CREATIVE VENUE
Onderzoek in zorg: Consument kan zelf betere zorg afdwingen
Nederlander toont weinig interesse en is passief om zelf geld te
besparen
Consument kan zelf betere en goedkopere zorg afdwingen
Verzekeraar OHRA onderzocht hoe bewust de consument zich is van de
zorgverlening in Nederland, wat hem ten aanzien van zorg bezighoudt,
of de zorg efficiënter georganiseerd kan worden en wat betere zorg of
een beter verzekeringsstelsel hem of haar oplevert. De meest recente
bevindingen zijn samengevat in het OHRA onderzoek 'De Consument zijn
Zorg'.
Ruim een derde van de Nederlanders heeft nog nooit van de nieuwe
basisverzekering gehoord. Degenen die hiervan wel op de hoogte
zijn, hebben er geen notie van dat de nieuwe verzekering in zou
moeten gaan op 1 januari 2006. Meer dan 75% van de
ziekenfondsverzekerden heeft er weinig vertrouwen in, voor
particulieren is dat circa de helft. Op de vraag of de zorg in
Nederland efficiënter kan, krijgen vooral de ziekenhuizen ervan langs.
De consument is maar in twee zaken geïnteresseerd: kortere wachttijden
en zo laag mogelijke premies. Toch is de Nederlander erg passief als
het gaat om kostenbesparingen op verzekeringspremies. Bijna 40%
vermoedt dat hij te duur is verzekerd. Ruim 60% zegt verrassend genoeg
niet te willen switchen terwijl men wel weet dat dit jaarlijks
mogelijk is. Achtergrond zou de angst kunnen zijn, aldus de
onderzoekers, dat het op oudere leeftijd steeds lastiger wordt
geaccepteerd te worden bij een verzekeraar.
Dat consumenten zich steeds meer zelf aanvullend moeten verzekeren
baart de ondervraagden zorgen. Meer dan de helft meent dat de zorg
alleen nog voor kapitaalkrachtigen betaalbaar blijft. Toch weerhoudt
het circa 40% er niet van zich aanvullend te verzekeren voor
specifieke zorg die als kostbaar wordt gezien, zoals bijvoorbeeld de
tandarts (mits aanvullende premies betaalbaar blijven). Aanvullende
verzekeringen voor fysiotherapie neigen het minst in trek te zijn.
Voorzichtige signalen duiden erop dat fysiotherapeuten het als eerste
moeten ontgelden.
Voorlichting consument moet beter
Ruim 80% van de ondervraagden is van mening dat ziekenhuizen beter en
sneller kunnen werken. Een efficiëntere organisatie is derhalve het
meest gewenst bij diezelfde ziekenhuizen en het minst gewenst bij
huisartsen en specialisten. Een meerderheid meent dat het basisstelsel
niet zal bijdragen aan meer efficiency in de zorg.
'De consument blijft primair in zijn zorgwensen: kortere wachttijden
en betere service', concludeert Pierre de Rooij, OHRA directeur Zorg &
Inkomen. 'Het inzicht dat ook dit onderzoek ons weer oplevert, is dat
de voorlichting richting consument achterblijft. Blijkbaar moeten wij,
zorgverzekeraars, -verleners en overheid, de consument veel
duidelijker welke rol hij of zij zelf kan hebben in die beoogde
marktwerking en hoe daarvan zelf te profiteren. Als consumenten zich
daarvan meer bewust zijn, pas dan mogen we verwachten dat diezelfde
consument een actievere rol gaat spelen in wat wij noemen de
'zorgsturing'. Naast de activiteiten die verzekeraars al op dit vlak
ondernemen door onder meer gerichte zorginkoop, het terugdringen van
administratieve lasten en het benutten van elektronische systemen, kan
de consument straks een actievere rol spelen in het op gang brengen
van een beter, sneller en prijstoegankelijk zorgaanbod.
Digitale zorg: eerste verschuiving in traditionele zorgaanbod komt op
gang
70% van de ondervraagden geeft aan internet wel eens te raadplegen
voor medische informatie of advies. www.gezondheidsplein.nl en
www.dokter.nl zijn de meest geraadpleegde websites. Ondanks dat de
positie van de huisarts voorlopig onaantastbaar lijkt, zeggen de
respondenten vaker internet te gaan gebruiken voor symptomentests en
doorverwijzing naar huisarts of specialist. De controle op en de
betrouwbaarheid van online medische adviezen ziet 50% nog steeds als
belangrijkste bezwaar. Als de betrouwbaarheid verbetert, dan zou dat
kunnen leiden tot een afname van het huisartsenbezoek in de toekomst.
40% van de respondenten gaat nu 2-4 per jaar naar de huisarts.
Particulieren gaan relatief minder vaak dan ziekenfondsverzekerden.
60% ziet het mogelijk niet meer hebben van een huisarts (nu nog) als
een persoonlijk gemis.
De Rooij vervolgt: 'Je ziet heel voorzichtig dat consumenten zelf een
hand gaan nemen in medisch advies, internet wordt populairder. We zien
ook een toenemende vraag naar zorgpreventie (bewegen, gezondheid
check-ups, gezonde voeding, etc.) om te vermijden dat je te vaak naar
de huisarts moet of om te voorkomen dat je door een slechte
levensstijl op termijn problemen krijgt. Daar zijn veelal particuliere
aanbieders van zorgpreventieprogramma's als de kippen bij. Dat is een
goede zaak, de eerste signalen van een gezonde marktwerking. Helaas
leert de ervaring wel dat het te weinig de bevolkingsgroepen betreft
die dit soort preventieve zorg vooral nodig hebben. Vandaar dat wij
vanuit de basis moeten werken aan het zorgbewustzijn bij consumenten.
Tegelijkertijd ook via arbeidsgerelateerde zorgprogramma's waarbij ook
werkgevers en sociale diensten zijn betrokken. Alle met slechts één
doel: het vermijden van klachten, het verkorten van het ziekteproces,
het terugdringen van verzuim, snelle reïntegratie en het vermijden van
herhaling. Zo wordt er op de risicogroepen van meerdere kantend druk
uitgeoefend om ze in beweging te krijgen'.
'De komst van het nieuwe basisstelsel versterkt de individuele
verantwoordelijkheid alleen maar. De trend neigt naar meer en meer
aanvullend verzekeren gezien de lastige financierbaarheid van de zorg.
Dat betekent meer en meer eigen verantwoordelijkheid bij de consument.
En dat vraagt om meer betrokkenheid van het individu. De passiviteit
die we vooralsnog waarnemen bij de Nederlander heeft waarschijnlijk te
maken met het gegeven dat de consument te veel denkt dat hij of zij
weinig of geen invloed kan uitoefenen op het zorgstelsel en dat het
een taak is van de overheid te zorgen voor adequate zorg. Dat eerste
is een pertinente misvatting, over dat laatste aspect zijn de meningen
zeer verdeeld', besluit De Rooij.
Een resumé van het onderzoek 'De Consument zijn Zorg' is telefonisch
opvraagbaar.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
OHRA, Frank Witte: 026 400 7303 of 06 53 73 61 70
09 dec 04 14:40