Socialistische Partij
Begrotingsbehandeling Sociale Zaken
08-12-2004 * Vandaag begon in de Tweede Kamer de behandeling van de
begroting van het ministerie van Sociale Zaken. Namens de SP nam Jan
de Wit het sociale beleid van het kabinet onder vuur. Hij vroeg
hierbij speciale aandacht voor het wanbeleid dat wordt gevoerd met
betrekking tot de reïntegratie van mensen op de arbeidsmarkt. "De
besteding, alleen al in 2004, van 500 miljoen euro door UWV en
gemeenten aan reïntegratietrajecten, lijkt op een Betuwelijnschandaal
op de arbeidsmarkt."
Naast de schandalige toestanden in de reïntegratiebranche bracht De
Wit de koppeling van lonen en uitkeringen ter sprake, die volgens de
SP hersteld moet worden om mensen met een uitkering niet verder
achterop te laten raken. Maar ook het Sociaal Akkoord, de (verborgen)
armoede en de het aantal gewerkte uren en dagen kwamen aan bod. De
kern van de kritiek: deze regering heeft niet tot hoofddoel goed
sociaal beleid te maken, maar vooral om zo min mogelijk sociaal beleid
te hoeven maken.
Lees hier de bijdrage van Jan de Wit aan de eerste termijn in de
Tweede Kamer:
Reïntegratie is het tovermiddel om mensen aan werk te helpen. Sinds
een paar jaar is de reïntegratie markt geprivatiseerd. Er staat een
heuse bedrijfstak met 250 ondernemingen, een echte brancheorganisatie
met een keurmerk, met kleurrijke websites, en vakbladen. Per jaar gaat
er 500 miljoen publiek geld naar toe. De SP heeft twee maanden geleden
een digitaal meldpunt ingesteld. Zonder enige publiciteit hebben zich
ruim 200 klagers gemeld. Het levert een onthutsend beeld op.
Reïntegratiebedrijven lijken op een vloot lekkende modderschuiten op
weg naar het minuscule eilandje Werk.
De klagers melden een ondeskundige en mensonwaardige behandeling,
intimidatie en dreiging met korting op de uitkering, verdraaiing van
feiten, overbodige cursussen en scholing die niet aansluit bij
opleiding en ervaring en vooral zakkenvullerij door de bedrijven,
omdat ze niets voor je doen maar er wel geld voor opstrijken.
Laat ik een voorbeeld geven van wat een 42- jarige vrouw schreef: "Na
ruim een jaar WW werd mijn dossier ongevraagd doorgestuurd aan een
reïntegratiebureau. Ik kreeg een aardige jongen die een intakegesprek
kwam doen en vervolgens bekende nog nooit een rolstoeler van zo
dichtbij te hebben gezien. Eens per maand kwam hij gezellig op de
koffie en vragen wat ik ondernomen had. Na drie maanden koffiezetten
heb ik hem verteld wat ik van hem verwacht, maar hij was geen
uitzendbureau zei hij, dus lobbyen deed hij niet. Wel was hij steeds
erg benieuwd naar mijn vorderingen. We zijn nu ruim een jaar verder en
op 1 november loopt zijn project met mij af. Ik word dan bijgeschreven
in de categorie niet geplaatsten en zijn bedrijf, dat inmiddels een
andere naam heeft, krijgt voor dit niets doen 4300 euro uitbetaald."
De besteding van 500 miljoen door UWV en gemeenten aan
reïntegratietrajecten lijkt op een Betuwelijn op de arbeidsmarkt.
Begin november heeft de Algemene Rekenkamer gerapporteerd over een
onderzoek naar de arbeidsbemiddeling en reïntegratie van werklozen. De
kritiek op de opdrachtgevers, UWV en CWI, is ernstig. Volgens de
Rekenkamer is er te weinig inzicht in de door hen geleverde
inspanning; is er geen zicht op het aantal werkzoekenden dat een baan
vindt en is het daardoor voor de Rekenkamer niet mogelijk om
uitspraken te doen over de resultaten van het beleid. Uit antwoord op
vragen over de begroting blijkt dat het ministerie niet weet niet
hoeveel mensen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben
gekregen door inspanning van de reïntegratiebedrijven. Het is dan ook
onbegrijpelijk dat het ministerie de aanbeveling van de Algemene
Rekenkamer om zich een beter beeld van de uitvoering te vormen niet
overneemt. Is de minister bereid om deze aanbeveling alsnog over te
nemen? Is de Minister bereid om een diepgaand onderzoek door de
Algemene Rekenkamer uit te laten voeren naar het werk van de
reïntegratiebedrijven en de manier waarop zij met mensen omgaan? En te
laten onderzoeken hoe perspectiefloze reïntegratie kan worden voor
komen? Onze oplossing is: alleen reïntegratie als er echt een
perspectief is op werk. Dat perspectief kan gecreëerd worden door
werkgevers te verplichten arbeidsgehandicapten in dienst te nemen en
banen te scheppen in de zorg, het onderwijs en het toezicht.
Veel mensen bezuinigen op verse groente. Dat bleek uit een onderzoek
onder middeninkomens tot 2000 E netto. "Een pijnlijk bericht", zo
reageerde Minister de Geus in tv-programma Netwerk. Een groot deel van
de mensen in Nederland moeten bezuinigen op kleding voor kinderen,
zeggen het lidmaatschap van clubs op, gaan niet meer met vakantie
omdat het geld nodig is voor schoolgeld en studieboeken. Ze zien hun
koopkracht dalen en zijn somber over de toekomst. De reactie van de
minister was ontluisterend: "Ik moet ook opletten, want ook onze
inkomens (hij bedoeld de ministers) stijgen niet hard." Hij zet
Nederland op de minlijn en klaagt over zijn eigen salaris, terwijl dat
bij de hoogste van dit land hoort. Je moet maar durven. Is de minister
met mij van mening dan zijn uitspraak schrijnend is in het licht van
de financiële situatie van mensen met lage inkomens in dit land en
gezien het feit dat het aandeel arme huishoudens volgens de
Armoedemonitor is toegenomen tot 11%?
Onderdeel van het sociaal akkoord van november 2004 is een
"terughoudende" loonontwikkeling. Het niet algemeen verbindend
verklaren van contractloonstijgingen is van de baan. Wat gebeurt er nu
met de koppeling? Vorig jaar draaide u zich onder deze vraag uit door
te stellen dat de koppeling in stand bleef omdat er een nullijn was
afgesproken. Het afgelopen jaar was er een kleine contractloonstijging
en voor volgend jaar wordt die ook voorzien. Ik roep uw principiële
houding over de koppeling in herinnering: "Koppeling van de
uitkeringen aan de lonen in de markt en de collectieve sector is voor
mij wezenlijk om beleidsverantwoordelijkheid te dragen." (1 april 2003
in Den Haag Vandaag tijdens formatieperiode met PvdA) en "ontkoppelen,
daar werk ik niet aan mee" (24 april 2003 tijdens CDA-partijraad). Wat
gaat u nu met de koppeling tussen lonen en uitkeringen doen? Bent u
bereid om de koppeling met terugwerkende kracht en voor 2005 te
herstellen?
Koppeling is naar opvatting van de SP fractie echter onvoldoende om
groepen met een meer dan gemiddelde koopkracht daling te compenseren.
In de begroting is 25 miljoen opgenomen om via de bijzondere bijstand
deze groepen tegemoet te komen. Vorig jaar was daar 100 miljoen voor
beschikbaar. Welke maatregelen gaat u treffen om deze groepen te
compenseren?
Terwijl de armoede toeneemt, komt het woord "armoede" slechts 1 keer
voor in de Memorie van Toelichting. Het wordt niet eens als probleem
genoemd terwijl de omvang van de armoede toeneemt. Wat is uw reactie
op het bericht (Telegraaf 4-12-2004) dat in twee jaar tijd het aantal
klanten van voedselbanken is gestegen van 1200 naar 2500? Ze hanteren
heel strenge eisen, een vrij besteedbaar inkomen van minder dan 300 E
per maand!, voordat mensen hier voedselpakketten kunnen ophalen. Bent
u bereid om dit vrijwilligers werk financieel te ondersteunen,
bijvoorbeeld door middelen beschikbaar te stellen voor vervoermiddelen
of opslagcapaciteit?
Het enige dat over armoede wordt opgemerkt is dat "betaalde arbeid een
krachtig instrument is om armoede tegen te gaan". Dat zijn loze
woorden als de werkloosheid toeneemt, bedrijven sluiten en verhuizen
naar het buitenland en gelukzoekers uit Oost-Europese landen zich
massaal melden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het credo 'werk boven
inkomen' wordt door dit kabinet uitgevoerd op een extreem
fundamentalistische wijze. Laten we de feiten vaststellen. De
jeugdwerkloosheid kwam in het tweede kwartaal dit jaar uit op 14,0
procent. Dat is bijna drie keer zo hoog als de werkloosheid onder
25-65 jarigen. De werkloosheid bedraagt nu bijna 500.000, dat is 6 %
van de beroepsbevolking. Het is onder deze omstandigheden dan ook
ronduit verwerpelijk om de sollicitatieplicht voor 57,5+ te handhaven.
Het gaat om 7,500 mensen. Het is verwerpelijk om mensen in de bijstand
en WAO-ers het pad van de reïntegratie op te duwen. Het zijn zinloze
operaties omdat het perspectief op werk ontbreekt.
Bovendien is werk vaak helemaal niet de bevrijding van armoede. In uw
opdracht heeft Nyfer een rapport uitgebracht onder de titel:"Werkend
en toch arm" Het aantal arme huishoudens met inkomen uit werk is
gestegen. Het gaat om bijna een kwart miljoen gezinnen (232.000
volgens Nyfer, juni 2004). Zij werken in deeltijdbaantjes of werken in
flexibele of deeltijdbanen en daardoor minder dan het minimumloon of
bijstand verdienen. Werk is dus helemaal niet zo een krachtig
instrument om armoede tegen te gaan.
Armoede is ook een centenkwestie. Door het minimumloon te verhogen
kunnen we daar iets aan doen. Van af 1995 tot 2002 zijn de
brutominimumlonen met 20 % gestegen. De prijzen met 16 %. De
welvaartstoename voor minimumloners is dus per jaar met een schamele
0,5% gestegen. Dat geldt ook voor de periode na 2002. Mensen met de
laagste inkomens delen niet mee in de welvaartstoename. Het aantal
mensen met een volwassen minimumloom bedraagt 187.000. Het aantal
miljonairs in ons land is bijna even groot. Bovendien is het aantal
miljonairs snel gestegen, in 2002 waren er drie keer zo veel als in
1993. Om de armoede te bestrijden zullen de laagste inkomens omhoog
moeten. Wil de minister de minimumlonen structureel verhogen als de
economische situatie beter wordt? Dus in de nabije toekomst
verbetering van de economie in de eerste plaats ten goede te laten
komen aan verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde
uitkeringen?
We moeten harder, meer en langer werken. Alsof Nederlanders luie
uitvreters zijn. Het doembeeld dat het kabinet oproept door de
verwijzing naar de vergrijzing moeten draconische maatregelen
rechtvaardigen. Het blijft maar volharden het simplistische
rekensommetje dat het aandeel ouderen stijgt en werkenden daalt en
daardoor de verzorgingsstaat onhoudbaar wordt. Dat het aantal ouderen
in 2040 verdubbelt tot 4 miljoen en het aantal werkenden daalt van 8,3
miljoen tot 7 miljoen. Maar hoe verhoud zich deze toekomstverwachting
zich tot de "Vier ver gezichten op Nederland" waarin het CPB 4
scenario's tot 2040 presenteert? Het CPB rekent voor dat in alle
scenario's het BBP per hoofd van de bevolking hoger zal zijn dan het
huidige niveau. De vergrijzing kan worden opgevangen door een hogere
arbeidsparticipatie van 50+ en vrouwen. En bovendien staan er nog vele
anderen aan de kant die dolgraag zouden willen werken. Twee weken
geleden heeft de staatssecretaris de Regiegroep Grijs Werkt ingesteld.
Die moet werkgevers en werknemers er van overtuigen om langer te
blijven werken. Maar het bereiken van een hogere arbeidsparticipatie
is heel iets anders dan het verordonneren van langer werken.
Recent heeft de Commissie Gelijke Behandeling geoordeeld dat extra
vakantiedagen voor ouderen in strijd zijn met gelijke behandeling.
Leeftijddiscriminatie is ook met de Wet gelijke behandeling op grond
van leeftijd bij arbeid op een aantal terreinen toegestaan. Ik doel op
b.v. het minimumjeugdloon. In 1997 is er voor het laatst op deze plek
bij de begrotingsbehandeling over gesproken. Mijn toenmalige collega
van Zijl bepleitte een verlaging van de minimumloonleeftijd naar 21
jaar. Onder verwijzing naar jeugdwerkloosheid, het afbreken van
opleidingen omdat het financieel zo aantrekkelijk is om te werken is
het daar nooit van gekomen. De jeugdwerkloosheid laat geen enkele
relatie zien met de minimumjeugdlonen. Ten opzichte van de invoering
van het minimumjeugdloon zijn steeds meer jongeren gaan werken. Vooral
studenten en scholieren in bijbanen. De jeugdlonen zijn niet verhoogd,
de jeugdwerkloosheid kent stijgingen en dalingen die los staan van de
hoogte van de minimumjeugdlonen. Er werken nu zo een 900.000 jongeren
onder de 23. Ruim 100.000 ontvangen het minimumloon. De betekenis van
het minimumloon is dus niet groot. Voor hen die wel werken tegen dat
loon is het wel van groot belang. Wil de minister voorstellen doen om
de wettelijke minimumloonleeftijd te verlagen van 23 naar 18 jaar?
De indicatoren voor lichamelijke en psychische belasting laten sinds
1997 geen of slechts een heel kleine daling zien. Het aantal mensen
dat onder een hoog tempo moeten werken zit al 7 jaren boven de 40%.
Voor zwaar lichamelijk werk is dat 20%. Ook het aandeel werken in een
lawaaiige omgeving, vuil werk, werken in stank en het doen van
gevaarlijk werk is vanaf 1997 nagenoeg gelijk gebleven. Er wordt meer
aandacht dan ooit besteed aan arbeidsomstandigheden, maar de
indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid dalen niet. Wat is
daarvoor de verklaring? Waarom dalen deze indicatoren niet, ondanks de
Arboconvenanten, de introductie van de Arbo-diensten. Volgens mijn
fractie toont dat het gebrek van de inactiviteit van het
arbeidsomstandigheden beleid aan. Uit vrijwel ieder onderzoek van de
arbeidsinspectie blijken weer vele overtredingen. Tegen werklozen en
mensen in de bijstand bent u streng. Wanner pakt u nu eindelijk de
werkgevers eens aan. Wanneer roeit u nu eens slechte
arbeidsomstandigheden uit.
AOW
De SP vraagt aandacht voor de financiële positie van de gepensioneerde
migrant. Velen van hen zitten met een AOW-gat omdat zij minder dan 50
jaar woonachtig zijn geweest in Nederland. Daardoor hebben zij maar
gedeeltelijk recht op de normbedragen voor de AOW. Hoewel deze mensen
recht hebben op bijstand is voor hen die weg moeilijk toegankelijk.
Wil de minister het mogelijk maken dat de SVB vaststelt welke mensen
een AOW-gat hebben, daarvan de gemeenten op de hoogte stellen en een
regeling maken waardoor recht op bijstand ontstaat zonder vermogen en
middelen toets.
Sjakuus
Er is nog steeds onduidelijkheid over Stichting Sjakuus. Klopt het dat
u bijna 1 miljoen van VWS, die tot op heden Sjakuus steunde, niet wil
ontvangen omdat u armoedebestrijding wilt over laten aan de Landelijke
CliëntenRaad? Armoedebestrijding en het stimuleren van participatie
zijn toch veel breder dan de cliënten-participatie in de sociale
zekerheid? Bent u bereidt om de steun aan Sjakuus over te nemen?
Tot slot, wil ik steun uitspreken aan een resolutie van het
CDA-congres op 13 november. Die haakt aan bij de uitspraak van de
Minister dat hij klaar is met bezuinigen. De resolutie is een oproep
tot herstel van de solidariteit, vraagt herstel van de koopkracht van
de minima en vraagt om eventuele toekomstige bezuinigen te laten
opvangen door de hogere inkomens. Die resolutie hoeft niet te worden
uitgevoerd, omdat er geen nieuwe bezuinigingen meer nodig zijn, was
het antwoord van de Minister. Zou u dat antwoord hier willen herhalen?
Interruptie arbeidsdeelname
De arbeidsdeelname neemt toe. In de laatste 10 jaar voor de groep
55-59 een stijging van 57 procent in 1993 tot 73 procent in 2003. Ook
bij de 60-64 jarige mannen is er een forse toename .Die groeide in de
periode 1993-2003 van bijna 18 tot 27 procent. (CBS 29-11-2004).
Waarom dan die paniek? Verbetering van arbeidsomstandigheden,
leeftijdsbewust personeelsbeleid, respect voor oudere werknemers,
verhoging van de scholingsgraad en het wegnemen van belemmeringen door
verruiming van kinderopvang zijn betere investeringen om van
vergrijzing een verzilvering van onze maatschappij te maken. Beter dan
grijze hoofden aan het werk te jagen. Bovendien is het beeld dat
ouderen achter de geraniums zitten niet juist. Velen doen
vrijwilligers werk. In verenigingen, in de mantelzorg, in
kinderopvang. Zij houden een sociaal Nederland draaiend. De
werkelijkheid is heel anders dan het beeld dat JPB heeft. In het
werkgeversblad Forum (9-11-2004) denkt hij dat het uitgangspunt van
velen is om op 58 te stoppen en dan lekker met de caravan op pad Als
je weet dat de gemiddelde uitrede leeftijd 3 jaar hoger ligt maak je
een karikatuur van de werkelijkheid.