http://www.minez.nl
MINEZ: Schriftelijke vragen van Kamerlid Gerkens
Ministerie van Economische Zaken
Persbericht 8 december 2004
De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
Hierbij zend ik u de antwoorden op de kamervragen die zijn gesteld
door het lid Gerkens. De vragen zijn mij toegestuurd per brief van 10
november 2004, onder nummer 4074489.
1. Wat is uw reactie op het artikel NMa moet bedrijven beter
kunnen begeleiden?
Sinds de inwerkingtreding van de Wet modernisering Mededingingswet
d.d. 1 augustus jl. dienen ondernemingen zelf in te schatten of hun
regelingen in overeenstemming zijn met het mededingingsrecht. In het
door u aangehaalde artikel wordt gesteld dat NMa ondernemingen daarbij
meer zou moeten begeleiden.
Ik ben het eens met de auteurs dat de NMa guidance moet geven daar
waar een duidelijke en reële behoefte bestaat van de zijde van het
bedrijfsleven. De NMa doet dit op verschillende wijzen. Zij brengt
richtsnoeren uit ten aanzien van diverse sectoren en ten aanzien van
diverse soorten mededingingsvraagstukken, zoals bijvoorbeeld de
Richtsnoeren Zorg en de Richtsnoeren samenwerking bedrijven. Zij
streeft daarbij een dialoog met de samenleving na, onder andere door
middel van frequente contacten met branche- en werkgeversverenigingen.
Ook schept zij helderheid op haar website, geeft zij brochures uit en
verzorgt zij regelmatig lezingen. Anders dan de auteurs ben ik niet
mening dat de NMa naast deze uitgebreide generieke begeleiding vaker
individuele ondernemingen van geval tot geval zou moeten begeleiden.
De NMa geeft reeds in bijzondere gevallen aan hoe zij tegen een zaak
aankijkt. Daarvan kan sprake zijn bij een specifieke zaak die
juridisch gezien nieuw is en een groot maatschappelijk belang
vertegenwoordigt.
2. Deelt u de stelling dat in de Mededingingswet niet alles
uitgekristalliseerd is en dat in
Nederland meer dan elders in Europa behoefte bestaat aan begeleiding
ten aanzien
van het betrekkelijk nieuwe Nederlandse mededingingsrecht? Zo neen,
waarom niet?
Ik onderschrijf de stelling dat niet alles in de Mededingingswet is
uitgekristalliseerd. Net als elk ander rechtsgebied ontwikkelt het
mededingingsrecht zich in de praktijk. Dat laat echter onverlet dat er
een grote mate van duidelijkheid bestaat over wat wel en niet op grond
van de mededingingsregels is toegestaan, zowel op Europees als op
nationaal terrein. Er is immers langdurig ervaring opgedaan met de
Europese mededingingsregels, hetgeen naast een uitgebreide
beschikkingenpraktijk ook heeft geleid tot een uitgebreide
jurisprudentie. Aangezien het Nederlandse mededingingsrecht op
Europese grondslag is gestoeld geldt deze duidelijkheid mutatis
mutandis ook voor de NMa en het Nederlandse mededingingsrecht. Onnodig
te stellen dat deze duidelijkheid vergroot wordt door mededelingen en
richtsnoeren van zowel de Commissie als van de NMa. Bovendien heeft
zich in het bijna zevenjarige bestaan van de NMa een uitgebreide
richtinggevende beschikkingenpraktijk gevormd. Ik betwijfel dan
ook of er in Nederland meer behoefte bestaat aan begeleiding dan in
andere Lid-Staten. Nederland is niet uniek in Europa.
3. Herinnert u zich de aangenomen motie Gerkens c.s.?
Ja.
4. Deelt u de mening dat thans afdoende uitvoering wordt gegeven
aan deze motie?
Zo ja, waarom? Zo neen, hoe gaat u dat doen?
Ja. Naar verwachting zal nog dit kalenderjaar een beleidsregel als
bedoeld in de motie worden gepubliceerd.
5. Deelt u de mening dat meer begeleiding en advies door de NMa
wenselijk is?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat doen?
Nee. Naar mijn mening geeft de NMa voortdurend in ruime mate
voorlichting en uitleg over haar toepassing van de geldende
mededingingsregelgeving. Voor de verschillende wijzen waarop zij dat
doet verwijs ik naar mijn antwoord op uw eerste vraag.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51,
telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl
Voor journalisten: Paula de Jonge, persvoorlichter, telefoon (070) 379
75 52, e-mail: A.T.M.deJonge@minez.nl
08 dec 04 13:38
Ministerie van Economische Zaken