Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam.
07/12/2004
---
VU-onderzoekers adviseren Zwolle over ouderenbeleid
Onderzoekers van LASA (Longitudinal Aging Study Amsterdam), het
grootste Nederlandse bevolkingsonderzoek onder ouderen, uitgevoerd
door de VU en het VU medisch centrum, hebben de specifieke
zorgbehoeften van ouderen in Zwolle in kaart gebracht en vergeleken
met die van andere ouderen in Nederland. Ze gaven antwoord op vragen
over zorggebruik, woonsituatie en woonwensen, netwerken van ouderen,
depressie, angst en valpreventie. Dat gebeurde op verzoek van de
gemeente Zwolle. De gemeente heeft belang bij het benutten van deze
kennis. In 2006, als de Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt
ingevoerd, worden AWBZ-taken overgeheveld naar de gemeenten die dan
veel meer verantwoordelijkheden krijgen voor het zorgaanbod. De
gemeente Zwolle wil het ouderenbeleid mede om die reden tijdig
aanscherpen.
De onderzoekers overhandigen hun resultaten en aanbevelingen woensdag
8 december in Zwolle aan de verantwoordelijke wethouder.
Een van de meest opmerkelijke uitkomsten van het onderzoek is dat
Zwolse ouderen minder uren zorg ontvangen dan andere Nederlanders,
terwijl ze even hulpbehoevend zijn. Vrouwen in Zwolle komen bovendien
minder vaak in een tehuis terecht dan elders. Toch vinden de Zwolse
ouderen de geboden zorg toereikend. Mogelijk zijn de Zwolse ouderen
met minder tevreden of is de kwaliteit van de zorg van de Zwolse
instellingen beter dan elders.
Ook viel op dat de grote meerderheid van de ouderen in Zwolle niet wil
verhuizen. Vooral vrouwen blijven het liefst zo lang mogelijk in hun
eigen huis. Mogelijk zijn zij extra "honkvast" vanwege de omgeving
waarin ze wonen en het netwerk dat ze daar om zich heen hebben.
Netwerken - familie, buren en vrienden - "beschermen" ouderen namelijk
en de netwerken van de Zwolse ouderen blijken groot te zijn,
vergeleken met ouderen in de rest van Nederland. Ook het aantal mensen
met een riskant klein netwerk (0-6 leden) ligt in Zwolle een stuk
lager dan in de rest van Nederland. In het algemeen geldt dat vooral
oudere vrouwen lang in staat zijn om die netwerken goed te
onderhouden. Zowel cognitieve als fysieke vaardigheden van ouderen
hebben invloed op de samenstelling en omvang van het sociale netwerk.
Vooral wanneer de cognitieve functies achteruit gaan, neemt de kans
toe dat het netwerk uiteenvalt. Bij mannen leidt achteruitgang van
fysieke functies bovendien tot verlies van contacten met buren. Een
mogelijke verklaring is dat deze relaties vaak gebaseerd zijn op
activiteiten met een fysieke component, zoals klussen. Die komen in
gevaar wanneer de lichamelijke vaardigheden afnemen.
Verlies van relaties, en met name van de partner, heeft grote gevolgen
voor het emotionele welzijn van ouderen. Eenzaamheid en depressiviteit
nemen sterk toe als mensen hun partner verliezen. Eenzaamheid komt
zowel bij de Zwolse bevolking als in de rest van Nederland regelmatig
voor. Ruim eenderde van de Zwolse ouderen is matig eenzaam (cijfers
van 2001). De mensen met een partner zijn het minst eenzaam,
depressief of angstig. Gevoelens van angst zijn het grootst bij
alleenstaanden. Met het ouder worden, nemen eenzaamheid,
depressiviteit en angst toe.
Landelijk gezien liggen de prevalentiecijfers hoog, en dat geldt
eveneens voor Zwolle. Er wordt doorgaans nog te weinig gedaan aan het
opsporen en behandelen van deze stoornissen, terwijl dat vaak goed
mogelijk is. De gemeente Zwolle heeft dan ook belangstelling voor het
voorkomen van depressie en angst en eenzaamheid bij ouderen, temeer
daar deze verschijnselen ernstige gevolgen hebben voor hun welzijn.
Over LASA
Wetenschappers van LASA doen al twaalf jaar onderzoek naar alle
aspecten van veroudering in de Nederlandse bevolking vanaf 55 jaar.
LASA levert regelmatig gegevens aan het SCP, het RIVM, de
Hartstichting en vele andere onderzoekers en onderzoeksinstellingen;
jaarlijks wordt gerapporteerd aan het Ministerie van VWS. Sinds 2000
wordt extra veel aandacht besteed aan het nuttig gebruik van de
resultaten door "de praktijk". In dat kader past ook het onderzoek ten
behoeve van de gemeente Zwolle. Het laatste hoofdstuk van het rapport
is een handreiking voor (nieuw) beleid; het bevat praktische tips en
aanbevelingen om discussie in de gemeente te stimuleren en de
onderzoeksresultaten toe te passen in de praktijk.
Vrije Universiteit Amsterdam