Nieuws
8 dec 2004 - VVD: Splitsing energiebedrijven is
middel, geen doel
Voor de VVD fractie in de Tweede Kamer komt het belang van de consument
en de burger op de eerste plaats. Daarvoor is nodig een goede en eerlijke
werking van de Nederlandse energiemarkt en het veiligstellen van het
publieke belang van de netten door voorlopig overheidsinvloed daarop te
behouden. De VVD-fractie ziet splitsing als een middel om dat doel te
bereiken. De VVD steunt daarom het splitsingsbesluit van het Kabinet.
Splitsing is volgens VVD-woordvoerder Paul de Krom de meest praktische
variant. Hij merkt daarbij op dat de Minister open moet blijven staan
voor alternatieve oplossingen. Ondertussen moet de Minister van
Economische Zaken doorgaan met de voorbereiding van het wetsvoorstel.
De Krom: "De VVD is niet doof voor de bezwaren die zijn geuit door de
sector en de aandeelhouders. De splitsingsdiscussie is geen zwart-wit
verhaal. Maar tot zover zie ik geen alternatief dat het doel dichterbij
brengt. Het lijkt erop dat de risico's die zijn verbonden aan splitsing -
voorzover die al reëel zijn zeg ik er uitdrukkelijk bij - niet opwegen
tegen de voordelen."
Hieronder treft u de inbreng van VVD-woordvoerder Paul de Krom die hij
gebruikt heeft op woensdag 8 december 2004 tijdens het debat Splitsing
Energiebedrijven
Het doel waar de VVD fractie naar streeft is drieledig:
a) Waarborging van het belang van de consument die is gebaat bij een
goede en eerlijke werking van de Nederlandse energiemarkt,
b) het veiligstellen van het publieke belang van de netten door middel
van - voorlopig - het behoud van overheidsinvloed, en
c) flexibiliteit bieden aan publieke aandeelhouders die hun kapitaal niet
langer opgesloten willen laten zitten in publieke ondernemingen die
commercieel en dus risicovol ondernemen.
De VVD fractie heeft daarom eerder het splitsingsbesluit van het Kabinet
gesteund. Wij hebben goed geluisterd naar de meest direct betrokkenen bij
een goede marktwerking, de kleine gebruikers: de consumenten en de
kleinere bedrijven. De Consumentenbond en het MKB scharen zich niet voor
niets achter het kabinetsbesluit opgesteld. Juist hún belang telt zwaar
voor de VVD fractie.
Maar omdat splitsing slechts middel is en geen doel, stond en staat de
VVD - ik benadruk dat - open voor alternatieven. De afgelopen weken
hebben wij een scala aan alternatieven overwogen. Maar het blijkt dat bij
al die varianten ófwel de marktwerking en dus de consument niet goed
worden bediend, ófwel de positie van de netten niet goed is gewaarborgd,
ófwel aandeelhouders opgesloten blijven in hun huidige positie, ófwel een
combinatie van allemaal. Alles afwegend kom ik toch steeds weer bij die
ene oplossing uit. Splitsing blijft tot op heden de meest praktische
variant. Maar net als de VVD verwacht ik dat ook de Minister open oog en
oor houdt voor alternatieve praktische oplossingen. Aan
loopgravenoorlogen of dogmatisme hebben wij niets.
In dat kader vraag ik aan de Minister zijn oordeel over de brief die de
heer Schraven van VNO/NCW heeft gestuurd op 2 december jl. Ik ben het met
hem eens waar hij wijst op het belang van één Europese markt. Maar
volgens het VNO staat splitsing daaraan in de weg. Volgens hem zijn er
verbeteringen mogelijk in de governance en de structuur van de
energiebedrijven zelf. En kan door modernisering van het
aandeelhouderschap de positie van de overheidsaandeelhouder in het
netbedrijf verbeterd worden zodat belangen van gebruikers indien nodig
beter gediend kunnen worden. Maar brengt dit het doel dichterbij? Ik
vraag het oordeel van de Minister hierover.
De energiesector zélf is om begrijpelijke reden fel tegen. Voordeel
daarvan is dat ik persoonlijk nu weet wat 'een krachtige lobby' betekent.
Ik constateer dat zij hun werk op lokaal en provinciaal niveau effectief
doen. Kijk maar naar de anti-splitsingsmoties die her en der worden
aangenomen. Maar ik constateer ook dat de wenselijkheid van splitsing in
Den Haag breed wordt gedragen. Ook de CDA fractie heeft zich nu voor
splitsing uitgesproken, met dien verstande dat dat alleen maar hoeft als
je verkoopt. Maar dat doet aan het uitgangspunt niets af.
De VVD vindt dat volksvertegenwoordigers een duidelijke taak hebben. En
dat is opkomen voor de belangen van de consumenten en de burgers van
Nederland. Ook ík ben burger van dit land. Evenals alle burgers zijn de
grote energiebedrijven met mijn geld opgebouwd. En waarom zou ik als
politicus iets anders zeggen dan dat ik als burger en consument vind? Dat
zou maar om één reden kunnen zijn: omdat ik het belang van het voeren van
industriepolitiek belangrijker vind dan het voeren van marktpolitiek.
Want allebei tegelijk kan niet. De keuze van mijn fractie is, gelet op
het doel dat ik zojuist formuleerde, duidelijk. Met industriepolitiek
hebben we in het verleden niet altijd even goede ervaringen gehad.
Verschillende partijen bestoken ons met mogelijke risico's die een
splitsing met zich mee brengt. 'Jullie spelen met vuur' hoor ik zeggen.
Ik kan genoemde risico's in dit tijdsbestek niet allemaal doorlopen. Een
zwart-wit verhaal is de splitsingsdiscussie niet. Maar voorzover ik kan
overzien komt het er op neer dat de risico's - voorzover die al reëel
zijn zeg ik er uitdrukkelijk bij - niet opwegen tegen de voordelen van
splitsing.
De variant waar het CDA voor kiest, vind ik overigens interessant.
Voordeel daarvan is dat aandeelhouders zélf kunnen beslissen of en
wanneer zij willen splitsen c.q. verkopen. Maar nadeel is dat
aandeelhouders die wél willen verkopen worden gegijzeld door hen die niet
willen en er dús niets gebeurd. We hebben brieven vanuit Friesland,
Rotterdam en Dordrecht van aandeelhouders die aangeven dat dit praktisch
een moeilijk begaanbare weg is. Zij kunnen dit moeilijk afdwingen. Ik ben
benieuwd welke reacties collega Hessels heeft gehad. Wat vinden de
aandeelhouders hiervan? Wat denkt de Minister?
Wat veel aandeelhouders - lees: lagere overheden - NIET willen is wel
duidelijk. Maar wat ze wél willen, behalve zoveel mogelijk geld voor hun
aandelen, niet. De aangenomen moties hebben maar één ding gemeen: niet
splitsen. Maar de achterliggende motieven zijn volstrekt verschillend. De
één wil niets verkopen, de ander alles, en liefst morgen. Degenen die
niets willen verkopen laten geld van burgers zitten in publieke bedrijven
waar commerciële risico's mee worden genomen. Sterker, sommige bedrijven
willen met de opbrengst van de netten commerciële avonturen aangaan in
het buitenland. Mag ik namens de Nederlandse consumenten en burgers
vragen hoe wij daar beter van worden? En wie pikt de rekening op als het
verkeerd gaat? Wat mij betreft níet het Rijk, níet de consument en níet
de burger. Het risico én de rekening ligt bij de aandeelhouders. Wat
vinden de aandeelhouders daar eigenlijk van? Hebben zij de bedrijven daar
al eens op aangesproken? Zijn de aandeelhouders bereid extra kapitaal te
verschaffen als er in productie moet worden geïnvesteerd? Graag over dit
punt ook een beschouwing van de Minister.
Het spiegelbeeld van deze variant is om álles ongesplitst te verkopen,
zoals sommige aandeelhouders willen. Maar voordat je het weet koopt de
Franse monopolist EDF onze bedrijven inclusief ónze netten. Leuke
dingetjes in Frankrijk worden dan gefinancierd met de opbrengst van ónze
netten. De toch al stevige positie van EDF in Europa wordt nog verder
vergroot. Leg dat maar eens uit. Áls we al bang zijn voor de invloed van
buitenlandse bedrijven, laten we er dan voor zorgen dat wij in ieder
geval de controle houden over onze netten. Te denken dat dat effectief
zou kunnen zonder splitsing lijkt moeizaam en ingewikkeld.
Aan degenen die een Nationale Kampioen willen zeg ik: dan kunnen we de
liberalisering net zo goed afschaffen. Marktwerking en dus het belang van
de consument wordt opgeofferd om de Europese ambities van de
energiebedrijven te bevredigen. Is dat die prijs waard? Los nog van de
vraag hoe reëel die ambities zijn.
Ik vat samen. De VVD fractie ziet splitsing voorlopig nog als het meest
praktische alternatief. Daarbij mogen levering en productie geheel worden
geprivatiseerd. De overheid moet voorlopig invloed op de netten houden.
Maar nogmaals, wij staan open voor alternatieven. Ik vind dat de Minister
dat ook moet doen. Maar intussen vind ik ook dat hij door moet gaan met
de voorbereiding van het wetsvoorstel. Ik ga er trouwens van uit dat
praktische bezwaren tegen splitsing die wel worden genoemd, juridisch,
fiscaal, cross border leases etc., als het wetsvoorstel wordt ingediend
worden ondervangen. Kan de Minister dat bevestigen? Kan hij op die
vermeende risico's ingaan?
Ziet de Minister op dit moment alternatieven? Verwacht hij die nog? Gaat
hij nog met de aandeelhouders om de tafel zitten om hun zorgen te
bespreken?
Tenslotte nog twee vragen. Waarom heeft de NMa ingestemd met het
terugbrengen van de te veilen capaciteit door Nuon van 900 MW naar 200 MW
in 2005? En hoe staat het met de aanleg van de kabel naar Noorwegen? De
VVD fractie hecht daar om economische en strategische reden aan. Ik vraag
de Minister naar de stand van zaken.
8 december 2004
VVD