Allochtone ouderen vaker depressief
Depressie is een ziekte die ook bij allochtone ouderen veel voorkomt,
zelfs veel vaker dan bij autochtone ouderen. Maar liefst 32,9 % van de
oudere Marokkanen en 66,2 % van de oudere Turken (55+) kampt met
depressieve verschijnselen waarvoor wellicht behandeling noodzakelijk
is. Bij oudere autochtone Nederlanders ligt dit percentage op 14,5%.
Dit concludeert psychiater Frits van der Wurff in zijn onderzoek aan
het VU medisch centrum en GGZ-Buitenamstel, waarop hij woensdag 8
december promoveert.
Van der Wurff toont aan dat met name een slechte fysieke gezondheid
en armoede bijdragen aan het vaak voorkomen van depressieve klachten
bij allochtone ouderen. Problemen rond acculturatie lijken bij
allochtone ouderen minder een rol te spelen, maar verder onderzoek is
nodig.
Van der Wurff stelt verder dat de behandeling van depressieve
klachten bij autochtone en allochtone ouderen zeker voor verbetering
vatbaar is. Hij pleit voor het beter toepassen van de richtlijnen
opgesteld door de beroepsgroep. Zo kan wellicht de doelmatigheid en
effectiviteit van de behandeling van ouderdomsdepressies worden
verbeterd. Belangrijke behandelmethoden hierbij zijn antidepressiva en
electroconvulsietherapie (ECT), beter bekend als electroshocks.
Psychiaters blijken de richtlijnen voor de toepassing hiervan echter
niet goed te volgen zodat sprake is van onderbehandeling. Bovendien
stelt Van der Wurff dat bij depressieve ouderen het gebruik van ECT
werkzaam en veilig is, terwijl maatschappelijk weinig draagvlak voor
deze aanpak bestaat. Psychiaters moeten daarom de nodige extra
inspanningen leveren om tot een verbetering van de behandeling van
depressieve ouderen te komen.
VU Medisch Centrum