Administratieve verplichtingen werkgeversbijdrage kinderopvang
Staatssecretaris Wijn (Financiën) heeft enkele fiscale
Uitvoeringsregelingen gewijzigd in verband met de invoering van de
nieuwe Wet Kinderopvang per 1 januari 2005.
In de Wet Kinderopvang wordt uitgegaan van een werkgeversbijdrage ter
hoogte van een zesde deel van de totale kosten van kinderopvang die
een werknemer of zijn partner maakt. Deze bijdrage wordt gezien als
onbelast loon. De werkgever mag tot een derde van de kosten vergoeden
voor de medewerker met een partner die geen bijdrage of een bijdrage
ontvang lager dan een zesde deel van de kosten. Dit geldt ook voor
ouders zonder partner. De gezamenlijke bijdrage die ouders ontvangen,
is voor ten hoogste een derde deel van de kosten belastingvrij. Het
moet gaan om opvang voor kinderen tot de leeftijd waarop zij de
basisschool verlaten. De opvang moet in een geregistreerd
kindercentrum plaatsvinden.
De staatssecretaris stelt aan de werkgeversbijdrage geen specifieke
administratieve verplichtingen. De inhoudingsplichtige moet zelf
aantonen dat sprake is van een vrijgestelde vergoeding, zoals in de
Wet kinderopvang is omschreven. Het ligt voor de hand dat hierbij
gebruik wordt gemaakt van aan de werknemer of zijn partner verstrekte
facturen. Wel is een administratieve verplichting van toepassing
indien de inhoudingsplichtige een belastingvrije vergoeding aan zijn
werknemer geeft die meer bedraagt dan een zesde deel van de kosten. De
inhoudingsplichtige moet een verklaring van de werknemer in zijn
loonadministratie bewaren waaruit blijkt dat er geen sprake is van een
vergoeding aan de partner dan wel dat er sprake is van een vergoeding
aan de partner van minder dan een zesde deel van de kosten. Op een
dergelijke verklaring moet, wanneer de partner van de werknemer wel
ene vergoeding voor kinderopvang krijgt, ook worden aangegeven hoe
hoog de vergoeding is. Daarnaast moet de werknemer zich in de
verklaring verplichten bij gewijzigde omstandigheden de verklaring te
vervangen door een nieuwe verklaring.
Net als nu kan in de nieuwe situatie de administratie van de
kinderopvang elders worden bewaard, bijvoorbeeld bij een intermediaire
organisatie of de uitvoerders van een CAO-regeling.
De wijzigingen staan in het Besluit van 23 november 2004, WDB
2004/706M, Uitvoeringsregeling IB 2001 1 en 17 en Uitvoeringsregeling
LB 2001 21a en 49.
Ondernemersorganisatie voor Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten