Toespraak van minister Karla Peijs ter afsluiting van de Transportraad
Persverklaring van het Nederlands voorzitterschap (minister Karla
Peijs) na afloop van de Transportraad, 9-10 december 2004
(Alleen de uitgesproken tekst geldt.)
Welkom. We hebben een vruchtbare en vlotte vergadering achter de rug.
Alle onderwerpen op de agenda zijn afgerond. De heer Barrot en ik
willen u nu graag over de resultaten informeren.
Treinmachinisten
Het eerste onderwerp op de agenda van vandaag was de harmonisatie van
de certificering van treinpersoneel. Deze richtlijn uit het Derde
Spoorpakket leidt tot meer arbeidsmobiliteit en efficiënter vervoer,
omdat de verplichte personeelswisselingen bij landsgrenzen komen te
vervallen. De general approach waarover we het nu eens zijn geworden,
heeft vooralsnog alleen betrekking op machinisten van internationale
treinen. Dat is het meest urgent, omdat de liberalisering van het
spoorvervoer per 1 januari 2007 een feit is. Deze richtlijn wordt
stapsgewijs ook geldig voor machinisten op nationale spoorverbindingen
en voor de huidige generatie machinisten. Dat proces moet in 2015
voltooid zijn. Voor landen die dat willen, is er voor de binnenlandse
machinsten nog een ontsnappingmogelijkheid tot 2025. Maar dan moet een
kosten-batenalyse wel duidelijk uitwijzen dat de regeling dat land
meer kost dan oplevert.
Galileo
Het tweede grote onderwerp vanochtend was Galileo. We hebben besloten
om onder voorwaarden over te gaan tot de bouw van dit
satelliet-navigatiesysteem en de operationele fase die daarop volgt.
Die voorwaarden zijn onder andere financieel van aard. De totale
kosten mogen niet te hoog worden en er moet ook sprake zijn van een
goede publiek-private kostenverdeling. Tweederde van de kosten wordt
door het bedrijfsleven gefinancierd, zoals eerder in de Raad
afgesproken. We hebben vastgesteld dat private partijen daaraan kunnen
voldoen.
Hiermee is een besluit genomen van grote Europese betekenis.
Plaatsbepaling via satellieten neemt snel in belang toe. De Europese
burgers en bedrijven krijgen in toenemende mate te maken met
plaatsbepalingstechnieken, bijvoorbeeld in de auto. Voor veel
sectoren is ook een precieze tijdsbepaling van steeds groter belang.
Met Galileo is Europa straks klaar voor deze toekomst.
Eind volgend jaar gaan de eerste satelieten de lucht in. De heer
Barrot heeft toegezegd dat hij komende zomer aanwezig is als we deze
satelieten in Noordwijk in Nederland gaan dopen. Ik verheug me daar nu
al op.
Wijziging richtlijn technische voorschriften voor binnenvaartschepen
Het volgende punt op de agenda was de richtlijn `technische
voorschriften voor binnenvaartschepen'. We hebben vandaag een
gedeeltelijk political agreement bereikt waarin de wederzijdse
erkenning van EU-certificaten en de certificaten van de Central
Commission for navigation on the Rhine is geregeld. Dat woord
`gedeeltelijk' wil niet zeggen dat er nog grote problemen op tafel
liggen. We zijn het eens over de tekst van de richtlijn, maar de
bijlage is nog niet in alle talen beschikbaar. Daar komen we dus nog
een keer formeel op terug.
Harmonisatie van beroepseisen luchtverkeersleiders
En dan de luchtvaartonderwerpen. Ik heb u al resultaten kunnen melden
over de harmonisatie van beroepseisen aan zeevarenden en
treinmachinisten. Voor de luchtverkeersleiders hebben we een
soortgelijk voorstel besproken, een eerste concrete stap op weg naar
de Single European Sky. We zijn het eens over een general approach.
Ook hier weer vormen veiligheid en arbeidsmobiliteit de onderliggende
motivatie voor harmonisatie. De kern van het voorstel is dat alle
luchtverkeersleiders aan dezelfde eisen moeten gaan voldoen om hun
beroep te mogen uitoefenen. De discussie in het voortraject richtte
zich onder meer op de taaleisen. Voor wat betreft de beheersing van
het Engels is nu een minimumniveau afgesproken. Daarnaast kunnen
landen nationale taaleisen stellen, maar alleen als dat om
veiligheidsredenen noodzakelijk is.
EU-OPS
Een ander harmonisatiedossier in de luchtvaart gaat over de
operationele eisen aan de vluchtuitvoering; de EU-OPS. Het is de
bedoeling om de bestaande vrijwillige afspraken die landen in de Joint
Aviation Authorities hebben gemaakt, om te zetten in formele
EU-regelgeving. Inmiddels werken we aan de regelgeving voor het
luchtvaartpersoneel. Ik doel vooral op de `cabin crew requirements' op
het gebied van veiligheid en op de `flight and duty time limitations
and rest requirements'. Daarover zijn in het voortraject de lastigste
discussies gevoerd. Ik ben dan ook blij te kunnen melden dat we
vandaag op deze punten een politiek akkoord hebben bereikt. Daarmee
hebben we deze twee belangrijke onderdelen uit het EU-OPS pakket
afgerond.
Het voorstel gaat uit van maximale werktijden. Landen die nu al
striktere regels hebben, kunnen die dus handhaven. Verder houden de
nationale luchtvaartautoriteiten met dit akkoord een zekere mate van
vrijheid om hun eigen luchtvaartoperaties efficiënt in te richten,
mits zij kunnen aantonen dat de veiligheid op hetzelfde niveau blijft.
Mandaten Marokko en West-Balkanlanden
Het laatste onderwerp op onze agenda was de mandatering van de
Commissie om luchtvaartonderhandelingen te starten met Marokko en de
West-Balkanlanden. Ik ben blij dat we het erover eens zijn dat Marokko
onze eerste testcase moet worden op dit punt. De Commissie krijgt het
mandaat om met dit land te onderhandelen over beperkte markttoegang.
Ik onderstreep dat dit, na de lopende onderhandelingen met de VS, de
tweede keer is dat de Commissie buiten Europa over een
luchtvaartverdrag kan onderhandelen.
Voor wat betreft de toetreding van West-Balkanlanden tot de European
Common Aviation Area geldt dat hier feitelijk gaat om een uitbreiding
van de interne markt. Ook dat mandaat is aan de commissie verleend.
Tot slot...
Tot slot wil ik deze laatste persconferentie als voorzitter van de
transportraad graag gebruiken om heel kort even terug te kijken. Dat
doe ik met veel tevredenheid. Dit was het eerste half jaar met 25
lidstaten. Het parlement was nieuw toen we in juli begonnen en
tussentijds is er natuurlijk ook nog een nieuwe commissie aangetreden.
Dat zijn allemaal factoren die het werk van de raad hadden kunnen
vertragen. Ik ben mijn collega-ministers, mevrouw De Palacio en de
heer Barrot erkentelijk dat dit niet het geval is geweest.
Terugkijkend mogen we denk ik vaststellen dat er concreet voortgang is
geboekt in belangrijke dossiers op de lopende agenda. Niet alleen op
deze transportraad, maar ook in oktober. Ik herinner u bijvoorbeeld
aan de general approaches over River Information Services en over de
harmonisation of drivers licences.
Ik kijk ook met veel genoegen terug op de succesvolle informele raad
waarmee we het Nederlands voorzitterschap in juli begonnen. Het
belangrijkste thema daar was short sea, een modaliteit met veel
potentie voor de toekomst. We hebben in juli gezamenlijk de
prioriteiten voor short sea vastgesteld. Daarmee ligt er een stevige
basis voor verdere gezamenlijke actie.
Het laatste evenement dat ik vandaag wil memoreren is de tweede
Europese verkeersveiligheidsconferentie eind oktober in Verona.
Vandaag hebben we de conclusies van die conferentie vastgesteld.
Daarin gaat het onder meer over een betere internationale handhaving
van verkeersovertredingen en het stimuleren van nieuwe
voertuigtechnologie zoals het alchoholslot. Ons besluit van vandaag
onderstreept eens te meer hoe hoog verkeersveiligheid op de Europese
transportagenda staat. En terecht, want het doel is en blijft een
halvering van het aantal slachtoffers in 2010.
Al met al kijk ik dus tevreden terug op een druk, maar ook bevredigend
half jaar. Ik wens mijn opvolger, de heer Lucien Lux,
transportminister van Luxemburg, het komende half jaar minstens
evenveel genoegen en nog meer succes toe.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat