Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 1a
2513 AA Den Haag
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
7 december Fin 2004-02192
2004
Onderwerp
Aandeelhouderschap NS
Bij de behandeling van de vervoersconcessie van
de Nederlandse Spoorwegen N.V. zijn diverse
vragen gesteld over de nadere invulling van het
aandeelhouderschap in de NS door Financiën per 1
januari 2005. In de bijlage bij deze brief ga ik
op deze vragen in.
De Minister van Financiën,
Voorafgaand aan, tijdens en naar aanleiding van
de behandeling van beheer- en vervoerconcessie
in uw kamer op 5 oktober 2004, zijn door u
diverse vragen gesteld die betrekking hebben op
de wijze waarop de Staat invulling geeft aan
zijn aandeelhoudersrol in NS. Aangezien deze
aandeelhoudersrol per 1 januari 2005 overgaat
naar het Ministerie van Financiën en uw vragen
een sterke relatie hebben met het
deelnemingenbeleid van de Staat, heb ik in
overleg met de Minister van Verkeer en
Waterstaat besloten u via een aparte brief
hierover nader te informeren.
De overdracht van het aandeelhouderschap in de
NS past binnen het beleid van organisatorische
concentratie van het staatsaandeelhouderschap
bij Financiën, zoals dit is geformuleerd in de
Nota deelnemingenbeleid Rijksoverheid .
Achterliggende reden van deze concentratie is,
naast de mogelijkheid tot verdere uniformering
en professionalisering van het
staatsaandeelhouderschap, dat de vakministers
zich kunnen concentreren op de waarborging van
het publieke belang. In het geval van de NS
worden de publieke belangen via verschillende
instrumenten geborgd. Instrumenten daarvoor zijn
de wet- en regelgeving (waaronder concessiewet),
vergunningverlening, handhaving en toezicht,
subsidieverlening (onrendabele lijnen) en de
vervoerconcessie hoofdrailnet. De
vervoerconcessie bevat een scala aan
voorschriften die de NS moet naleven. De
verantwoordelijkheid voor de handhaving van de
concessie en de genoemde overige instrumenten
ligt bij de minister van Verkeer en Waterstaat.
Dit betekent overigens niet dat de concessie bij
de verdere uitoefening van het
aandeelhouderschap geen enkele rol meer speelt.
Ook vanuit aandeelhoudersperspectief is adequate
uitvoering van verplichtingen uit hoofde van
regelgeving en contracten van belang. Dit vormt
het speelveld waarbinnen de onderneming dient te
streven naar optimale prestaties en
bedrijfseconomische resultaten . Het niet
voldoen aan de concessievoorwaarden plaatst de
onderneming in een kwetsbare positie, waarvan
ook de aandeelhouder uiteindelijk nadeel kan
ondervinden. Immers, bij niet voldoen aan de
concessievoorwaarden kan deze worden ingetrokken
en komt de continuïteit van de onderneming in
gevaar. Hoewel het aandeelhouderschap geen
handhavinginstrument is, heeft de Staat als
aandeelhouder daarom wel belang bij een goede
naleving van de concessie. Een zakelijk
aandeelhouderschap, inclusief
rendementsstreven, staat dan ook niet op
gespannen voet met de doelstellingen van de
concessie.
De uitoefening van het aandeelhouderschap in NS
wijkt daarmee niet principieel af van de
invulling bij andere deelnemingen van de Staat.
Ik zal als aandeelhouder specifiek letten op
prestatie- en rendementsverbetering van de
onderneming. Zoals ik eerder reeds aan uw Kamer
heb aangegeven is een gezond bedrijf (ook in
financiële zin) immers juist een belangrijke
waarborg dat een bedrijf kan voldoen aan zijn
publieke verplichtingen. Ook NS zou derhalve
moeten streven naar een rendement op
geïnvesteerd vermogen van enkele procenten boven
het niveau van staatsobligaties. Het specifieke
rendementsdoel wordt bij elke onderneming echter
mede vastgesteld op basis van het risicoprofiel
en de specifieke situatie en is daarmee geen in
marmer gebeiteld gegeven. Ook bij NS zal daarom
bij de vaststelling van wat een realistisch
rendementsstreven is, worden gekeken naar zaken
als risicoprofiel en de specifieke context
waarbinnen de onderneming opereert.
Verder beoordeel ik in principe het rendement op
holdingniveau. Eventuele buitenlandse en andere
(spoorweggerelateerde) deelnemingen acht ik
daarbij aanvaardbaar, zolang deze de
rendementsverbetering van NS ten goede komen.
Uiteraard moet de NS er daarbij voor zorgen dat
haar acquisitiebeleid niet ten koste zal gaan
van de uitvoering van de vervoerconcessie. Ik
ben hierbij in zoverre betrokken dat een
goedkeuringsbevoegdheid bestaat voor de
aandeelhouder ten aanzien van het aangaan (of
vervreemden) van majeure deelnemingen.
Een ander punt waaraan ik als aandeelhouder
bijzonder belang hecht is een goede governance
structuur. Wat dat betreft is het
aandeelhoudersbeleid van de Staat er op gericht
om de beginselen van de Nederlandse Corporate
Governance Code (ook wel: code-Tabaksblat) waar
mogelijk op alle staatsdeelnemingen toe te
passen. Wat betreft de NS heb ik inmiddels van
de directie begrepen dat zij de code met ingang
van het komende jaar zullen toepassen. Op de
eerstkomende aandeelhoudersvergadering zal
hieraan aandacht worden besteed.
Specifiek element binnen de governance
verhoudingen is tenslotte het bezoldigingsbeleid
dat in de toekomst ook bij NS door de
aandeelhouder moet worden goedgekeurd. Vanuit uw
Kamer is de wens geuit om in het toekomstige
bezoldigingsbeleid van de NS het halen of
verbeteren van de afgesproken vervoersprestaties
in hogere mate tot uitdrukking te laten komen.
Vanuit de gedachte dat verbetering van rendement
en vervoersprestaties hand in hand gaan kan ik
mij hierin vinden. Deze opvatting is per brief
door de minister van Verkeer en Waterstaat mede
namens mij aan de Raad van Commissarissen
overgebracht, opdat deze daarmee rekening kan
houden bij het doen van een voorstel over het
toekomstige bezoldigingsbeleid. Uiteraard zullen
daarnaast ook meer specifieke financiële
criteria van het bezoldigingsbeleid deel moeten
uitmaken.
In het algemeen ben ik van mening dat de
overdracht van het aandeelhouderschap op deze
wijze kan bijdragen aan een duidelijke
rolverdeling binnen de overheid. De
verschillende petten van de Staat als
concessieverlener en aandeelhouder worden
hierdoor meer helder onderscheiden, hetgeen meer
duidelijkheid schept binnen de governance van
NS.
-0-
---
TK 2001-2002, 28165, nr. 2
Zie ook TK 2003-2004, 28165, nr. 12
Ministerie van Financiën