RAAD VOOR HET LANDELIJK GEBIED
Groene onderwijs bekneld in regelgeving
9 december 2004 - Het groene onderwijs dat opleidt voor
agro-industrie, landbouw en natuur heeft meer ruimte nodig om aan de
vraag naar beroepskrachten voldoen. De huidige Wet Educatie en
Beroepsonderwijs maakt het aanbieden van nieuwe opleidingen
onmogelijk. Nieuwe opleidingen zijn nodig omdat het werk binnen de
landbouw en de natuur steeds complexer wordt. Ook ontstaan in de
groene sector steeds meer andere vormen van werkgelegenheid zoals
logistiek, ketenbeheer en zorg. De beperking van het groene onderwijs
is een vorm van verouderde en overbodige regelgeving en moet daarom zo
snel mogelijk vervallen. Dat stelt de Raad voor het Landelijk Gebied
in zijn advies een marktgerichte benadering voor het groene onderwijs
dat vandaag werd uitgebracht.
Het groene onderwijs ontwikkelt nieuwe opleidingen maar loopt daarbij
aan tegen een verouderde rolverdeling tussen de groene
onderwijsinstellingen en de overige onderwijsinstellingen. Groene
onderwijsinstellingen zijn wettelijk beperkt tot opleidingen voor het
domein landbouw en natuurlijke omgeving. Daardoor stelt de overheid
geen geld beschikbaar voor de benodigde aanvullingen die buiten dit
domein vallen. Op termijn kunnen de groene onderwijsinstellingen
daardoor doodbloeden of gedwongen worden op te gaan in andere
instellingen. De niet-groene onderwijsinstellingen ontvangen echter
financiering voor zowel groene als andere opleidingen.
De raad adviseert de ministers van LNV en OCW de groene
onderwijsinstellingen in staat te stellen alle benodigde soorten
opleidingen te geven. Door het wettelijk en financieel onderscheid
tussen groene en andere onderwijsinstellingen te laten vervallen,
kunnen de instellingen zich voluit ontplooien en ontstaan vrije
concurrentieverhoudingen tussen beide typen instellingen. De sterke
punten van groene onderwijsinstellingen blijven dan behouden. De markt
voor groene onderwijsinstellingen is ruim. In de groene sector werkt
ongeveer 10% van de beroepsbevolking. Ongeveer de helft daarvan krijgt
zijn opleiding binnen groene onderwijsinstellingen.
Als nationale uitwerking van de Verklaring van Lissabon wil Nederland
binnen tien jaar tot de kenniseconomische kopgroep van Europa behoren.
Het groene onderwijs staat voor de uitdaging daar een bijdrage aan te
leveren via de agro-industrie en de economie van het landelijk gebied.
In het landelijk gebied zijn behalve economische ook collectieve
belangen aan de orde. Daarom heeft de overheid extra belang bij een
goede beroepsopleiding.
De raad noemt onder andere de volgende aandachtsgebieden waarop de
minister van LNV innovaties actief moet stimuleren. Versterking van de
binding tussen onderwijs en bedrijfsleven is nodig, onder meer door de
praktijkleerbedrijven verder te professionaliseren. De aansluiting
tussen vmbo, mbo, hbo dient verder ontwikkeld te worden. De inzet van
persoonsgebonden budgetten (verbonden aan leerlingen en studenten) kan
de onderwijsvraag sturend maken voor het aanbod aan opleidingen. Voor
het groene mbo zijn lectoren én een adequate lerarenopleiding nodig.
Initiatieven binnen groene onderwijsinstellingen zoals de
kenniscoöperatie dienen ook ten goede te komen aan groene opleidingen
binnen andere onderwijsinstellingen. Door innovatie actief te
stimuleren stelt het ministerie van LNV het groene onderwijs in staat
zijn belangrijke rol te vervullen. Daarmee kan LNV invulling geven aan
de beoogde beleidsverschuiving van zorgen voor naar zorgen dat.
////////////////////////////////////////
Raad voor het Landelijk Gebied