PWC
http://www.pwc.com/nl
Onderzoek PwC: Europese ondernemingen nog niet klaar voor IFRS
Veel europese ondernemingen nog niet klaar voor ifrs
De grootste Europese ondernemingen en bij de SEC geregistreerde
bedrijven zijn op nagenoeg elk vlak de koplopers voor wat betreft de
voorbereidingen op IFRS. Een nieuw onderzoek van
PricewaterhouseCoopers heeft uitgewezen dat de afstand tussen hen en
hun kleinere branchegenoten steeds groter wordt. Maar ondanks het vele
werk dat al aan IFRS is besteed, moet er nog veel gebeuren.
Het onderzoek International Financial Reporting Standards: Ready for
take-off? heeft uitgewezen dat bij 83% van de ondernemingen met een
beurswaarde van meer dan 10 miljard euro inmiddels een IFRS-project is
opgestart en dat 44% erop vertrouwt dat men de benodigde capaciteit en
middelen beschikbaar heeft om de met IFRS gepaard gaande veranderingen
op tijd in te voeren. Van de bovengenoemde groep zijn de bij de SEC
geregistreerde ondernemingen het verst met hun besluitvorming omtrent
de grondslagen van financiële verslaggeving (81% in vergelijking met
59%) en met de signalering van de ingevolge IFRS benodigde gegevens
(61% in vergelijking met 41%).
André Tukker, partner PricewaterhouseCoopers en specialist o het
gebied van IFRS-implementatie, zegt hierover het volgende:
'Ondanks het feit dat de grotere ondernemingen, en dan vooral die in
de financiële dienstverleningssector, behoorlijk boven gemiddeld
scoren voor hun voorbereidingen op IFRS, kan van zelfgenoegzaamheid
geen sprake zijn. De meeste bedrijven hebben nog een behoorlijke weg
te gaan voordat zij IFRS in hun organisaties hebben geïntegreerd.'
'Veel ondernemingen zullen zich richten op tactische, korte-termijn
oplossingen voor het vastleggen van gegevens en voor de verslaggeving
en zullen geen strategische oplossingen implementeren vóór begin 2005.
Het werk om IFRS te verankeren in de organisatie en de processen te
stroomlijnen zal gedurende 2005 en de jaren daarna doorgaan. Vanwege
de complexiteit van de nieuwe regelgeving hebben ondernemingen hebben
een hele kluif aan het voldoen aan de IFRS-regels voor de
verslaggeving over het komend jaar. Tevens kan men nog vergaande
veranderingen verwachten voor de komende jaren. In dit stadium dienen
bedrijven zich te concentreren op een juiste invoering van IFRS om de
kwaliteit van de IFRS informatie op het vereiste niveau te krijgen.
Pas als men dat heeft gerealiseerd heeft men de mogelijkheid zich voor
te bereiden op een tijdige en deskundige uitleg van mogelijke
onverwachte schommelingen in resultaten op basis van IFRS.'
Het onderzoek dat in het derde kwartaal van 2004 werd uitgevoerd
(waarmee het IFRS-onderzoek van het eerste kwartaal werd
geactualiseerd) maakte duidelijk dat het tempo van de integratie van
IFRS in de kernsystemen, -processen en interne-controlemaatregelen
laag ligt, terwijl er globaal gezien veel tijd wordt gestoken in
IFRS-werkzaamheden. Momenteel lopen er bij 70% van de respondenten
IFRS-projecten en 9 van de 10 bedrijven (88%) heeft tenminste enig
begrip van hoe de nieuwe richtlijnen hun onderneming zullen
beïnvloeden. Minder dan de helft (44%) heeft reeds vastgesteld welke
IFRS-gegevens zij nodig hebben, terwijl meer dan driekwart (79%) heel
weinig heeft gedaan aan de verbetering van hun systeem om dergelijke
gegevens aan te leveren.
Ondernemingen zullen zeer voorzichtig zijn met het vrijgeven van
informatie aan de markt zo lang hun IFRS-project niet behoorlijk is
gevorderd. Slechts 4% van de onderzochte bedrijven is op dit moment in
staat om mededelingen aan de markt te doen over de waarschijnlijke
effecten van IFRS op hun cijfers.
André Tukker zegt hierover:
'Het is niet erg verrassend dat de mededelingen omtrent IFRS door de
meeste bedrijven nog mondjesmaat worden gedaan. Voor veel bedrijven is
het IFRS-integratieproces geen onderdeel van de reguliere business, en
is een goed begrip van alle gevolgen van deze verandering nog
toekomstmuziek.'
'Bedrijven die IFRS nog niet hebben verankerd in hun kernsystemen, of
tenminste in de budgetteringsprocessen, zullen het risico lopen dat
zij in 2005 onbetrouwbare informatie verstrekken aan de markt. Het is
essentieel dat men de IFRS-verslaggeving meteen goed implementeert en
verrassingen vermijdt. De kapitaalmarkten zijn niet erg
vergevingsgezind wanneer er vertragingen optreden of fouten zijn
gemaakt.'
André Tukker vervolgt:
'Alhoewel de midcap- en kleinere bedrijven in de meeste gevallen
minder werk hebben aan IFRS, is het feit dat zij over de gehele linie
niet klaar zijn voor IFRS een situatie die steeds zorgwekkender
wordt.Het lijkt erop dat deze kleinere bedrijven de overgang naar IFRS
moeilijker vinden dan zij in eerste instantie verwachten, en dat zij
daardoor tevens kampen met een tekort aan capaciteit en middelen.'
Voor het eerst deden 57 ondernemingen uit Australië en Nieuw-Zeeland
aan het onderzoek mee. Op de meeste vlakken lieten de gemiddelde
ondernemingen in deze beide landen in het derde kwartaal van 2004
hetzelfde niveau van gereedheid voor IFRS zien als die van de
gemiddelde Europese onderneming in het eerste kwartaal van 2004.
Bedrijven in Australië en Azië die in 2005 ook aan IFRS moeten gaan
voldoen, vorderen op dezelfde manier als hun Europese collega's met
het vrijmaken van capaciteit en middelen voor IFRS-projecten en het
uitvoeren van effectrapportages. Terwijl ze achterlopen met de
besluitvorming omtrent de administratieve grondslagen, de
identificatie van gegevens en systeemgerelateerde kwesties, is dit
consistent met het feit dat zij veelal eind juni als einde boekjaar
hebben, hetgeen hen zes maanden langer de tijd geeft dan de meeste
Europese ondernemingen.