Persbericht
Tussenevaluatie project Hektor naar Tweede Kamer gestuurd
8 december 2004
Het drugsoverlastproject Hektor lijkt het straatbeeld in de binnenstad
van Venlo te hebben verbeterd. Zo is er sprake van een toename van het
winkelende publiek. Ondanks deze positieve resultaten ervaren de
bewoners en ondernemers de verbeteringen nog als beperkt. De
drugsoverlast lijkt zich bovendien te verplaatsen naar gebieden buiten
het stadscentrum. Dit blijkt uit een tussenmeting van het
drugsoverlastproject Hektor dat vandaag door minister Donner van
Justitie naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Sinds 2001 is in Venlo het drugsoverlastproject Hektor actief. In
opdracht van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek en
Documentatiecentrum) van het ministerie van Justitie en de gemeente
Venlo zijn door onderzoeks- en adviesbureau Intraval in 2001
indicatoren ontwikkeld waarmee de ontwikkelingen in de drugsoverlast
in de gemeente Venlo kunnen worden gevolgd. Na een eerste meting voor
het beginjaar 2001 is nu een tussenmeting voor de jaren 2002 en 2003
uitgevoerd. Een eindmeting is voorzien medio 2005.
Inspanningen
Vanuit het driesporen beleid (handhavingsbeleid, vastgoedbeleid en
coffeeshopbeleid) zijn diverse inspanningen gedaan. In de periode
2001-2003 zijn jaarlijks 45 arbeidsplaatsen beschikbaar, waarvan het
merendeel voor handhaving is ingezet. Het onderzoek naar de
drugspanden en het continue opjagen van de drugsrunners en
drugsdealers in het centrum, heeft geleid tot een groot aantal
sluitingen, aanhoudingen en vervolgingen. In totaal zijn in de periode
2001-2003 97 panden gesloten en/of in gemeentelijk bezit gekomen.
Inmiddels is het aantal panden dat voor sluiting in aanmerking komt
sterk afgenomen, evenals het aantal zichtbare en actieve drugsrunners.
Daarnaast zijn fiscale sancties aan malafide vastgoedeigenaren
opgelegd.
Resultaten
De economische gevolgen voor de binnenstad lijken, ondanks de
haperende economie, positief. Zo is het aantal bedrijven dat in de
binnenstad is gevestigd sinds 2001 met 3% toegenomen. Ook zijn er meer
woningen en winkelpanden verkocht. De verkopen zijn meer dan
verdubbeld.
Verbeteringen in de gevolgen van de drugsoverlast voor de bewoners en
de ondernemers in de binnenstad zijn nog beperkt gebleven.
Drugsoverlast komt volgens de bewoners en ondernemers in de binnenstad
onverminderd vaak voor. Met name buiten het projectgebied in de
binnenstad gevestigde ondernemers ondervinden in toenemende mate
hinder van het rondhangen van drugsgebruikers, dealers en runners. Wel
voelen met name de bewoners zich veiliger. In 2001 voelde 50% van de
bewoners zich wel eens onveilig tegenover 37% in 2003. Het
slachtofferschap van criminaliteit en de mening over de mate van
verloedering van de binnenstad blijken noch bij de bewoners noch bij
de ondernemers daadwerkelijk te zijn veranderd.
Verplaatsingeffecten
De overlast lijkt, door het verbeterde toezicht als gevolg van de
intensieve inzet van het straatteam van de politie en de aanwezigheid
van cameras, deels te zijn verplaatst naar het aangrenzende
winkelgebied. Daarnaast passen drugsrunners en dealers hun strategie
aan. De afspraken worden nog wel in het gebied gemaakt, terwijl de
drugstransacties elders plaatsvinden.
De drugsoverlast lijkt zich verder te verplaatsten naar Venlo Zuid.
Hier is het aantal meldingen van overlast over dealen van drugs en
drugsrunners toegenomen in de periode 2001-2003. Over verplaatsing van
de drugsoverlast naar omliggende gemeenten is weinig bekend. Bij de
politie zijn hierover geen signalen ontvangen.
Een nader toelichting op het onderzoek kunt u verkrijgen bij Bert
Bieleman van bureau Intraval: (tel: 050 3134052.)
Ministerie van Justitie