gemist, van de toezeggingen die de Staatssecretaris in het Algemeen Overleg van 24 juni jl. heeft gedaan. Wat is er gebeurt met de 'quick wins' zoals voorgesteld door de werkgroep Bouwstoffenbesluit? Waar is de uitwerking van de kleurpotlodensystematiek van de heer Koopmans? Is er al een prioritair schema voor de uitwerking van het nieuwe beleid? Waar is de herziening van het instrumentarium zoals voorgesteld door de PvdA? Tenslotte wil ik hier herhalen dat wij geen behoefte hebben aan een Europees bodembeleid. De Europese Commissie beweegt in die richting en de Staatssecretaris moet een duidelijk 'nee' laten horen. Kortom: wij hebben nog wat van de Staatssecretaris tegoed voordat wij met deze Wet kunnen instemmen.

10 december 2004