CDA Rotterdam
Actueel
Rotterdam, 9 december 2004
Beeld Santaclaus
bijdrage van F.J. van der Heijden
debat brief afdoening plaatsing beeld
in de raad van donderdag 9 december 2004
Het CDA ziet in dat de kunstenaar Paul Mc Carthy
tegen de doorgevoerde consumptiemaatschappij fulmineert, maar zoals
veel schrijvers over internet aangeven is Rotterdam zo wie zo al niet
de meest uitgezochte plaats daarvoor. Heel veel Rotterdamse gezinnen
en alleenstaanden zouden willen dat ze inderdaad wat meer de ruim
uitgevende consument zouden kunnen zijn waar de stad nu nog steeds
moet erkennen
ernstig te kampen met armoede.
Maar als men al wil confronteren dan ziet het CDA niet in waarom dat
op een zo vulgaire manier moet, wat in in ieder geval weinig
opvoedende waarde heeft.
Het is begrijpelijk dat wethouders van sociale zaken en onderwijs in
het college tegen het beeld hebben gestemd.
Het CDA ziet in, dat Mc Carthy een belangrijke kunstenaar is, die
wellicht verdient ook in Rotterdam een plaats te krijgen, maar het CDA
ziet niet in, waarom dat - gezien het vulgaire karakter van het beeld
dit in de openbare ruimte moet en nog wel op een zeer prominente
plaats. Het onbegrip voor het beeld (en zijn boodschap over een
oversekste maatschappij) dat de laatste dagen door verontwaardigde
Rotterdammers is uitgedragen rechtvaardigt dat niet erg.Vergelijking
met eerdere beelden waarover onbegrip bestond bijvoorbeeld De
Verwoeste Stad van Zadkine zijn totaal misplaatst. Zadkine schaarde
zich geheel en al aan de kant van de zwaar getroffen Rotterdammers, Mc
Carthy steekt de draak met hen.
Het CDA ziet in dat over goede smaak niet te twisten valt, maar stelt
wel vast dat die langzaam aan verdwijnt met loftuitingen op beelden
die het moeten hebben van referentie aan exorbitante vormen van sex.
Het CDA ziet in, dat Rotterdam niet gemakkelijk van het beeld afkan.
De keuze van een op zich gewaardeerde commissie van mensen met
verstand van zaken maakt dat in ieder geval lastig. Het CDA ziet niet
in, waarom die keuze niet in de beslotenheid van een museale omgeving
ondergebracht kan worden. Wanneer er redenen van kunsthistorische aard
zijn om SantaClaus in de Rotterdamse beeldencollectie op te nemen is
dat toch heel goed mogelijk.
Als Mc Carthy zelf zeer hecht aan brede publieke confrontaties zal hij
wellicht inzien, dat hij in
Rotterdam toch een minder ideaal podium plaats voor zijn beeld heeft
getroffen. Wellicht kan dat leiden tot verkoop van het beeld, waarbij
ik eerder denk aan San Francisco dan aan Barendrecht.
Het CDA kan die koop niet ongedaan maken. Het CDA blijft wel ernstig
bezwaar maken tegen plaatsing van SantaClaus in de openbare ruimte.
Mijn fractie wijst derhalve ook de oplossing af die het college heeft
gevonden door het beeld op het Binnenwegplein te plaatsen - nota bene
door `tafelbladen` van Rickey te verbannen. Dat het college zich met
dit voorstel in problemen begeeft heeft het aan zich zelf te wijten
door zo duidelijk en zo nadrukkelijk de uitspraak van de raad in deze
niet te volgen.