Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Proj. Walvis/SUB/04/82823

Onderwerp Datum eerste halfjaarlijkse rapportage Samenwerking 9 december 2004
UWV en de Belastingdienst, inclusief enkele
andere punten

./. Hierbij bieden wij u de eerste halfjaarlijkse rapportage van UWV en de Belastingdienst over de voortgang van de implementatie van (Aansluitingswet) Walvis en (Invoeringswet) Wet financiering sociale verzekering (Wfsv) aan. Tevens maken wij van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over enkele andere onderwerpen die in het kader van de Wfsv en Walvis spelen.

Eerste halfjaarlijkse rapportage
Deze halfjaarlijkse rapportage vindt zijn oorsprong in de motie van het lid Weekers c.s. die naar aanleiding van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wfsv op 30 juni 2004 is aangenomen.1 Voorliggende rapportage is de eerste in een reeks van rapportages, die de periode 2004 tot en met 2008 betreffen. Tot en met 2006 zal de nadruk in de rapportages liggen op het ontwikkel- en implementatietraject. Na invoering van de Wfsv in 2006 zullen de rapportages zich meer richten op de beoogde doelstellingen van de wet- en regelgeving, alsmede de mate en wijze van het bereiken van die doelstellingen.

In de rapportage vestigen UWV en de Belastingdienst de aandacht op de volgende punten.

Aanpassing planning
In wisselwerking met de markt van werkgevers, administratiekantoren en softwareleveranciers zijn in mei 2004 bij UWV en de Belastingdienst nieuwe inzichten ontstaan op het terrein van de Loonaangifte 2006 en de nieuwe loon- en premieberekening. Deze nieuwe inzichten hebben ertoe geleid dat de ontwerpbeslissingen voor de automatisering door beide organisaties zijn bijgesteld. Hierdoor zijn de planningen en het gezamenlijke masterplan in september en oktober 2004 substantieel aangepast. Op basis van de nieuwe planning zijn UWV en de Belastingdienst in staat de implementatie van de Wfsv en Walvis en reeds bekende wijzigingen (zie Nieuwe wet- en


1 Kamerstukken II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 17.


---

regelgeving hierna) tijdig te realiseren. Deze planning geeft echter wel aan dat de grens voor het doorvoeren van wijzigingen lijkt te zijn bereikt.
Gevolgen aanpassing planning
Ten opzichte van de oorspronkelijke planning is de implementatie van de processen en systemen die niet direct op 1 januari 2006 nodig zijn, verschoven naar tijdstippen in 2006 en 2007. Het uitgangspunt daarbij is dat bij de implementatie per 1 januari 2006 wordt voldaan aan de eisen van wet- en regelgeving en er een werkende keten is die de actoren buiten UWV en de Belastingdienst in staat stellen geheel binnen de nieuwe situatie te werken.

Ketentest
In september 2004 is gestart met voorbereidingen voor de ketentest basisvoorzieningen waar een aantal marktpartijen, UWV en de Belastingdienst aan deelnemen. De feitelijke test staat gepland voor maart 2005.
Door de organisaties werd voorzien dat de integrale ketentest vanaf 1 juli 2005 zou starten. Aangezien op dat moment niet alle processen en systemen kunnen worden opgeleverd wordt thans onderzocht of deze ketentest kan worden gefaseerd en of additionele maatregelen moeten worden getroffen.

Het in voorbereiding nemen van het terugvalscenario polisadministratie UWV heeft in het kader van de UWV-vorming een nieuwe bedrijfsarchitectuur in ontwikkeling genomen. De polisadministratie dient op deze architectuur aan te sluiten. Gebleken is dat componenten uit deze architectuur niet tijdig gereed zijn. Daarom zijn voorbereidingen gestart voor een terugvalscenario. Met dit scenario kan de polisadministratie per 1 januari 2006 aan de wettelijke eisen en aan de eisen van de in- en externe afnemers voldoen.

Nieuwe wet- en regelgeving
De voorgenomen wet- en regelgeving in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en de nieuwe zorgverzekeringswet (ZVW) zijn van directe invloed op de invoeringstrajecten van Walvis en Wfsv. Zij hebben in elk geval gevolgen voor de inhoud van de Loonaangifte 2006, de gegevenshuishouding van de Polisadministratie en de uitkerings- en premiesystemen.
De inpassing per 1 januari 2006 van deze nieuwe wet- en regelgeving en daarmee samenhangende, ingrijpende, aanpassingen van bestaande wet- en regelgeving vraagt opnieuw om inzet van verandercapaciteit van UWV en de Belastingdienst. Ten aanzien van de ZVW lijkt het vooralsnog mogelijk deze samen met de Wfsv per 1 januari 2006 in te voeren. Hetzelfde geldt voor het Beleidsprogramma UWV 2005/2006, inclusief de Wet WIA, met de aantekening, dat nog niet alle wetgeving bekend is. Zo zullen UWV en de Belastingdienst de Invoeringswet WIA, de lagere regelgeving WIA en de Invoeringswet ZVW nog moeten beoordelen op uitvoerbaarheid, mede in relatie tot de werklast van beide organisaties.

Voorstel van het lid Omtzigt tot wijziging van het conceptbesluit Dagloonregels In onze brief van 28 juni jl. hebben wij toegezegd u nader te informeren over onze bevindingen met betrekking tot de doelmatigheid van het voorstel van het lid Omtzigt tot wijziging van het concept voor het Besluit dagloonregels.2 Het lid Omtzigt heeft voorgesteld het dagloon standaard op twee

2 Kamerstukken II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 13.


---

manieren te berekenen, éénmaal op grond van het loon over het gehele refertejaar en éénmaal op grond van 80 procent van het loon over de laatste drie maanden. De hoogste uitkomst bepaalt vervolgens het dagloon.

In de brief van 28 juni jl. hebben wij u al gemeld dat het effect van dit voorstel op de uitkeringslasten gering is. De twijfels over de doelmatigheid waren ingegeven door het feit dat de dubbele dagloonberekening jaarlijks in vele honderdduizenden gevallen zou moeten worden uitgevoerd, terwijl het begunstigende effect zich in een relatief beperkt aantal gevallen voordoet. Naar aanleiding daarvan heeft de minister van SZW aan UWV verzocht aan te geven wat de uitvoeringstechnische implicatie van een dergelijke maatregel zou zijn. UWV heeft bericht dat de voorgestelde berekeningswijze kan worden uitgevoerd tegen beperkte structurele kosten. Ook de implementatiekosten zullen beperkt zijn.

Het voorstel van het lid Omtzigt voor een generieke dubbele dagloonberekening zou in de plaats kunnen komen van de specifieke bepalingen ten aanzien van herintreders- en schoolverlaters, zoals deze waren verwerkt in de aan uw Kamer in 2003 voorgelegde versie van het conceptbesluit.3 In dat geval zou sprake zijn van verdergaande deregulering.
Het voorstel kan evenwel tot onbeoogde effecten leiden als de werknemer in de referteperiode van drie maanden een ongebruikelijk hoge (incidentele) beloning ontvangt, zoals een gratificatie of een nabetaling. In de jaarsystematiek worden incidentele beloningen uitgesmeerd over 261 dagen. In het voorstel van het lid Omtzigt is dit beperkt tot 65 dagen, als gevolg waarvan een niet representatief (hoog) dagloon kan gelden. Wij beschikken niet over gegevens op basis waarvan een inschatting van dit onbeoogde effect kan worden gemaakt. Ook eventuele gedragseffecten zijn op dit moment niet te kwantificeren.

Vanwege de bouw van de systemen moet UWV vóór 1 maart 2005 weten welke keuzes in het kader van het Besluit dagloonregels worden gemaakt. Op basis van een afweging van de voordelen en de risico's geven wij er de voorkeur aan het voorstel van het lid Omtzigt in het conceptbesluit over te nemen. De specifieke bepalingen voor herintreders en schoolverlaters worden ongedaan gemaakt. Twee jaar na inwerkingtreding van het Besluit dagloonregels (in 2008) zullen de effecten van het voorstel, inclusief de eventuele gedragseffecten, worden geëvalueerd.

Motie Omtzigt/Weekers over een jaarlijks verzekeringsbericht en inzage in gegevens Met betrekking tot de motie van de leden Omtzigt en Weekers van 28 april 2004 betreffende een jaarlijks verzekeringsbericht en inzage in gegevens4, heeft de minister van SZW op 24 juni 2004 in uw Kamer opgemerkt dat toezending van het verzekeringsbericht inclusief opgebouwde rechten veel aantrekkelijke kanten heeft, maar dat het UWV nog onvoldoende informatie heeft opgebouwd om de opgebouwde rechten met een druk op de knop met het verzekeringsbericht te verbinden.5 In de memorie van antwoord bij de Wfsv en de Invoeringswet Wfsv heeft de regering aangegeven dat dit vanaf 2009 mogelijk is.6

3 Kamerstukken II 2002/03, 28 219, nr. 11.

4 Kamerstukken II 2003/04, 28 219 en 28 371, nr. 22.

5 Handelingen II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 88, pag. 5676.

6 Kamerstukken I 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. C, blz. 2.


---

Ditzelfde geldt ten aanzien van het verzoek in de motie om een eenvoudige en efficiënte regeling van het recht op inzage in de gegevens, bijvoorbeeld door het on-line opvragen mogelijk te maken. De regering is hier voorstander van. Zoals hiervoor echter is opgemerkt zal de polisadministratie pas op termijn voldoende informatie bevatten, om hieraan tegemoet te kunnen komen. Hierbij is tevens van belang dat er een uniforme en beveiligde authenticatie is om gegevens in het overheidsdomein on-line beschikbaar te kunnen stellen. Met de verdere ontwikkeling van het Burger Service Nummer (BSN) en "DigiD" (een centrale authenticatievoorziening voor de internetdiensten van de overheid, waaraan o.m. UWV en de Belastingdienst deelnemen) worden stappen in deze richting gezet.

Concept-gegevensset Loonaangifte 2006
De minister van SZW heeft tijdens de behandeling van Walvis toegezegd uw Kamer te informeren over de belangrijkste uitkomsten van het overleg met werkgevers van 1 juli jl. In de memorie van antwoord bij de wetsvoorstellen Wfsv en Invoeringswet Wfsv is hier op ingegaan, kortheidshalve verwijzen wij hiernaar.7
Er zijn vragen gesteld hoe de concept-gegevensset voor de Loonaangifte 2006 er thans ./. uitziet. In de bijlage treft u de concept-gegevensset Loonaangifte 2006 aan. Deze concept- gegevensset is onder voorbehoud van mogelijke aanpassingen als gevolg van de op stapel staande wijzigingen van het Zorgverzekerings- en WAO-stelsel.

Nadere onderbouwing UWV van dubbele onderhoud- en exploitatiekosten In de aanbiedingsbrief aan beide Kamers der Staten-Generaal bij de Tweede IWI- toezichtrapportage over Walvis/SUB8, heeft de minister van SZW, op basis van een constatering van de inspectie m.b.t de min of meer dubbele onderhoud- en exploitatiekosten in de periode 2006 tot 2008 voor systemen met vergelijkbare functionaliteit (de oude basisregistraties en de nieuwe polisadministratie), de Raad van Bestuur van UWV verzocht hem voor 1 december 2004 een nadere onderbouwing te geven van bedoelde kosten.

./. In bijgevoegde brief van 8 december 2004, geeft de Raad van Bestuur van UWV aan dat de kosten voor de onderhoud- en exploitatiekosten van de polisadministratie vanaf 2006 reguliere kosten zijn en onderdeel uit zullen gaan maken van de jaarlijkse begroting van UWV. Blijkens de brief is er thans geen raming te maken van deze kosten. Ten aanzien van de personele kosten geldt dit overigens niet. In het Eindrapport Samenwerking UWV en Belastingdienst van april 2003, was reeds voorzien dat 500 fte ten behoeve van de polisadministratie bij UWV werkzaam blijft. Met de aanbieding van het jaarplan UWV voor 2006 zal de minister van SZW u nader informeren over de onderhouds- en exploitatiekosten van de polisadministratie.
Tevens meldt de Raad van Bestuur in de brief dat in 2005 onderzocht zal worden hoe de fasering van de afbouw van de basisregistraties per 2006 vormgegeven kan worden. In de halfjaarlijkse rapportages zal UWV hierover rapporteren. Uit een eerste voorlopige analyse raamt UWV de kosten voor de periode van 2006 tot en met 2009 thans op 65 mln., exclusief de personele kosten. De Raad van Bestuur geeft aan dat deze kosten eveneens onderdeel uit zullen gaan maken van de reguliere kosten. Ook dit punt zal de minister van SZW meenemen bij de aanbieding van het jaarplan UWV voor 2006. Het voorstel van de Raad van Bestuur om in de komende


7 Kamerstukken I 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. C, blz. 14.
8 Kamerstukken II 2004/05, 28 219, nr. 26.


---

halfjaarlijkse rapportages apart aandacht te besteden aan de afbouw van de basisregistraties en de voorbereiding daarvan, neem ik over.
De motivering die de Raad van Bestuur van UWV geeft naar aanleiding van de vragen, acht de minister van SZW thans voldoende.

Overleg Minister van SZW en UWV over het wetgevingsprogramma
In de memorie van antwoord heeft de regering aangegeven dat UWV naast de borging van de going concern een groot aantal wetswijzigingen op zich af ziet komen (zie ook hiervoor). Om de risico's beheersbaar te maken is de minister van SZW in overleg getreden met UWV.9 In de schriftelijke beantwoording van Kamervragen die tijdens het algemeen overleg SUWI van 25 november jl. zijn gesteld, heeft de minister van SZW aangegeven dat met UWV overleg heeft plaatsgevonden over prioriteitsstelling tussen beleidsprogramma's en de transformatie. Het kabinet hecht grote waarde aan de realisatie van de WIA en van belangrijke wijzigingen in de WW, alsook aan de realisatie van Walvis en de Wfsv. Als gevolg hiervan is besloten prioriteit te geven aan de uitvoering van deze beleidsprogramma's. De consequenties hiervan worden verwerkt in het jaarplan 2005. De verwachting is dat voor 1 januari 2005 het jaarplan 2005 zal zijn goedgekeurd. Zoals gebruikelijk zullen de jaarplannen van de SUWI-organisaties aan de beide Kamers worden aangeboden.

De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Financiën, en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus) (mr. drs. J.G. Wijn)

./. Eerste halfjaarlijkse rapportage SUB, december 2004 ./. Concept-gegevensset Loonaangifte 2006
./. Brief van de Raad van Bestuur inzake de onderhouds- en exploitatiekosten van de basisregistraties


9 Kamerstukken I 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. C, blz. 18.