Lijst Pim Fortuyn
Aanvalsplan tegen Wapengeweld - I - Illegaal wapenbezit
09/12/2004
ILLEGALE WAPENS
1. Steekproefcontroles tegen wapensmokkel
Huidige situatie
In Nederland worden geen vuurwapens gemaakt. Het overgrote deel van de
illegale vuurwapens dat zich in Nederland bevindt is ons land dus op
een of andere manier binnengesmokkeld. Onderzoek leert dat het bij die
smokkel gaat om jaarlijks zon tien tot vijftienduizend illegale
vuurwapens. Nederland is een populair land voor wapensmokkelaars
geworden. Belangrijkste bronlanden voor illegale vuurwapens zijn
België (17%), Servië en Montenegro (9%), Italië (26%) en Duitsland
(11%) en de nieuwe EU-lidstaat Tsjechië (6%). Onder Nederlandse
criminelen zeer populaire wapens als de omgebouwde Italiaanse
Tanfoglio en het machinepistool SA61 Skorpion zijn afkomstig uit deze
landen. Uit deze landen worden de wapens vooral in personenvoertuigen,
vrachtwagens dan wel touringcars vervoerd, die een reguliere route van
en naar Nederland rijden.
Daarbij komt dat de drempel om een vuurwapen in het buitenland te
kopen de laatste jaren steeds lager geworden. De kans dat het wapen
bij controle aan de grenzen wordt gevonden is bij gebrek aan
grenscontroles immers nog maar klein. Ook de professionele smokkelaars
hoeven weinig moeite te doen om hun waar te verbergen, omdat de kans
op aanhouding als klein wordt ingeschat. Aangehouden koeriers die
vuurwapens smokkelen vanuit voormalige Oostbloklanden (ten tijde van
onderzoek niet EU-lidstaten), verklaren dat zij de grens met
Oostenrijk als het grootste knelpunt zagen. De kans op ontdekking
blijkt nagenoeg nihil wanneer die grens eenmaal gepasseerd is.
Voorstel:
ð Maandelijkse steekproefcontroles door douane en politie bij de
grensovergangen met België (Hazeldonk) en Duitsland (Arnhem-Oberhausen
en Venlo)
De belangrijkste oorzaak van de grootschalige smokkel van illegale
wapens in Nederland is de lage pakkans bij de grens. Het ontbreken van
grenscontroles tussen de EU-lidstaten is hier debet aan. In het kader
van de in te stellen controles aan de grens met België en Duitsland
worden gedurende korte tijd en steekproefsgewijs, personen en
voertuigen die Nederland via de weg binnenkomen specifiek
gecontroleerd op de aanwezigheid van illegale wapens.
Deze controles zouden het komende jaar regelmatig bij de verschillende
grensovergangen en havens moeten worden georganiseerd.
2. Algemene wapencontrolebevoegdheid voertuigen voor politie
Huidige situatie
Onderzoek wijst uit dat de smokkel van illegale wapens vaak in kleine
partijen per keer geschiedt en dat daarbij vaak personenautos worden
gebruikt vanwege het feit dat deze een zeer kleine kans lopen
doorzocht te worden. Tijdens preventief fouilleeracties worden ook de
meeste wapens gevonden in autos.
De politie heeft buiten het kader van preventief fouilleren slechts
een beperkte mogelijkheid om vervoermiddelen te doorzoeken op de
aanwezigheid van illegale wapens. Een algehele controlebevoegdheid van
voertuigen is nu alleen voorbehouden aan douanepersoneel. Artikel 51
van de Wet Wapens en Munitie geeft opsporingsambtenaren die
bevoegdheden namelijk alleen als zij redelijkerwijs aanleiding hebben
dat er sprake is van illegaal vuurwapenbezit door de eigenaar van het
voertuig. Maar hoe kun je redelijkerwijs aanleiding hebben dat er een
illegaal wapen wordt bewaard in het gesloten dashboardkastje?
Voorstel:
ð Artikel 51 van de Wet Wapens en Munitie uitbreiden zodat in
het kader van de opsporing van illegale wapens opsporingsambtenaren
van de politie altijd, dus zonder redelijke aanleiding, voertuigen
mogen doorzoeken
In de praktijk (o.a. politie Rotterdam, Amsterdam) leeft de wens voor
een algemene bevoegdheid in het kader waarvan de politie bij reguliere
controles voertuigen kan doorzoeken op illegale wapens. De situatie
dat opsporingsambtenaren een voertuig niet kunnen doorzoeken zonder
een redelijke aanleiding voor het vermoeden van de aanwezigheid van
illegale wapens (b.v. een wapen op de achterbank) is een belangrijke
beperking in de jacht op illegale wapens.
3. Preventief fouilleren uitbreiden in tijd en plaats
Huidige situatie
In 1998 was een schietpartij in de Rotterdamse metro voor de Tweede
Kamer aanleiding om voor de politie een bevoegdheid tot preventief
fouilleren in het leven te roepen. Sinds september 2002 mag de politie
ingevolge het toegevoegde artikel 151b van de Gemeentewet in een
gebied, dat als veiligheidsrisicogebied is aangewezen, na een last van
het OM daartoe, mensen preventief fouilleren en voertuigen doorzoeken
op illegale wapens. Zon last mag het OM afgeven voor de duur van
twaalf uur per keer, een tijdsduur die is vastgelegd in artikel 50 lid
3 van de Wet Wapens en Munitie.
In diverse steden in de Randstad als Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en
Leeuwarden wordt inmiddels preventief gefouilleerd. In Rotterdam zijn
daarbij over de periode van 20 september 2002 tot juni 2003 maar
liefst 578 wapens in beslag genomen. In Rotterdam is het aantal
gewapende overvallen met 32% gedaald. Tijdens een actie preventief
fouilleren werden in de nacht van vrijdag op zaterdag (18/19 november
2004) in Maastricht 72 wapens in beslaggenomen. In totaal werden 400
voertuigen gecontroleerd. In beslaggenomen wapens: 17 slagwapens, 30
messen, 6 steekwapens, 1 ketting, 2 gaspistolen, 1 boksbeugel, 7
busjes peperspray, 2 busjes traangas, 1 vijl, 1 ploertendoder, 3
wapenstokken en een nepvuurwapen.
Uit onderzoek onder de Rotterdamse bevolking is bovendien duidelijk
geworden dat een overgrote meerderheid van de Rotterdammers achter het
preventief fouilleren staat (Bron: Evaluatie). In gebieden waar
preventief wordt gefouilleerd neemt het vertrouwen in de politie toe.
Voorstellen:
ð Openbare ruimte rond evenementen en soft targets (grote
voetbalwedstrijden, drie dwaze dagen) selectief fouilleren. Breng deze
als veiligheidsrisicogebied onder de werking van artikel 151b
Gemeentewet
ð Preventief fouilleren standaard mogelijk maken in
probleemwijken, uitgaansgebieden, het CS en in het openbaar vervoer
via een wijziging van de Wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden
Bij evenementen (bv. voetbalwedstrijden) moet selectief gefouilleerd
kunnen worden, de politie moet aan de hand van fotos van bekende
hooligans of andere criminelen, gericht kunnen fouilleren. De eis van
a-selectiviteit die volgens de wettelijke voorschriften (Memorie van
Toelichting bij wet) bij preventief fouilleren wordt gehanteerd, houdt
echter een sterke beperking in van de bruikbaarheid van het instrument
in de openbare ruimte bij grootschalige evenementen, de zogeheten soft
targets. Immers, bij grote mensenmassas moet er wel geselecteerd
worden wie gefouilleerd gaat worden en wie niet: en dat mag juist
niet. Het preventief fouilleren moet daarnaast in uitgaansgebieden,
probleemgebieden, rond het CS en in het OV een standaard
opsporingsbevoegdheid van de politie worden, onafhankelijk van een
aanwijzing als veiligheidsrisicogebied door de burgemeester.
4. Strafeis op illegaal vuurwapenbezit verhogen naar 1 jaar
Huidige situatie
Terwijl de wetgever de strafmaat op verboden vuurwapenbezit in 2000
heeft verhoogd tot 4 jaar en zeer recentelijk ook de strafmaat op
verboden messenbezit door de Tweede Kamer is verdriedubbeld tot 9
maanden, worden door het Openbaar Ministerie in het algemeen veel
lagere straffen geëist. Navraag bij het Parket Rotterdam over deze
gang van zaken leert dat de feitelijke standaard strafeis van het OM
voor first offenders met een illegaal vuurwapen nog lager is, namelijk
drie maanden. Dit is nog onder de maximum-strafmaat van de oude
vuurwapenwet (Bron: Openbaar Ministerie, Parket Rotterdam).
Voorstel:
ð De Minister van Justitie moet zijn algemene
aanwijzingsbevoegdheid gebruiken om het OM aan te zetten tot het
verhogen van de strafeis tot minimaal een kwart van de maximumstraf
voor first offenders van illegaal vuurwapenbezit (=1 jaar)
5. 15 jaar cel op smokkel en illegale handel in vuurwapens (nu
8 jaar)
Huidige situatie
De maximumstraf op systematische handel en smokkel van verboden
vuurwapens is op dit moment 8 jaar (artikel 55 lid 4 WWM).
Voorstel:
ð De maximumstraf voor systematische handel en smokkel van
verboden wapens, door aanpassing van artikel 55 lid 4 WWM verhogen
naar 15 jaar
De systematische illegale handel en smokkel van vuurwapens levert een
groot gevaar op voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving. De
gesmokkelde en verhandelde verboden vuurwapens komen per definitie in
de handen van kwaadwillenden zoals criminele organisaties voor wie de
stap van bezit naar gebruik van het vuurwapen slechts klein is.
Smokkel en handel van verboden vuurwapens is daarmee een noodzakelijke
voorwaarde voor gewelddadig handelen als doodslag en moord, delicten
waarop straffen van 15 jaar of meer zijn gesteld.
6. Stilettos, valmessen en vlindermessen totaal verbieden
Huidige situatie
Volgens artikel 2 van de Wet Wapens en Munitie zijn alleen stilettos,
valmessen en vlindermessen met een lemmet van langer dan 9 cm, of met
meer dan één snijkant, of een stootplaat verboden.
Voorstel:
ð Alle stilettos, valmessen en vlindermessen, of ze nu korter of
langer dan 9 centimeter zijn of maar één snijkant danwel een
stootplaat hebben, integraal verbieden (bezit en handel) door
aanpassing van artikel 2 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie
De keuze voor het verbod van stilettos, valmessen en vlindermessen met
lemmeten langer dan 9 cm, meer dan één snijkant of een stootplaat is,
gezien de dodelijkheid van deze steekwapens met een kleiner lemmet of
zonder stootplaat, niet te handhaven. De LPF-fractie stelt voor om
stilettos, valmessen en vlindermessen integraal in Nederland te
verbieden. Een verbod op juist dit soort messen is noodzakelijk omdat
valmessen, vlindermessen en stilettos gemakkelijk en onzichtbaar
kunnen worden gedragen: er is sprake van hoog illegaal gebruiksgemak.
Wat betreft vlindermessen wordt met een dergelijk verbod de wet in
Duitsland als voorbeeld genomen.
7. Voorlopige hechtenis voor smokkel en bezit verboden messen
Huidige situatie
Met het amendement Eerdmans bij de Wet Herijking Strafmaxima is in
2004 de straf op verboden messenbezit verhoogd van 3 naar 9 maanden
(wijziging artikel 55 lid 1 Wet Wapens en Munitie). Het opleggen van
een daadwerkelijke celstraf is daarmee mogelijk geworden (artikel 9
lid 4 WvSr). Een smokkelaar van verboden messen, hoe groot de omvang
van de smokkel ook is, komt echter, anders dan een smokkelaar van
verboden vuurwapens, niet in aanmerking voor voorlopige hechtenis.
Voorstel:
ð Artikel 67 lid 1b Wetboek van Strafvordering aanpassen zodat
ook smokkelaars en bezitters van en handelaren in illegale messen in
voorlopige hechtenis genomen kunnen worden (door toevoeging van
artikel 55 lid 1 WWM)
Ook bij smokkelaars en bezitters van verboden messen kan er sprake
zijn van een vluchtgevaarlijke verdachte hetgeen voorlopige hechtenis
noodzakelijk maakt. De artikelen op basis waarvan een verdachte in
voorlopige hechtenis kan worden genomen moeten daarom uitgebreid
worden met het artikel dat smokkel en bezit van verboden messen
strafbaar stelt.
8. Illegale wapens van de straat door nieuwe wapeninleveractie
Huidige situatie
In 1999 en 2000 waren er landelijke inleveracties voor verboden
(vuur)wapens. Diegenen die verboden wapens in bezit hadden konden deze
inleveren zonder voor vervolging te hoeven vrezen. In 1999 leverde
deze inleveractie 13.826 verboden wapens op waaronder zon 2000
vuurwapens (inclusief alarmpistolen). De inleveractie in het najaar
van 2000 leverde 1871 scherpschietende vuurwapens op.
Voorstel:
ð Nieuwe landelijke wapeninleveractie organiseren in 2005. Motie
Eerdmans hiertoe is unaniem door de Tweede Kamer aangenomen op dinsdag
23 november 2004
Elk illegaal wapen van de straat is er één. De fractie zal er vanuit
de Vaste Commissie voor Justitie op toezien dat de motie in 2005 door
de Minister van Justitie in de praktijk wordt gebracht. Gezien het
succes van de laatste landelijke inleveracties acht de LPF-fractie het
zinvol om een nieuwe landelijke inleveractie te houden.
De inleveractie kan gekoppeld worden aan de verhoging van de straf op
het bezit van verboden steekwapens, werpsterren, wurgstokken en
ploertendoders dat per amendement inmiddels is verhoogd van 3 naar 9
maanden. Deze verhoging kan na indiening bij en aanname door de Eerste
Kamer dit jaar in werking treden. Vòòr deze inwerkingtreding zal
iedereen bedoelde steek- en slagwapens straffeloos kunnen inleveren.
9. Europese wapenwetgeving optrekken tot Nederlands peil
Huidige situatie
Nederland kent een vrij strikte wapenwetgeving (8 jaar op smokkel, 4
jaar voor bezit verboden vuurwapens, 9 maanden op bezit verboden
steek- en valmessen, wurgstokken, ploertendoders, werpsterren en
stilettos). Vuurwapens die hier illegaal zijn, zoals alarm-,
gaspistolen en nepwapens zijn vaak afkomstig uit EU-lidstaten waar zij
legaal mogen worden verkocht. Zo wordt een van de meest populaire
wapens onder Nederlandse criminelen, het kleine alarmpistool GT28 van
het Italiaanse merk Tanfoglio, gefabriceerd in Italië en legaal
verkocht in Duitsland, Oostenrijk, Portugal en Spanje (Bron IVA). Het
wapen is populair omdat het relatief goedkoop is (700 euro) en vanwege
het feit dat het op eenvoudige wijze kan worden hersteld in zn
oorspronkelijk staat van dodelijk vuurwapen, hetgeen onder andere op
grote schaal gebeurt in Portugal. Hetzelfde geldt voor messen waarvan
de lemmetgrootte de (in Nederland toegestane maximale) 9 centimeter
ruim overstijgt en de zogeheten nepwapens: speelgoedwapens die in
Nederland verboden zijn, maar in Europese lidstaten als Spanje
volstrekt legaal en in de supermarkt te koop.
Voorstellen:
ð Minister van Justitie Donner moet in EU-verband regelen dat de
strengere Nederlandse wapenwetgeving in de EU wordt overgenomen d.m.v.
aanpassing van de richtlijn 91/477/EEG. Zodoende moet er een algemeen
geldend Europees verbod komen op gaspistolen en nepwapens
ð Minister van Justitie Donner moet in overleg met Portugal
aandringen op een harde aanpak van het ombouwen van het
Tanfoglio-gaspistool tot een dodelijk vuurwapen
De LPF-fractie acht het essentieel voor het bestrijden van wapengeweld
dat de strenge wapenwetgeving zoals die in Nederland geldt in alle
lidstaten van de Europese Unie wordt overgenomen. Het op die manier
opdrogen van de bron blijkt in de praktijk een zeer effectieve methode
om de smokkel van vuurwapens in te dammen. Het zou o.a. betekenen dat
de verkoop van gas- en alarmpistolen als de Italiaanse Tanfoglios, die
omgebouwd en wel in Nederland voor veel slachtoffers zorgen, ook wordt
verboden in Duitsland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Te verwachten
valt dat de smokkel van dit soort wapens naar Nederland daardoor zal
afnemen.
10. Scholen wapenvrij door flying squads en metaaldetectoren
Huidige situatie
De aanwezigheid van wapens op school betekent een fundamentele
aantasting van de veiligheid op een plaats waar die veiligheid honderd
procent gegarandeerd zou moeten zijn. De moord in januari 2004 op
leraar Hans van Wieren op het Terra College in Den Haag was een
pijnlijke illustratie van de gevolgen van wapens op school. Het taboe
op praten over wapenbezit van leerlingen, dat lange tijd heerste
vanwege de angst van schoolbesturen voor de reputatie van de school,
werd door deze moord opengebroken. Dat was terecht, gezien het feit
dat uit eerdere onderzoeken naar wapens op Rotterdamse en Amsterdamse
scholen naar voren was gekomen dat ongeveer 25% van de jongeren wel
eens een wapen meeneemt naar school: bij de jongens bleek het vooral
te gaan om steekwapens, bij meisjes vaak om busjes met traangas.
Voorstellen:
ð Landelijke inzet van flying politiesquads op middelbare
scholen
ð Metaaldectoren op probleemscholen
Waar de overheid zich op sommige gebieden teveel inlaat met het
onderwijs op scholen, zou zij zich volgens de LPF-fractie juist meer
moeten bemoeien met de veiligheid op scholen. De vermeende goede
reputatie van een school is simpelweg minder belangrijk dan de
veiligheid van de leerlingen en het kunnen handhaven van de wet.
Overtredingen van de Wet Wapens en Munitie, ook als die door
leerlingen op het schoolterrein worden begaan, moeten zonder
belemmering door de politie in samenwerking met scholen kunnen worden
aangepakt.
Om effectieve bestrijding mogelijk te maken zijn zogeheten flying
squads nodig van politieagenten die op alle middelbare scholen
minimaal eens per jaar een onaangekondigde controle uitvoeren. De
methode wordt nu alleen in bepaalde regios in Nederland uitgevoerd.
Volgens het Landelijk Platform Vuurwapens is deze methode in
Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Schiedam erg succesvol gebleken. Niet
alleen in repressief, maar ook in preventief opzicht blijken de
controles goed te werken. Het algehele klimaat op scholen in
voornoemde steden is beter geworden: er wordt minder gepest en scholen
durven belediging en bedreiging van leerlingen en medewerkers beter
aan te pakken. (Bron: Paul Gademan, Voorzitter Landelijk Platform
Vuurwapens op de site van het Openbaar Ministerie). Wanneer uit
controles blijkt dat er op een bepaalde school sprake is van
stelselmatig wapenbezit door leerlingen, moet de school
metaaldetectoren installeren.