Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Persbericht ministerraad
10 december 2004

BETERE POSITIE REGIONAAL GENEESKUNDIG FUNCTIONARIS

De positie van de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF), de spil in de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR), moet worden verbeterd. Ook moet de geneeskundige sector meer oefenen. De ministerraad heeft hiertoe ingestemd met voorstellen van minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De maatregelen zijn genomen naar aanleiding van het eerder door de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg uitgebrachte advies in "De Ghordiaanse knoop doorgehakt".

De RGF moet een stevige crisis- en netwerkmanager zijn met goede kennis van gezondheidszorg. Bij rampen en crises moet hij in de geneeskundige kolom zijn coördinatierol invullen. De adviesraden willen de RGF meer wettelijke bevoegdheden geven. Het kabinet vindt dat de veiligheidsregio's met de huidige wetgeving in eerste instantie voldoende mogelijkheden hebben om de positie van de RGF te versterken.

Verder wil het kabinet dat in een regionaal ketenoverleg acute zorg, waarin alle regionale zorgpartijen zitten, ook afspraken worden gemaakt over de organisatie van de acute zorg en de opvang en spreiding van slachtoffers tijdens grootschalige incidenten. Daarnaast zal de organisatie van de GHOR gaan aansluiten bij de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD). Het kabinet vindt het gewenst dat de GGD'en hiervoor hun schaal vergroten tot ten minste die van de veiligheidsregio's.

Het kabinet is met de adviesraden van mening dat de geneeskundige sector meer moet oefenen. De geneeskundige sector moet in 2005 zelf criteria opstellen voor efficiënt en effectief oefenen en opleiden. Ook moet de sector aangeven of er eventueel meer opleidingen op het terrein van de geneeskunde onder bijzondere omstandigheden nodig zijn. Op basis van deze plannen zal het kabinet vanaf 2006 structureel een bedrag beschikbaar stellen naast de reeds beschikbare middelen uit de premies. De multidisciplinaire oefeningen zijn een verantwoordelijkheid van het veiligheidsbestuur. Het GHOR bestuur moet deze oefeningen opnemen in zijn begroting. De kosten ervan worden betaald door het Rijk en de gemeenten. Het kabinet vindt dat in een aantal regio's de gemeenten meer moeten bijdragen omdat de GHOR daar volledig afhankelijk is van de financiering door het Rijk.

RVD, 10.12.2004